5.2 Chromosomen

Klassikale vraag
Wat maakt het nou dat je man of vrouw bent? 
Is het alléén een kwestie van chromosomen?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Klassikale vraag
Wat maakt het nou dat je man of vrouw bent? 
Is het alléén een kwestie van chromosomen?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is intersekse? 
In paragraaf 5.1 heb je geleerd dat genen actief en in-actief kunnen zijn. 
o.i.v. hormonen kunnen deze genen worden aangestuurd 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Inhoud les
  • introductie
  • 5.2 leerdoelen
  • uitleg chromosomen
  • huiswerk maken 
  • herhaling afsluiting 5.1 & 5.2

Slide 5 - Diapositive

5.2 Leerdoelen 
1. Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
2. Je kunt aangeven dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen
3. Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat. 

Slide 6 - Diapositive

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt zichzelf op. 

Als de cel zich deelt, deelt hij ook de chromosomen. 
In al jouw cellen zitten daardoor dezelfde 46 chromosomen, waarin dezelfde bouwbeschrijving' staat. 

(Alleen de zaadcellen en eicellen dus niet.)



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

chromosomen 
  • Dit is een chromosomenportret
  • Mensen hebben 23 paren chromosomen.
  • Totaal 46 chromosomen.
  • De paren zijn gelijk, behalve de geslachtschromosomen  (bij de man XY en vrouw XX)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

huiswerk
lezen 5.2 chromosomen (blz. 104)
maken opdracht 1 t/m 9 

Slide 11 - Diapositive

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 12 - Quiz

Wat is een chromosoom?
(meerder antwoorden goed)
A
Slierten DNA in het cytoplasma
B
Slierten DNA in de celkern
C
Bevat 1 gen
D
Bevat meerdere genen

Slide 13 - Quiz

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen

Slide 14 - Quiz