Pluriforme samenleving samenvatting

• Maatschappijleer
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerroute VT
• Leerjaar 3

Pluriforme Samenleving

Programma

1. introductie nieuw thema

2. Pluriforme samenleving

3. Uitleg en filmpje paragraaf 1

4. opdracht dominante en subcultuur

5. Huiswerk en thuiswerk

Leerdoel

Je weet wat een dominante cultuur is.

Je weer wat een subcultuur is.

Je kent verschillende soorten subcultuur.

pluriforme samenleving

Pluriforme samenleving

• Pluriforme samenleving: samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.
  
  
• Cultuur: als een groep mensen dezelfde waarden, normen en gewoonten heeft.
  - Bijvoorbeeld:

 Gebruiken van een land
Kleding van een land
Feesten van een land
Eetgewoonten van een land

Dominante cultuur

 Subcultuur

Elk jaar wordt op 4 mei in Amsterdam de dodenherdenking op de Dam gehouden.

John is christelijk en gaat bijna elke week naar de kerk.

Mensen die het niet eens zijn met de regering, demonstreren in Den Haag. 

Eva uit Venlo is extra trots op haar streek tijdens carnaval.

Waarom noemen we Nederland een pluriforme samenleving?

Bij welke subcultuur
hoor jij?

Thuiswerk en huiswerk

Maak opdracht 1, 2 en 9 op blz. 64 en 65

Welke redenen hebben mensen om naar een ander land te verhuizen?

Redenen van migreren

• Veiligheid (asielzoekers, ernstig gevaar)
Syrië, Irak en Eritrea.
• Werk 
jaren 60 Spanje, Italië, Turkije en Marokko.
• De onafhankelijkheid van koloniën
Suriname 1975 en Indonesië 1949
• Gezinsvorming: Je laat je partner uit een ander land komen om hier te
  trouwen.
• Gezinshereniging: Je laat je gezin uit een ander land komen om weer samen te wonen.

Integratie

Segregatie

Assimilatie

Vormen van aanpassen

• Assimilatie: je vervangt heel veel van je eigen cultuur door de dominante cultuur van het land waar je woont (volledige aanpassing).
• Integratie: Wanneer nieuwkomers de Nederlandse dominante cultuur gedeeltelijk overnemen, maar ook veel van hun eigen cultuur behouden (gedeeltelijke aanpassing).
• Segregatie: nieuwkomers passen zich niet aan de Nederlandse dominante cultuur (geen aanpassing).

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Esther kan goed leren, want haar vader is arts.”
2. “Limburgers kun je niet verstaan.”

1. 1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
2. 1 en 2 zijn vooroordelen.
3. 1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
4. 1 en 2 zijn stereotypen.

Vooroordelen/stereotypes

• Vooroordeel: oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten of de persoon kent.
• Stereotype: een vooroordeel dat niet op één persoon slaat, maar op een hele groep.

Vooroordelen zijn gebaseerd op stereotypes

Voorbeelden van discriminatie