W3 les 12 Voeding

W3 Wonen en huishouden 

Les 12 Voeding

Ondersteunen bij huishouden en wonen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

W3 Wonen en huishouden 

Les 12 Voeding

Ondersteunen bij huishouden en wonen

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
Herhaling vorige les: Geldzaken
Theorie voeding
Opdracht voeding
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Vanochtend heb ik als ontbijt gegeten?.......

Slide 3 - Question ouverte

Ik vind dat ik over het algemeen gezond eet
Mee eens
Niet mee eens

Slide 4 - Sondage

Voedingsstoffen

Slide 5 - Carte mentale

Wat zijn voedingssupplementen?

Slide 6 - Question ouverte

Gezonde voeding betekent in ieder geval dat iemand voldoende koolhydraten, eiwitten, vetten en de nodige vitaminen en mineralen, vocht binnenkrijgt.

Voedingssupplementen Pillen, poeders en kruidenpreparaten om eventuele tekorten in de voeding aan te vullen. Voedingssupplementen zijn géén geregistreerde geneesmiddelen.

Voedingsmiddelen zijn levensmiddelen, de producten die je kunt kopen en gebruiken, bijvoorbeeld brood, vlees, kaas of vruchten. Dus voedingsmiddelen zijn alle etenswaren die geschikt zijn voor menselijke consumptie

Voedingsstoffen
zijn de bestanddelen van voedingsmiddelen, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen. 


Slide 7 - Diapositive

Je lichaam heeft voedingstoffen nodig om te kunnen functioneren:
  • energieleverende stoffen: koolhydraten en vetten;
  • bouwstoffen: eiwitten;
  • regulerende (of beschermende) stoffen: vitaminen en mineralen.
  • vocht


Slide 8 - Diapositive

energieleverende stoffen: Koolhydraten & vetten
Koolhydraten zorgen ervoor dat:
- je kunt bewegen;
- je stofwisseling, immuunsysteem en andere lichamelijk processen doorgaan;
- je lichaamstemperatuur op peil blijft.

Belangrijke koolhydraten zijn de voedingsvezels ( Vezels in voeding die zorgen voor een goede darmwerking)
Denk aan: volkorenproducten, peulvruchten, noten, rauwe groente en fruit en in gedroogde zuidvruchten, zoals pruimen en abrikozen.

2 soorten vetten:
- Verzadigd vet : ongezonde vetten.
Denk aan: harde margarine, roomboter en hard frituurvet, koekjes
- Onverzadigd vet : Het ‘gezonde’ vet. Onverzadigde vetten helpen het cholesterolgehalte laag te houden.
Denk aan: olie, halvarine, vloeibaar bakvet en vette vis, noten en pinda’s.

Vetten zorgen ervoor dat:
- je organen worden beschermt tegen stoten
- houdt het lichaam warm.



Slide 9 - Diapositive

Bouwstoffen
Eiwitten zijn voedingsstoffen die de bouwstenen vormen voor de lichaamscellen en energie kunnen leveren

Eiwitten leveren aminozuren aan het lichaam. Worden essentiële aminozuren genoemd.

Functie eiwitten:
- Aanmaak nieuwe lichaamscellen
- Voor je afweersysteem
- Aanmaak hormonen

2 soorten eiwitten:
- dierlijke eiwitten: vlees, vis, gevogelte (zoals kip), melk, kaas en eieren
- plantaardige eiwitten:  peulvruchten (zoals bonen en erwten), graanproducten, noten en sojaproducten


Slide 10 - Diapositive

Regulerende (of beschermende) stoffen:
Vitaminen zijn nodig heeft voor groei, herstel van weefsels en het voorkomen van ziekten.

Het lichaam kan de meeste vitaminen niet zelf maken, wel vitamine D

Voor elke vitamine bestaat er een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH).

Voorbeelden mineralen: Calcium, Koper, Magnesium, Zink etc. 


ADH
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Een richtlijn voor de inname van voedingsstoffen
Zoek in het boek op wat de vitamine inhouden. 
Boek persoonlijke verzorging thema 3.10
Regulerende stoffen

Slide 11 - Diapositive

Schijf van vijf

Slide 12 - Diapositive

Een man heeft meer kilocalorieën nodig per dag dan een vrouw?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is het verschil tussen de man een een vrouw rondom de kilocalorieën per dag?
A
250
B
500
C
750
D
1000

Slide 14 - Quiz

Te hoge energie-inname vs te lage energie-inname
Als iemand een te hoge energie-inname heeft, kan er dan overgewicht ontstaan.

Als je te zwaar bent, loop je meer kans op bepaalde vormen van kanker, hoge bloeddruk, artritis, hartziekten en diabetes, slijtage van gewrichten (artrose) & ademhalingsstoornissen.

Een lage energie-inname kan diverse oorzaken hebben, zoals medische, lichamelijke, psychische, sociale en culturele factoren. Deze factoren kunnen gewichtsverlies veroorzaken of versnellen.
Voedingsstoornissen kunnen ook leiden tot een te lage energie-inname.

Bekende voedingsstoornissen zijn:
anorexia nervosa en boulimia nervosa



Slide 15 - Diapositive

Voedselallergie:
Bij een allergie reageert het lichaam overgevoelig op bepaalde stoffen. Een voedselallergie geeft een bijzondere, meestal heftige reactie van het afweersysteem op bepaalde voedselbestanddelen. Het lichaam kan bijvoorbeeld reageren met huiduitslag, rood worden, iemand kan hartkloppingen krijgen en zelfs benauwd worden.

Voedselintolerantie:
Bij intolerantie is er sprake van onverdraagzaamheid van het lichaam voor bepaalde stoffen. Het lichaam reageert minder heftig dan bij een allergie, maar de gevolgen kunnen evengoed heel vervelend zijn

Voorbeelden: Coeliakie: Gluten allergie, Lactose intolerantie: kan niet tegen melk, kaas, yoghurt & Pinda allergie

Slide 16 - Diapositive

Zelfstandig werken
Boek persoonlijke verzorging
Thema 3.10: 2A, 4ABC
Thema 3.11: 2AB, 3A

Slide 17 - Diapositive