3/10, Zakelijke brief schrijven II

Nederlands
donderdag 3 oktober

examenles IV
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
donderdag 3 oktober

examenles IV

Slide 1 - Diapositive

planning:


1. Lezen voor de lijst/inleveren opdracht fictie

2. inleveren en bespreken huiswerk

3.  theorie zakelijke brief (deel II)

4. aan de slag (huiswerk 10 oktober)



Slide 2 - Diapositive

lezen/inleveren opdracht fictie

timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

huiswerk:
maken: opdracht zakelijke brief

Slide 4 - Diapositive

opdracht 1:
Schrijf een brief aan de heer Harmsen. Je brief gaat over ideeën om aan sponsoren te komen voor de nieuwe voetbalclub. Het adres van het secretariaat is Postbus 34 in jouw woonplaats, de postcode is 8392 XZ. Je schrijft de brief op 2 oktober 2024.

Slide 5 - Diapositive

opdracht 2:
Schrijf een brief aan De Franse Sprong, Weteringschans 12, 1000 AJ Amsterdam. De brief is bestemd voor de afdeling Klantenservice. Je doel is duidelijkheid te krijgen over een bedrag dat je nog terugkrijgt van een excursie die geannuleerd is. Je schrijft de brief op 3 oktober 2024.

Slide 6 - Diapositive

opdracht 3:
Schrijf een brief aan de Spaanse ambassade, aan de afdeling Emigratie, meneer De Vos. Dateer de brief op 1 oktober 2024. Doel van je brief is dat je informatie wilt ontvangen over emigreren naar Spanje.

Slide 7 - Diapositive

- Je leert hoe je een zakelijke brief schrijft;



- Je leert de conventies die bij een zakelijke brief horen.

Slide 8 - Diapositive

Hoe schrijf je een zakelijke brief?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

schrijfopdracht 3
zelfstandig: schrijf de brief
klassikaal: in stappen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

stap 3b
Noteer het onderwerp waar je brief over gaat:

Betreft: aanschaf nieuwe I-phone

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

opdracht:
welke onderdelen zet je in de inleiding?

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Wanneer schrijf je een zakelijke brief?
A
Als je je ouders iets wilt zeggen
B
Als je je vrienden wat wilt vragen
C
Nooit
D
Als je iemand die je niet kent iets wilt zeggen of vragen

Slide 39 - Quiz

Waar begin je een zakelijke brief mee?
A
Je eigen naam en adres
B
Naam en adres van de geadresseerde
C
Onderwerp
D
Datum

Slide 40 - Quiz

Je spreekt iemand in een zakelijke brief aan met:
A
je
B
u

Slide 41 - Quiz

zakelijke brief

Slide 42 - Carte mentale

Persoonlijke brief:  afsluiting

Persoonlijke brief:  aanhef
Zakelijke brief: afsluiting
Zakelijke brief: aanhef

Slide 43 - Question de remorquage

lesboek NN:
HS 1, schrijven

zakelijke brief: startopdracht + opdracht 1

blz. 21 + 22

Huiswerk: 10 oktober

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Lien

- Je leert hoe je een zakelijke brief schrijft;



- Je leert de conventies die bij een zakelijke brief horen.

Slide 46 - Diapositive