Rekenen <1F
1 / 19
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel meter is 170cm?
A
1,7 m
B
17 m
C
0,17 m
D
170 m
Slide 2 - Quiz
50% van 150 =
A
65
B
80
C
60
D
75
Slide 3 - Quiz
25% van 12 =
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 4 - Quiz
In een klas van 35 kinderen is 1/5 deel ziek. Hoeveel leerlingen zijn er ziek?
A
6
B
7
C
10
D
5
Slide 5 - Quiz
2/5 is groter dan 3/6
A
JA
B
NEE
Slide 6 - Quiz
0,4 + 0,16 =
A
0,416
B
0,20
C
0,56
D
0,62
Slide 7 - Quiz
12 x 6 =
Slide 8 - Question ouverte
100cl is groter dan 100ml
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Pietje heeft 351 knikkers. Hij verliest er 9. Hoeveel heeft hij er nog?
Slide 10 - Question ouverte
1/3 + 1/3 =
A
2/6
B
2/3
C
1/3
D
4/9
Slide 11 - Quiz
50 dm = ..... cm
Slide 12 - Question ouverte
Wat is in dit getal het tiental? 876456
Slide 13 - Question ouverte
Hoe schrijf je vier miljoen achthonderdvijftig duizend in cijfers?
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het grootst mogelijke getal met deze cijfers? 5 6 8 9
Slide 15 - Question ouverte
In een bus zitten 13 mensen. Er stappen nog 8 mensen in. In de bus zitten nu
Slide 16 - Question ouverte
In de wachtkamer zitten 3 patiënten. 3 patiënten komen er bij. Daarna nog 7 patiënten. Hoeveel patiënten zitten nu in de wachtkamer?
Slide 17 - Question ouverte
Een boom heeft 25 appels. Er vallen 6 appels af. 15 appels worden geplukt. Hoeveel appels hangen nog aan de boom?
Slide 18 - Question ouverte
Hoeveel gram is 3 kilogram?
A
30 gram
B
300 gram
C
3.000 gram
D
30.000 gram
