Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Programma:
- Leerdoel
- Herhaling Grieken en Romeinen
- Begrippen opdracht
- Tijdlijn opdracht
- Oefentoetsje
- Afsluiting
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat er bijzonder was aan de Grieken en de Romeinen.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Carte
Griekse stadstaten
Een zelfstandige stad heet een polis.
Worden op verschillende manieren bestuurd.
De bekendste poleis waren Athene en Sparta.
Vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden.
Slide 4 - Diapositive
Stadsstaat (polis)
De mensen in een polis voelden zich nauw met elkaar verbonden. Vaak voelden ze zich meer een inwoner van de polis dan een Griek.
Vruchtbare grond.
De Grieken handelden veel en waren goede scheepsbouwers.
Akropolis: 'Hoge stad' Hier stonden ook de belangrijkste tempels.
Slide 5 - Diapositive
Griekse stadstaten
Vier Griekse bestuursvormen:
Welke vier kennen we?
Slide 6 - Diapositive
Griekse cultuur
Cultuur: alles wat er door een samenleving wordt gemaakt en bedacht.
Gebouwen, beelden, schilderijen, toneelstukken, mythen en wetenschap horen bij de Griekse cultuur.
Slide 7 - Diapositive
Egyptisch beeld
Grieks beeld
Slide 8 - Diapositive
Wetenschap
Grieken waren nieuwsgierig en zochten voor alles een verklaring.
Eerst bij goden: ziekten waren een straf van de goden net als misoogsten.
Later gingen geleerden antwoorden zoeken in de natuur.
Slide 9 - Diapositive
Verdeelde Griekse poleis
De Griekse poleis werkten soms gedwongen samen. Daarna begonnen zij in de Peloponnesische oorlogen (431-404 v. Chr.) elkaar te bestrijden.
Slide 10 - Diapositive
Macedonische koning en goede legerleider die veel gebieden veroverde.
Streefde naar eenheid in zijn rijk.
Hij verspreidde de Griekse Cultuur (Hellenisme)
Alexander de Grote
(336-323 v. Chr.)
Slide 11 - Diapositive
Griekse begrippen Bingo
Op pagina 49 en 50 van je tekstboek staan alle begrippen van de Grieken.
Je krijgt van mij een Bingo kaart.
Op deze kaart vul je 9 begrippen in.
Je leert in Zs de begrippen.
Tijd 5 minuten.
Wanneer ik de betekenis van een begrip opnoem die jij op je kaart hebt staan, dan streep je dat begrip af.
Heb je alle begrippen kunnen afstrepen? Dan heb je bingo!
timer
5:00
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Carte
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
Slide 14 - Diapositive
De Romeinse Republiek
De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.
Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls
Zij voerden de besluiten van de senaat uit.
Veto uitspreken.
Slide 15 - Diapositive
Het Romeinse Rijk groeit!
Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.
Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.
Slide 16 - Diapositive
Tijdbalk Grieken en Romeinen
timer
5:00
Slide 17 - Diapositive
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De Romeinse samenleving is goed in te delen als een piramide: de mensen bovenaan in de piramide hebben het meest aanzien; de mensen onderaan het minst.
Proletariërs
Werkloze Romeinen, zonder bezit
Grootgrondbezitters (Nobiles)
Rijke Romeinen met een groot landgoed.
Middenstand
Romeinen die een winkel hadden.
Boeren
Romeinen die een eigen stuk land bezaten en dit zelf bewerkten
Vrijgelatenen
Voormalige slaven
Slaven
Mensen die in bezit waren van andere mensen.
Slide 18 - Diapositive
Proletariërs
Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. Het woord komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.'
Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen: ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.
De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen.
Slide 19 - Diapositive
Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
keizerlijke paleizen
Slide 20 - Question de remorquage
Badhuizen
Rijke Romeinen waren regelmatig in badhuizen (thermen) te vinden. Niet alleen omdat ze het prettig vonden, maar ook om te vergaderen.
In sommige badhuizen zaten complete bibliotheken.
Een Romeins badhuis in Bath (Eng.)
Slide 21 - Diapositive
0
Slide 22 - Vidéo
Brood en spelen
Panem et circenses, oftewel 'brood en spelen'. Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewoon volk, plebejers en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.
Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.
Slide 23 - Diapositive
Sleep steeds 2 afbeeldingen uit de onderste rij naar de juist plek in de bovenste rij.
Slide 24 - Question de remorquage
Gladiatoren
Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur.
Gevechten op leven en dood komen voor, maar worden als het even kan, voorkomen.
Slide 25 - Diapositive
0
Slide 26 - Vidéo
Zelfstandig werken
Wat? Maken oefentoets Grieken en Romeinen
Hoe? In stilte! Hoe lang? 6 minuten Hulp? Je mag de docent vragen stellen. Klaar? Leren voor de RTTI
timer
6:00
Slide 27 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat er bijzonder was aan de Grieken en de Romeinen.