8-3-2017 RMJK les 4 Land van oct v3

Rekenen met jonge kinderen
week 4/les 4
Het land van Oct
Ervaar hoe het is als je voor het eerst gaat tellen.
Stap in de schoenen van een 5/6 jarige!

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
RMJKMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 130 min

Éléments de cette leçon

Rekenen met jonge kinderen
week 4/les 4
Het land van Oct
Ervaar hoe het is als je voor het eerst gaat tellen.
Stap in de schoenen van een 5/6 jarige!

Slide 1 - Diapositive

programma
  • uitleg land van oct
  • Oefeningen 9, 10,
  • Filmpje over het behandelen van lastige tafelsommen
  • Aanvullende opdracht 5 en oefening 11 en 12
  • Quizvragen over de rekendomeinen van jonge kinderen. 
  • Rekenkist en Logboek bijwerken-proces


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Het land van oct
In het land van oct hebben de inwoners 4 vingers aan iedere hand.

Daarom tellen hebben ze daar geen 10- maar een 8-tallig stelsel.

Slide 4 - Diapositive

Hoe werkt het in octtaal?
1
2
3
4
5
6
 7 
10 (spreek uit "oct" )
(onze 8,9 en 10 kennen ze niet)
1oct1= 11            2oct1=21
1oct2=12           2oct2 = 22
1oct3=13           2oct3=23
1oct 4 =14         2oct4=24                
1oct5 = 15                   
1oct6= 16                    
1oct 7 = 17              
2oct =20        
 (Onze 18,19 en 20 kennen ze niet)

Slide 5 - Diapositive

het verschil:
Wij gebruiken:
eenheden, 10-tallen en 100-tallen.

Land van Oct:
eenheden, octen en           borden van 8 x 8.

Slide 6 - Diapositive

Wij:  Uitspraak
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
land van oct: Uitspraak
1
2
3
4
5
6
7
oct (10)
--
--
1oct1

Slide 7 - Diapositive

Teken op je papier een getallenlijn uit het land van oct



Slide 8 - Diapositive

Teken een getallenlijn uit het land van oct


1-2-3-4-5-6-7-10-11-12-13-14-15-16-17-20-21-22-23-24

Slide 9 - Diapositive

7 + 5 =

15 + 3 =

Als octsom berekenen

Slide 10 - Diapositive

7 + 5 = 14
15 + 3 = 20

7 (oct, eenocteen, eenoctwee, eenoctdrie, eenoctvier)
15 (16,17,20)
een oct vijf, een oct zes, een oct zeven, twee oct)

Slide 11 - Diapositive

zelf oktsommen met opdracht 9
14 + 2
20 + 3
22 - 5
10 - 1
2 x 4
3 x 5

Slide 12 - Diapositive

opdracht 10
Hier mag je je eigen creativiteit helemaal los laten gaan!

Maak allerlei eenvoudige tekens voor de cijfers 1 t/m 5.
Doe je werkblad in je map en maak er een foto van voor dropbox
.

Slide 13 - Diapositive

Allemaal kijken!

Filmpje over het leren van lastige tafelsommen.


Let op: Na afloop krijg je twee vragen en twee aanvullende opdrachten.


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Allemaal gekeken?

Filmpje over het leren van lastige tafelsommen.

-Welke spelmanieren kwam je tegen in deze film?

-Bespreek eerst in je groepje: Ken je nog andere spelmanieren om het leren van tafels te automatiseren?

-Welke fout zat er in de uitleg van de leerkracht aan ons?


Slide 16 - Diapositive

Extra opdracht 5
Werk per groepje twee spelmanieren uit om tafels te automatiseren.
Maak zonodig gebruik van papier of ander materiaal. Doe het spel in je werkmap en maak een foto voor in je dropboxmap.

Slide 17 - Diapositive

opdracht 11
Tafels zijn voor jonge kinderen ingewikkeld.

Concreet uitleggen is noodzakelijk dus. Denk aan het handelingsmodel rekenen.
En aan: structurerend tellen.

Slide 18 - Diapositive

opdracht 12
mens erger je niet of een ander spel met getallenlijn
We gaan niet zómaar het spel spelen.
Noteer per worp alle sommen die aan bod komen. 
Doel (o.a.): verplaats je in het kind.

Slide 19 - Diapositive

Welke rekendozen zijn al in de klas?

Neem van thuis spullen mee die je helpen bij het geven van rekeninstructie aan kleuters.

Maak je eigen rekenkist met je groep (zie "Miertje maniertje -rekendoos). Wat komt daarin?

Slide 20 - Diapositive

Rekeninhouden voor het jonge kind.

Welke drie domeinen?

Slide 21 - Diapositive

De dag van de week kennen hoort bij het domein
A
Getalbegrip
B
Meten
C
Meetkunde

Slide 22 - Quiz

Bij meetkunde hoort
A
Maken van een eenvoudige plattegrond
B
Inhoud kunnen vergelijken
C
Begrijpen wat geld is en wat kopen is

Slide 23 - Quiz

Tellen met sprongen hoort bij
A
Meetkunde
B
Getalbegrip
C
Meten

Slide 24 - Quiz

Wat hoort bij Meten?
A
Kort, langer, langst
B
Evenveel,
C
Meer, minder, meest
D
Licht, lichter, lichtst

Slide 25 - Quiz

Hoe vond je het rekenen in het land van Oct?

Slide 26 - Carte mentale

Logboek-procesbeschrijving ivm Eindstarr


Werk in de laatste minuten van de les je logboek bij: gebruik het werkmodel.

Datum/Activiteit/Betrokken personen/Toelichting

Slide 27 - Diapositive