't x-kofschip

't x-kofschip

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je het 't x-kofschip gebruiken om de juiste vervoeging van zwakke werkwoorden in de verleden tijd te bepalen.
• Aan het einde van de les kun je de stam van een werkwoord vinden door '-en' van het hele werkwoord af te halen.
• Aan het einde van de les kun je bepalen of je 't' of 'd' moet toevoegen aan de stam van een werkwoord om de verleden tijd te vormen.

Wat weet je al over 't x-kofschip?

De regel van 't x-kofschip en de toepassing ervan op zwakke werkwoorden

Ezelsbruggetje om verleden tijd van zwakke werkwoorden te bepalen
Toepassen van 't x-kofschip op werkwoorden

Het bepalen van de stam van werkwoorden

Stam vinden door '-en' van het hele werkwoord af te halen

De vervoeging van zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Gebruik van 't x-kofschip om te bepalen of het werkwoord eindigt op 't' of 'd' in de verleden tijd

't x-kofschip

't x-kofschip is een ezelsbruggetje om te bepalen of de verleden tijd van zwakke werkwoorden op een 't' of 'd' eindigt. Haal '-en' van het hele werkwoord af om de stam te vinden. Als de laatste letter van de stam in 't x-kofschip staat, dan eindigt het werkwoord in de verleden tijd op een 't'. Zo niet, dan eindigt het werkwoord op een 'd'.

Definitielijst

Zwakke werkwoorden: werkwoorden die in de verleden tijd vervoegd worden met een 'd' of 't' toegevoegd aan de stam.
't x-kofschip: een ezelsbruggetje om te bepalen of de verleden tijd van een zwak werkwoord op een 't' of 'd' eindigt, gebaseerd op de laatste letter van de stam van het werkwoord.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.