Kinderziektes: wat moet een MBO niveau 2 student weten?
1 / 14
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Vertel de studenten wat zij zullen leren in deze les.
Wat is het verschil tussen een bacterie en een virus?
Slide 3 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke inentingen krijgen jonge kinderen?
Slide 4 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat weet jij al over kinderziektes?
Slide 5 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 6 - Diapositive
Leg de definitie van kinderziektes uit.
Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van keel, luchtpijp en neus die wordt veroorzaakt door de Bordetella pertussis bacterie. De zieke heeft heftige hoestaanvallen.
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 8 - Diapositive
Leg uit wat mazelen is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.
Slide 9 - Diapositive
Leg uit wat rodehond is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.
Slide 10 - Diapositive
Leg uit wat waterpokken is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.
Slide 11 - Diapositive
Leg uit wat bof is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.
Slide 12 - Diapositive
Geef een interessant feitje om de studenten geïnteresseerd te houden.
Slide 13 - Diapositive
Geef de opdracht aan de studenten en geef aan hoeveel tijd ze hiervoor krijgen.
Bedenk zo veel mogelijk redenen waarom je een kind wel of niet zou moeten inenten.
Bedenk zo veel mogelijk redenen waarom je een kind wel of niet zou moeten inenten.
Je mag internet gebruiken.
Schrijf je belangrijkste reden op een a4 met zwarte stift
Bedenk zo veel mogelijk redenen waarom je een kind wel of niet zou moeten inenten.
Je mag internet gebruiken.
Schrijf je belangrijkste reden op een a4 met zwarte stift
Slide 14 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
