5.1 Begeleiden bij voeding

Module Wonen
5.1 Begeleiden bij voeding
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
WonenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Module Wonen
5.1 Begeleiden bij voeding

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  1. AWR
  2. Terugblik
  3. Lesdoelen
  4. Theoretische gedeelte
  5. Aan de slag
  6. Afsluiting les

Slide 3 - Diapositive

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal




Terugblik
Elke les staan we stil bij wat we de vorige les hebben besproken. 


- Heb jij nog vragen over de vorige les?
- Wat is je bijgebleven van de vorige les?





Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

  • Je kent de HACCP-regels.
  • Je kent de Schijf van Vijf.
  • Je benoemt welke voedingsstoffen er zijn en wat hun functie is.
  • Je benoemt welke voedingsmiddelen horen bij specifieke voedingsbehoeften van de cliënt.
  • Je kunt de juiste bewaartechnieken voor voedingsmiddelen toepassen.
  • Je hebt kennis van de meest voorkomende diëten.
  • Je weet wat het verschil is tussen een voedselintolerantie en een voedselallergie.
  • Je kunt rekening houden met de wensen en behoeften van de cliënt op het gebied van voedingsbehoeften.
  • Je weet op welke manier je voeding kunt bereiden voor een cliënt met kauw- en slikproblematiek.
  • Je weet op welke manier sfeerbeleving van invloed kan zijn op het eetgedrag van de cliënt.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Om de cliënt op een juiste wijze te kunnen ondersteunen bij zijn voedingskeuzes, heb je kennis nodig. Je moet weten wat gezonde voeding is voor het bereiden van een gebalanceerde maaltijd. Je houdt daarbij niet alleen rekening met de wensen en behoeften van de cliënt. Je zorgt er ook voor dat de maaltijd een bijdrage kan leveren aan herstel of het in stand houden van de gezondheid.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Gezond eten
Gezonde voeding levert een belangrijke bijdrage als het gaat om gezond zijn en gezond blijven. Het percentage overgewicht bij volwassenen neemt de laatste jaren toe. Met deze toename zijn er ook steeds meer gezondheidsklachten die een relatie hebben met het overgewicht. Ook ziekten als diabetes type 2 en hart- en vaatziekten kunnen voorkomen worden door een gezonde leefstijl. Het bereiden van een gezonde, maar bovenal gebalanceerde maaltijd is dan ook belangrijk in het gezond blijven en gezond worden. Voor jou als begeleider is het van belang dat je weet welke voedingsmiddelen passen in een gevarieerd en gezond eetpatroon, zodat je de cliënt kunt ondersteunen en hem kunt adviseren in het maken van de juiste keuzes die passen bij de specifieke situatie van de cliënt.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Schijf van Vijf

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De verschillende vlakken in de Schijf van Vijf
De grootte van de verschillende vlakken laat zien dat je van de ene groep meer per dag moet gebruiken dan van een andere groep.
  • Vak 1: Dranken
  • Vak 2: Groente en fruit
  • Vak 3: Vetten en oliën
  • Vak 4: Zuivel, vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers
  • Vak 5: Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewicht
Het hebben van een gezond gewicht is belangrijk in het voorkomen van hart- en vaatziekten, galstenen, hoge bloeddruk, gewrichtsklachten en zelfs bepaalde soorten kanker.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BMI - Body Mass Index
De Body Mass Index (BMI) laat iemand zien of er sprake is van een gezond gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI kan berekend worden voor iedereen vanaf 2 jaar, maar is minder geschikt voor gespierde personen en zwangere vrouwen. Met behulp van een formule kan de BMI berekend worden:

BMI = Gewicht ÷ (lengte × lengte)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er bestaat een indeling van wat een te laag BMI, een gezond BMI en een te hoog BMI is:

  • ondergewicht: BMI = < 18,5
  • gezond gewicht: BMI = 18,5-25
  • overgewicht: BMI = 25-30
  • ernstig overgewicht: BMI = 30-35
  • extreme obesitas: BMI = > 35.
Deze getallen gelden voor volwassenen tot 65 jaar. Voor ouderen geldt dat een BMI kleiner dan 20 betekent dat er sprake is van ondergewicht.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsstoffen en hun functie
Alles wat je eet of drinkt, noemt men voeding. Je kunt hierbij onderscheid maken tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Je lichaam heeft voedingstoffen nodig om goed te kunnen functioneren.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen noemt men ook wel levensmiddelen. Het zijn de producten die je kunt kopen en gebruiken. Het zijn alle etenswaren die geschikt zijn voor menselijke consumptie. Denk hierbij aan bijvoorbeeld brood, vlees, kaas of vruchten.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn de bestanddelen van voedingsmiddelen, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen. Het lichaam heeft deze stoffen nodig voor:

  • energie
  • groei
  • het bouwen en repareren van weefsels
  • de werking van het immuunsysteem
  • het reguleren van een goede stofwisseling.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn twee soorten voedingsstoffen:
essentiële voedingsstoffen
Dit zijn stoffen die niet of onvoldoende door het lichaam zelf kunnen worden gemaakt. Deze voedingsstoffen moeten van buitenaf worden ingenomen, bijvoorbeeld door het eten van bepaalde voedingsmiddelen. Voorbeelden van essentiële voedingsstoffen zijn vitamines en mineralen.
niet-essentiële voedingsstoffen
Deze stoffen kunnen voldoende worden gemaakt door het lichaam. Ze kunnen ook worden gevonden in sommige voedingsmiddelen. Voorbeeld hiervan zijn bepaalde aminozuren.
De essentiële en niet-essentiële voedingsstoffen zijn voor een normale stofwisseling even belangrijk. Het is dus niet zo dat essentiële voedingsstoffen belangrijker zijn voor het lichaam dan niet-essentiële.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In voedingsstoffen zitten bouwstoffen, regulerende stoffen en energieleverende stoffen:

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bouwstoffen
Deze stoffen zijn belangrijk voor de groei en het onderhoud van je lichaam. Ze zijn belangrijk bij de vervanging van cellen en de aanmaak van botten.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

regulerende stoffen
Voor een goed verloop van processen in het lichaam heb je regulerende stoffen nodig. Regulerende stoffen hebben positieve invloed op de spijsvertering en het voorkomen van ziektes. Men noemt deze stoffen dan ook wel eens beschermende stoffen.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

energieleverende stoffen
Deze stoffen noemt men ook wel brandstoffen. Ze geven het lichaam energie die je nodig hebt voor het samentrekken van spieren of om je lichaam op temperatuur te houden.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwitten
Eiwitten zijn noodzakelijk voor de opbouw van cellen en stoffen in het bloed. Daarnaast worden ze gebruikt in het steunweefsel. De eiwitten die overblijven en dus niet worden gebruikt voor deze processen dienen als brandstof. In principe zijn eiwitten te vinden in alle onbewerkte plantaardige producten. Denk aan peulvruchten, groente, fruit, noten, zaden en granen. Een eiwittekort komt om die reden dan ook bijna niet voor. Ook dierlijke producten als ei, vlees en zuivel staan bekend om hun eiwitten, maar de eiwitten uit dierlijke producten zijn minder gezond dan plantaardige eiwitten.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolhydraten
Koolhydraten worden gebruikt voor opslag van energie in de lever en spieren. Ze kunnen worden gebruikt als energiebron bij zware arbeid. Je lichaam haalt deze energie het gemakkelijkst uit koolhydraten. Koolhydraten zijn vooral te vinden in tarweproducten, rijst en aardappelen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vetten
Vetten worden met name gebruikt voor het vrijmaken van energie. Het teveel aan vetten wordt opgeslagen in het bindweefsel en het gele beenmerg. Een teveel aan verzadigde vetzuren, vooral in dierlijk vet, kan problemen met de bloedsomloop veroorzaken, zoals vernauwing van de bloedvaten door ophoping van cholesterol.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vitamines en mineralen
Voor een goede gezondheid, groei en ontwikkeling is het van belang dat je voldoende vitamines en mineralen binnenkrijgt. Men noemt deze stoffen ook wel regulerende stoffen.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingssupplementen
Voedingssupplementen zijn producten in de vorm van pillen, poeders, druppels, capsules of drankjes en bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voeding. Het zijn geen geregistreerde geneesmiddelen. De meningen over het gebruik van deze supplementen lopen nogal uiteen. De meeste mensen hebben geen voedingssupplementen nodig, want ze krijgen al voldoende voedingsstoffen binnen door gevarieerd te eten. Alleen speciale groepen die extra voedingsstoffen nodig hebben, zoals jonge kinderen (vitamine D), ouderen (vitamine D) en zwangere vrouwen (foliumzuur en vitamine D), hebben baat bij het gebruik van voedingssupplementen.


Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Boek: Methodisch begeleiden
Thema 16, begeleiden bij voeding
Opdracht 1 t/m 12

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 30 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions