Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Overhoorvragen tijdvak 5-10
Slide 1 - Diapositive
Tijdvak 5 1. Leg uit wat het veranderde mens- en wereldbeeld van de Renaissance inhoudt.
Slide 2 - Question ouverte
2. Wat is humanisme?
Slide 3 - Question ouverte
3. Leg uit wat het verband is tussen de nieuwe wetenschappelijke belangstelling en de Europese overzeese expansie. Doe het zo: geef zowel aan waardoor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling de Europese overzeese expansie bevorderde en waardoor de Europese expansie de wetenschappelijke belangstelling bevorderde.
Slide 4 - Question ouverte
4. Noem drie gevolgen van de ontdekkingsreizen (denk aan welke gevolgen dit had voor de wereld in zijn geheel als voor de inheemse bevolking van Amerika).
Slide 5 - Question ouverte
5. Geef aan wie in de middeleeuwen en wie in de renaissance de belangrijkste opdrachtgever was van kunstenaars en geef aan over welk onderwerp middeleeuwse schilderijen vaak gingen en over welke onderwerpen renaissance schilderijen.
Slide 6 - Question ouverte
6. Wat is hervorming en noem de twee belangrijkste hervormers.
Slide 7 - Question ouverte
7. Noem de drie oorzaken (een politieke, economische en religieuze) die leidden tot het ontstaan van de Nederlandse Opstand.
Slide 8 - Question ouverte
Tijdvak 6 8. Leg uit wat de moedernegotie inhoudt en wat het verband is tussen de moedernegotie en het ontstaan van commerciële landbouw in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Slide 9 - Question ouverte
9. Wereldwijde handelscontacten zijn terug te zien in de VOC en de WIC. Leg voor beide compagnieën uit hoe hun wereldhandel eruit zag.
Slide 10 - Question ouverte
10. Amsterdam functioneerde als stapelmarkt. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.
Slide 11 - Question ouverte
11. Wat is absolutisme en aan wie ontleent een absoluut vorst zijn macht?
Slide 12 - Question ouverte
12. Wat houdt de wetenschappelijke revolutie in?
Slide 13 - Question ouverte
Tijdvak 7 13. Leg uit wat het verband is tussen de wetenschappelijke revolutie en het ontstaan van de Verlichting.
Slide 14 - Question ouverte
14. Noem minimaal drie voorbeelden van verlicht denken.
Slide 15 - Question ouverte
15. Leg uit wat verlicht absolutisme inhoudt.
Slide 16 - Question ouverte
16. Leg uit wat het verband is tussen de verlichting en het ontstaan van de democratische revoluties.
Slide 17 - Question ouverte
17. Leg uit wat abolitionisme is en wat het verband is tussen de verlichting en het ontstaan van het abolitionisme.
Slide 18 - Question ouverte
Tijdvak 8 18. Leg uit wat het verband is tussen de landbouwrevolutie en het ontstaan van de Industriële Revolutie.
Slide 19 - Question ouverte
19. Noem een economische en een sociale verandering die ontstond door de Industriële Revolutie.
Slide 20 - Question ouverte
20. Leg uit wat het verband is tussen de Industriële revolutie en het modern imperialisme.
Slide 21 - Question ouverte
21. Wat houdt de sociale kwestie in?
Slide 22 - Question ouverte
22. Leg uit wat het verband is tussen de sociale kwestie en de opkomst van politiek maatschappelijke stromingen als het socialisme, confessionalisme en feminisme.
Slide 23 - Question ouverte
Tijdvak 9 23. De Eerste en de Tweede Wereldoorlog vormden de eerste totale oorlogen. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.
Slide 24 - Question ouverte
24. Geef een definitie van een totalitair systeem en noem minimaal vijf kenmerken van een totalitair systeem.
Slide 25 - Question ouverte
25. Leg uit waarom de liberalen vonden dat er niet moest worden ingegrepen in de economie na het ontstaan van de economische wereldcrisis.
Slide 26 - Question ouverte
26. Tijdens de bezetting van Nederland hadden de Nederlanders drie keuzes; 1 collaboreren, 2 accommoderen, 3 verzetten. Geef van elk keuze aan wat hier mee wordt bedoeld en geef een concreet voorbeeld.
Slide 27 - Question ouverte
27. Leg uit wat het verband is tussen het opkomend nationalisme en vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
Slide 28 - Question ouverte
Tijdvak 10 28. Wat is dekolonisatie?
Slide 29 - Question ouverte
29. Wat is het verband tussen dekolonisatie en de Koude Oorlog?
Slide 30 - Question ouverte
30. Wat is het verband tussen dekolonisatie en het ontstaan van een pluriforme en multiculturele samenleving?
Slide 31 - Question ouverte
31. Leg uit wat het verband is tussen de Tweede Wereldoorlog en de eenwording van Europa en leg het verband uit tussen de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog.