H3 Lezen Via Vooraf + Via Vervolg

H3 Lezen 
Via Vooraf
+
Via Vervolg
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H3 Lezen 
Via Vooraf
+
Via Vervolg

Slide 1 - Diapositive

Doel
Tijdens deze les leer je:
- Welke tekstsoorten er zijn
- Wat het doel van een tekst is
- Voor welke doelgroep de tekst is geschreven

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Tekstsoorten
Zoals je in het filmpje hebt kunnen zien, zijn er verschillende tekstsoorten:
  • Brief
  • Nieuwsartikel
  • Advertentie
  • Intervieuw
  • recept
  • Gebruiksaanwijzing
  • etc.

Slide 4 - Diapositive

De brief

Slide 5 - Diapositive

Het nieuwsartikel
Waar vind je een nieuwsartikel?
  • Dit vind je in een krant of tijdschrift
  • Ook op het internet vind je veel
    nieuwsartikelen

Wat is het doel van nieuwsartikel?
  • Informeren

Slide 6 - Diapositive

Advertentie

Slide 7 - Diapositive

Interview

Slide 8 - Diapositive

Tekstdoelen en tekstsoorten
Welke tekstsoorten ken je nog?
Wat is het doel van de schrijver bij deze teksten?

Tekstsoort                    Tekstdoel                            Voorbeeld van teksten
Informatieve tekst         informeren                          gebruiksaanwijzing, recept,                                                                                                         nieuwsbericht, studieboek,                                                                                                         geboortekaartje, brief

Amuserende tekst         vermaken / amuseren      roman, strip, mop, kort                                                                                                                  verhaal, column

Activerende tekst           overhalen / activeren        reclamefolder, advertentie,                                                                                                          uitnodiging, affiche

Slide 9 - Diapositive

De doelgroep
Een schrijver schrijft een tekst altijd voor een bepaalde doelgroep. De doelgroep is de groep mensen voor wie de tekst is geschreven.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld 1
Tekstsoort: Folder over horeca-opleidingen in het MBO niveau 1.

Tekstdoel: Informeren

Doelgroep: Leerlingen uit het Praktijkonderwijs die willen doorstromen naar het MBO

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld 2
Tekstsoort: gebruiksaanwijzing bij babyvoeding

Tekstdoel: instrueren

Doelgroep: ouders/verzorgers van baby's

Slide 12 - Diapositive

Tekstsoort
Welke tekstsoorten zie je in de volgende afbeeldingen?
Kies uit:
- Nieuwsartikel
- Brief
- Interview
- Advertentie
- Recept

Slide 13 - Diapositive

Welke tekstsoort is dit?

Slide 14 - Question ouverte

Welke tekstsoort is dit?

Slide 15 - Question ouverte

Welke tekstsoort is dit?

Slide 16 - Question ouverte

Welke tekstsoort is dit?

Slide 17 - Question ouverte

Tekstdoel
Welke tekstdoelen hebben de volgende afbeeldingen?
Kies uit:
- Informeren
- Instrueren
-Overtuigen

Slide 18 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 23 - Question ouverte

Doelgroep
Voor welke doelgroep is de tekst geschreven in de volgende afbeeldingen?


Slide 24 - Diapositive

Voor welke doelgroep is de tekst geschreven?
A
Mensen die van witbrood en kaas houden
B
Mensen die willen weten hoe je een tosti maakt
C
Mensen die geen vlees eten.

Slide 25 - Quiz

Voor welke doelgroep is de tekst geschreven?
A
Mensen die nooit koken
B
Koks die in een duur restaurant werken
C
Iedereen die wel eens kookt

Slide 26 - Quiz

Voor welke doelgroep is de tekst geschreven?
A
Mensen die in de horeca werken
B
Mensen die vaak drinken
C
Mensen die vieze kopjes hebben

Slide 27 - Quiz

Studiemeter
Klaar?
Ga verder op studiemeter met je eigen thema. Maak de volgende onderdelen (af):
  • Lezen
  • Moeilijke woorden
  • Spelling en grammatica

Slide 28 - Diapositive