JUEVES 11-1-24- ZELFSTANDIG

JUEVES 11-1-24
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

JUEVES 11-1-24

Slide 1 - Diapositive

OBJETIVOS (DOELEN)




Je kunt vertellen wat je gaat doen.














SUCCESCRITERIA
Je kent de vervoeging van het werkwoord 'ir'.

Je snapt welke structuur moet je gebruiken om over de toekomst te kunnen praten in het Spaans

Je hebt een tekst van minimaal 50 woorden geschreven over wat je gaat doen a.s. weekend.

Slide 2 - Diapositive

Verbind de woorden met de betekenissen
A. LLORAR
1. DROMEN
B. REÍR
2. LIJDEN
C. GOZAR
3. LEVEN
D. SUFRIR
4. GENIETEN
E. BAILAR
5. HUILEN
F. SOÑAR
6. LACHEN
G. VIVIR
7. DANSEN

Slide 3 - Diapositive

In de volgende slide krijg je een video te zien.
Kijk de video een paar keer en controleer de eerste opdracht, of de betekenissen van de woorden kloppen. Indien nodig pas je ze aan.

Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Klopt het?
A. LLORAR
1. DROMEN
B. REÍR
2. LIJDEN
C. GOZAR
3. LEVEN
D. SUFRIR
4. GENIETEN
E. BAILAR
5. HUILEN
F. SOÑAR
6. LACHEN
G. VIVIR
7. DANSEN

Slide 6 - Diapositive

Klopt het?
A. LLORAR
1. DROMEN
B. REÍR
2. LIJDEN
C. GOZAR
3. LEVEN
D. SUFRIR
4. GENIETEN
E. BAILAR
5. HUILEN
F. SOÑAR
6. LACHEN
G. VIVIR
7. DANSEN

Slide 7 - Diapositive

Kijk naar de volgende slide en maak een schema op je schrift over de structuur die je nodig  om over de toekomst te kunnen praten in het Spaans.

Indien nodig kijk naar de video uitleg in de volgende slide.

Slide 8 - Diapositive

Futuro Toekomende tijd
Dit heet de Futuro Próximo ofwel Futuro Inmediato
Regel: 
vorm van IR (=GAAN) + A + heel werkwoord

Voorbeeldzin: 

¿Qué vas a hacer el fin de semana?
(Wat ga je dit weekend doen?)


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

TAREA ESCRITA
ESCRIBE UN TEXTO BREVE SOBRE (over)
WAT JE AANSTAANDE WEEKEND GAAT DOEN (minimaal 50 woorden). Je levert je tekst op papier in aan het eind van de les.

GEBRUIK DE VERBINDSWOORDEN:
en, daarna, ook, maar, straks

EL FIN DE SEMANA PRÓXIMO....

Slide 11 - Diapositive