2 herh zn en lw. Nieuw bn en vz

Grammatica taalkundig 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica taalkundig 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?



  • Wat is een zelfst.nw en wat is een lidwoord?
  • Hoe vind je een bijv. nw. en een voorzetsel in de zin?
  • Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Schrijf alle
zelfstandig
naamwoorden
op die je in deze slide ziet

Slide 3 - Diapositive

  • zelfstandig naamwoord
  • concreet/abstract
  • bijvoeglijk naamwoord
  • gewoon /stoffelijk
  • lidwoord
  • bepaald/onbepaald
  • voorzetsels
  • werkwoord


Wat weet je straks?
Hoe vind je een zelfstandig naamwoord in een zin?
Wat is de taak van een bijv nw.?
Wat doen lidwoorden?
Wat zijn voorzetsels?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Zelfstandig naamwoord. Weet je het nog?
WAT?
Een woord voor een mens, plant, dier, ding, natuurverschijnsel. Eigen namen. 
HOE 
herken je het in de
zin?
  1.  Je kunt een lidwoord voor een zelfst. nw. zetten.
  2.  Je kunt er een bijv. nw. voor zetten.
  3.  Je kunt er enkelvoud of meervoud van maken.
  4.  Je kunt er een verkleinwoord van maken.

Slide 6 - Diapositive

Bepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
  • Er zijn twee bepaalde   lidwoorden. DE, HET
  • Ze geven iets aan wat   voor jou duidelijk is.
  • Er is één onbepaald   lidwoord.
  • Het geeft iets algemeens   aan.
  • Onbepaald lidwoord: EEN.

Slide 7 - Diapositive

Concreet zelfstandig nw.
-kun je zien of aanraken.
Abstract zelfstandig nw.
-kun je niet echt zien of aanraken.
-je hebt er alleen een beeld bij.
-vaak een gevoel (bijv. verdriet).

 


Slide 8 - Diapositive

Gewone bijvoeglijke nw.

  • Staan voor of achter zelfst. nw.
  • Geven een eigenschap of kenmerk van zelfst. nw.
  • Eindigen op een E.
Gewone bijv. nw.
  • Geven aan van welk materiaal iets gemaakt is.
  • Kunnen voor of achter zelfst. nw. staan.
  • Eindigen op EN.
  • Niet als ze uit andere taal komen.
Stoffelijke bijv. nw.

Slide 9 - Diapositive

Voorzetsels
  • Voorzetsels zijn losse woordjes.
  • Ze staan meestal vóór een   lidwoord en een zelfst. nw.
  • Ze geven een tijd, plaats of reden   aan.
  • Je kunt ze combineren met DE   KOOI of DE VAKANTIE.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

In de oertijd was je nog niet jarig, want jij was er nog niet, en er waren nog geen kalenders. Als de Romeinen die uitgevonden hebben, vieren ze eerst maar ‘s de verjaardagen van hun vele goden en andere vips. In Nederland wordt de verjaardag pas populair vanaf de 18de eeuw, eerst en vooral in de betere kringen. Omdat een verjaardag maar eens per jaar voorkomt is het een mooie gelegenheid om uit te pakken met cadeautjes en extra lekker gebak. Mmmmm! Alweer een jaar erbij. 
  • Zoek alle zelfstandig naamwoorden


Slide 12 - Diapositive

In de oertijd was je nog niet jarig, want jij was er nog niet, en er waren nog geen kalenders. Als de Romeinen die uitgevonden hebben, vieren ze eerst maar eens de verjaardagen van hun vele goden en andere vips. In Nederland wordt de verjaardag pas populair vanaf de 18de eeuw, eerst en vooral in de betere kringen. Omdat een verjaardag maar eens per jaar voorkomt is het een mooie gelegenheid om uit te pakken met cadeautjes en extra lekker gebak. Mmmmm! Alweer een jaar erbij. 
  •  16 zelfstandig naamwoorden


Slide 13 - Diapositive

In de oertijd was je nog niet jarig, want jij was er nog niet, en er waren nog geen kalenders. Als de Romeinen die uitgevonden hebben, vieren ze eerst maar ‘s de verjaardagen van hun vele goden en andere vips. In Nederland wordt de verjaardag pas populair vanaf de 18de eeuw, eerst en vooral in de betere kringen. Omdat een verjaardag maar eens per jaar voorkomt is het een mooie gelegenheid om uit te pakken met cadeautjes en extra lekker gebak. Mmmmm! Alweer een jaar erbij. 
  • Zoek alle zelfstandig naamwoorden


Slide 14 - Diapositive

Zoek zelfstandig naamwoorden in dit lokaal.
Benoem zoveel mogelijk zelfstandig naamwoorden op, die je in dit lokaal ziet.
timer
2:00

Slide 15 - Diapositive

Bepaald=
de / het

Onbepaald=
een

Slide 16 - Diapositive



Klaar? Ga naar Google Classroom. Lesgroep Nederlands-Schoolwerk-vandaag. Maak schuifoefening.


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Diapositive

Schrijf zelf een zin waarin de volgende woordsoorten staan:



L i d w o o r d en voorzetsel
Z e l f s t a n d i g  n a a m w o o r d
B i j v o e g l i j k  n a a m w o o r d

Slide 20 - Diapositive