Paragraaf 8.4 - Afvalstoffen [3]

Startopdracht
  • Vaste plekken
  • Mobiel in je kluis
  • oortjes uit
  • jas uit
  • Boek+ pen op tafel
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht
  • Vaste plekken
  • Mobiel in je kluis
  • oortjes uit
  • jas uit
  • Boek+ pen op tafel

Slide 1 - Diapositive

Planning
Uitleg (15min)
Aan het slag (20min)
Afsluiten (5min)

Slide 2 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen en uitleggen waarvoor dat is
  • Je kunt de functies van de lever beschrijven

Slide 3 - Diapositive

Welke organen halen afvalstoffen uit je bloed?
  • De uitscheidingsorganen verwijderen afvalstoffen uit je bloed en brengen het buiten je lichaam.

  • Dit proces noemen we ook wel uitscheiding.

Slide 4 - Diapositive

Wat doet de lever?
De lever haalt stoffen uit je bloed en geeft weer andere stoffen af.

De lever krijgt bloed uit 2 bloedvaten:
1. De leverslagader voert bloed met zuurstof aan.
2. De poortader voert bloed met voedingsstoffen aan vanaf de dunne darm.

Slide 5 - Diapositive

Wat doet de lever?
De lever doet het volgende:

1. Afbreken en omzetten van stoffen.
2. Stoffen maken.
3. Stoffen opslaan.

Slide 6 - Diapositive

Afbreken en omzetten van stoffen.
  • Giftige stoffen
Giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen worden afgebroken en onschadelijk gemaakt.
  • Eiwitten
Overtollige eiwitten worden afgebroken. De afvalstof die ontstaat heet Ureum.
  • Rode bloedcellen
'Versleten' rode bloedcellen worden afgebroken. Het ijzer uit de hemoglobine wordt opgeslagen.


Slide 7 - Diapositive

Stoffen maken
  • Gal
De lever kan gal maken. Dit is een stof die helpt bij de vertering. Gal kan worden opgeslagen in de galblaas.

Slide 8 - Diapositive

Stoffen opslaan
  • Glucose
Je lever slaat glucose op. Na het eten zit er veel glucose in je bloed. Het teveel aan glucose slaat de lever op in de vorm van glycogeen.

  • Vitaminen
Je lever slaat ook vitaminen op. Zoals vitamine A en D.

Slide 9 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
Welke organen halen afvalstoffen uit je bloed?


  • Verbranding > afvalstoffen komen in het bloed,
    hierdoor verandert de samenstelling van het bloed steeds
  • Uitscheidingsorganen > helpen de samenstelling van het bloed
    constant te houden (koolstofdioxide en andere afvalstoffen eruit halen > uitscheiding)
    - Longen > koolstofdioxide en water uit het bloed (uitademen)
    - Lever > kleurstoffen en gifstoffen (alcohol en medicijnen) uit het bloed
    - Nieren > zouten, water en kleurstoffen uit het bloed (urine, plassen)
    - Huid > zouten en water uit het bloed (zweten)


Slide 10 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
  • Wat? Maken 8.4 – Opdracht 1 t/m 7
  • Hoe? Blz. 118 t/m 120
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 7 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de functies van de lever beschrijven

Slide 12 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
Wat doet de lever?

  1. Afbreken en omzetten van stoffen
    - giftige stoffen (medicijnen en alcohol) afbreken tot onschadelijke stoffen, deze onschadelijke stoffen gaan via de nieren uit je bloed
    - overtollige eiwitten afbreken. Hierdoor ontstaat ureum, dit gaat via het bloed naar de nieren
    - versleten rode bloedcellen worden afgebroken. De lever slaat het ijzer uit
    de hemoglobine op en de rest wordt uit je lichaam verwijdert.
  2. Stoffen maken
    - de lever maakt gal, dit is een hulpstof bij de vertering van vetten
    - gal wordt opgeslagen in de galblaas
  3. Stoffen opslaan
    - te veel aan glucose wordt opgeslagen in de vorm van glycogeen
    - vitaminen worden ook opgeslagen in de lever

Slide 13 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
  • Wat? Maken 8.4 – Opdracht 1 t/m 13
  • Hoe? Blz. 121 t/m 123
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 13 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven

Slide 15 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
Hoe werken de nieren?


Twee nieren liggen aan de achterzijde in de buikholte
Twee urineleiders verbinden de nieren met de urineblaas

Nieren filteren afvalstoffen uit het bloed
  1. Afbraakproducten uit de lever: ureum of afbraakproducten van alcohol en medicijnen
  2. Overtollige stoffen: stoffen waar er te veel van in het lichaam zijn, zoals water en zouten en soms vitaminen
  3. Overbodige stoffen: stoffen die het lichaam niet nodig heeft, zoals kleurstoffen


Slide 16 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
Bouw van de  nieren


  • Nierschors, buitenste laag
  • Niermerg, middelste laag
  • Nierbekken, binnenste laag

Slide 17 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
Nieren zuiveren


  1. Via de nierslagader komt bloed met afvalstoffen de nier binnen.
    Dit ‘vieze’ bloed verspreidt zich via steeds fijnere bloedvaten door de nier;

  2. In de nierschors zitten miljoenen kleine filtertjes. Deze filtertjes halen de afvalstoffen uit het bloed;

  3. In het niermerg zitten buisjes die de afvalstoffen samen met overtollig water opvangen.
    De vloeistof in deze verzamelbuisjes heet urine. De verzamelbuisjes komen uit in het nierbekken;

  4. De urine gaat via het nierbekken en de urineleiders naar de urineblaas en verlaat via de urinebuis je lichaam;

  5. Het gezuiverde bloed stroomt via de nieraders naar de onderste holle ader.

Slide 18 - Diapositive

8.4 Afvalstoffen
  • Wat? Maken 8.4 – Opdracht 14 t/m 19
  • Hoe? Blz. 124 t/m 126
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 14 t/m 19 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive