Bk1 shit-rule Recap / X-mas

WELCOME CLASS
It's Thursday!
Goodmorning bk1b.. get ready..
Get your book p. 114!
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELCOME CLASS
It's Thursday!
Goodmorning bk1b.. get ready..
Get your book p. 114!

Slide 1 - Diapositive

Goodmorning bk1b.. get ready.. for Christmas !

Slide 2 - Diapositive

Zet klaar: een kaarsje of waxinelichtje en lucifers..

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Lien

Voor bk1b..
Fijne kerstdagen en een heel goed 2021, van jullie juf English, mevr van Hunenstijn:)

Slide 6 - Diapositive

Het werkwoord 'to have got' betekent hebben in het Nederlands. 

Dit werkwoord heeft twee vormen die je kunt gebruiken: 

Have got of Has got

Het werkwoord 'to have (got)'
Wanneer gebruiken we ze?
I have (got) - Ik heb
You have (got) - Jij hebt / U heeft
He has (got) - Hij heeft
She has (got) - Zij heeft
It has (got) - Het heeft
We have (got) - Wij hebben
You have (got) - Jullie hebben
They have (got) - Zij hebben (meervoud)

SHIT - RULE !
She - he - it = Has got

Slide 7 - Diapositive

Vul de in met de juiste vorm van have got/has got.

I _______________ a new camera.

Slide 8 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van have got/has got.

She _______________ 4 cute dogs.

Slide 9 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van have got/has got.

He _______________ a beautiful girlfriend.

Slide 10 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van have got/has got.

That elephant _______________ very big ears.

Slide 11 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van have got/has got.

We _______________ an old house.

Slide 12 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van have got/has got.

They _______________a very good teacher.

Slide 13 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van have got/has got.

She _______________ a very intelligent brother.

Slide 14 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van haven't got/hasn't got.

Tim and Ann________________a lot of money.

Slide 15 - Question ouverte

Als je een zin met have got / has got ontkennend maakt, 
dan gebruik je haven't got / hasn't got:

We have got twenty bottles of water with us.
We haven't got twenty bottles of water with us.
 
He has got a painful headache.
He hasn't got a painful headache.

je kan have not got and has not got ook zo schrijven:

Have not got = haven't got
Has not got= hasn't got

Een zin ontkennend maken 
Wanneer gebruiken we ze?
I have not got - Ik heb niet
You have not got - Jij hebt / U heeft niet
He has not got - Hij heeft niet
She has not got - Zij heeft niet
It has not got - Het heeft niet
We have not got - Wij hebben niet
You have not got - Jullie hebben niet
They have not got - Zij hebben niet

SHIT - RULE !
She - he - it = Has got

Slide 16 - Diapositive

Vul de in met de juiste vorm van haven't got/hasn't got.

We__________________2 brothers.

Slide 17 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van haven't got/hasn't got.

She____________the largest room of the hotel.

Slide 18 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van haven't got/hasn't got.

My brother________________a laptop in his room.

Slide 19 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van haven't got/hasn't got.

It____________________an electric motor.

Slide 20 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van haven't got/hasn't got.

They_______________a Aston Martin.

Slide 21 - Question ouverte

Vul de in met de juiste vorm van haven't got/hasn't got.

This car________________two doors.

Slide 22 - Question ouverte

VERTAAL VOLGENDE WOORDJES .. p. 114,115,116 ( je mag in je boek checken)

Slide 23 - Diapositive

Vertaal naar Engels:

Trein
timer
1:00

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Fiets
timer
1:00

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Veerboot
timer
1:00

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Veilig
timer
1:00

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Bestemming
timer
1:00

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Perron
timer
1:00

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Wachten
timer
1:00

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Bril
timer
1:00

Slide 31 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Trots
timer
1:00

Slide 32 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Verlegen
timer
1:00

Slide 33 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Jaloers
timer
1:00

Slide 34 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Boos
timer
1:00

Slide 35 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Lang
timer
1:00

Slide 36 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:

Konijn
timer
1:00

Slide 37 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin in het Engels.

Ik lach erg veel

Slide 38 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin in het Engels.

Mijn leraar is erg humeurig

Slide 39 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin in het Engels.

Ik ben zo verdrietig

Slide 40 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin in het Engels.

Hoe voel je je?

Slide 41 - Question ouverte

Je gaat zo een filmpje kijken over Tony. Luister goed naar het gesprek en geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Is Tony getrouwd?

Slide 44 - Question ouverte

Hoeveel kinderen heeft Tony?

Slide 45 - Question ouverte

Hoe oud is zijn jongste zoon?

Slide 46 - Question ouverte

Hoe oud is zijn oudste zoon?

Slide 47 - Question ouverte

Waar woont Tony?

Slide 48 - Question ouverte

YOU FINISHED YOUR TASK
See you tomorrow, bye!

Slide 49 - Diapositive