Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
All Right! - Unit 1
Deze les:
Nieuwe boek leren kennen.
(Proberen online in te loggen)
Start Lesson 1.
1 / 45
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
45 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Deze les:
Nieuwe boek leren kennen.
(Proberen online in te loggen)
Start Lesson 1.
Slide 1 - Diapositive
Nieuw boek!
Textbook + Workbook in 1.
Een hoofdstuk heet nu "Unit".
Een "Unit" bestaat uit "Lessons".
Engelse taal leren door te leren over de landen
waar Engels gesproken wordt.
Online werken.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Start Unit 1 - Crossing borders
Slide 4 - Diapositive
Lesson 1.1 CROSSING BORDERS
Intro!
Do exercise 1 + 2 with
your classmate
Check exercise 1 + 2
Do exercise 3 + 4
Slide 5 - Diapositive
Lesson 1.4 READING
Bestudeer WORDS in de Studybox van Lesson 1.4.
Maak
Opdracht 1 t/m 5
.
Words
Slide 6 - Diapositive
Nakijken/bespreken
Kijk
Opdracht 1 t/m 5
na in je boek (p. ../..)
Slide 7 - Diapositive
1.4 Grammar
Grammar doornemen:
"wederkerende voornaamwoorden"
Maak
Opdracht 6 t/m 8
.
Slide 8 - Diapositive
Waar gaat deze Unit ook alweer over?
Slide 9 - Diapositive
1.4 Writing
Bestudeer WORDS in de Studybox van Lesson 1.4 (p. 42).
Maak
Opdracht 9 t/m 11
in je boek (p. 27/28).
Ben je klaar? Maak Opdracht 12 + 13 in je boek (p.28/29).
Slide 10 - Diapositive
Nakijken/bespreken
Kijk
Opdracht 9 t/m 11
na in je boek (p. 27/28)
Slide 11 - Diapositive
1.4 Herhaling
5 minuten woordjes oefenen met
de online Woordtrainer van Lesson 1.4.
Maak daarna de Test Yourself van Lesson 1.4 online.
Zorg dat je op de Test
Yourself voldoende scoort.
timer
5:00
Lukt het niet?
Vraag je klasgenoot of je docent om hulp!
Slide 12 - Diapositive
Lesson 1.5 WRITING
Bestudeer de Words in de Studybox van Lesson 1.5 (p. 43)
Maak
Opdracht 1 + 2
(p. 30)
Words
Slide 13 - Diapositive
Nakijken/bespreken
Kijk
Opdracht 1 + 2
na in je boek (p. 30)
Slide 14 - Diapositive
1.5 Expressions
Bestudeer de Expressions in de Studybox van Lesson 1.5 (p. 43)
Maak daarna
Opdracht 3 + 4
(p. 31)
Slide 15 - Diapositive
Nakijken/bespreken
Kijk
Opdracht 3 + 4
na in je boek (p. 31)
Slide 16 - Diapositive
1.5 Grammar - Present Simple
Present Simple
Bestudeer de Grammar in de Studybox van Lesson 1.5 (p. 44)
Maak daarna
Opdracht 5 t/m 8
(p. 32/33)
Slide 17 - Diapositive
Nakijken/bespreken
Kijk
Opdracht 5 t/m 8
na in je boek (p. 32/33)
Slide 18 - Diapositive
1.5 Grammar - voegwoorden
and = en
but = maar
or = of
Maak
Opdracht 8 t/m 11
p. 33/34)
Voegwoorden:
verbinden zinnen of delen van zinnen met elkaar.
Slide 19 - Diapositive
Nakijken/bespreken
Kijk
Opdracht 8 t/m 11
na in je boek (p. 33/34)
Slide 20 - Diapositive
Herhaling Grammar Present Simple
Wat moet je kunnen?
+
positieve zinnen maken...
-
negatieve zinnen maken...
('not'-zinnen)
? vraag zinnen...
met gewone ww, 'to be' en 'have got'.
Slide 21 - Diapositive
Vul de zin aan met het juiste ww:
"She never ... football."
(to play)
A
play
B
plays
Slide 22 - Quiz
Vul de zin aan met het juiste ww:
"We always ... on holiday in Summer."
(to go)
A
go
B
goes
Slide 23 - Quiz
Vul de zin aan met het juiste ww:
"He ... his girlfriend."
(to love)
A
love
B
loves
Slide 24 - Quiz
Wat is de juiste negatieve zin?
A
She don't think about him.
B
She not think about him.
C
She think not about him.
D
She doesn't think about him.
Slide 25 - Quiz
Wat is de juiste negatieve zin?
A
I don't like shrimps.
B
I not like shrimps
C
I like shrimps not.
D
I doesn't like shrimps.
Slide 26 - Quiz
Wat is de juiste vraagzin?
A
Do you prefer soup or bread?
B
You prefer soup or bread?
C
Prefer you soup or bread?
D
Does you prefer soup or bread?
Slide 27 - Quiz
Wat is de juiste vraagzin?
A
Feels it funny?
B
Does it feel funny?
C
Do it feel funny?
D
Feel it funny?
Slide 28 - Quiz
Vertaal de zin naar het Engels. Denk om het werkwoord in de juiste vorm!
"Hij vindt knoflook lekker."
Slide 29 - Question ouverte
Vertaal de zin naar het Engels. Denk om het werkwoord in de juiste vorm!
"Wij lopen naar school."
Slide 30 - Question ouverte
Vertaal de zin naar het Engels. Denk om het werkwoord in de juiste vorm!
"Ik eet niet Italiaans eten."
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal de zin naar het Engels. Denk om het werkwoord in de juiste vorm!
"Neem jij een risico?"
Slide 32 - Question ouverte
zijn = to be
(+)
ik ben I am
jij bent you are
hij is he
is
zij is she
is
het is it
is
wij zijn we are
zij zijn they are
jullie zijn you are
(-)
I'm not
you're not
he's not
she's not
it's not
we're not
they're not
you're not
(?)
am I..?
are you..?
is he...?
is she..?
is it...?
are we..?
are they..?
are you..?
Slide 33 - Diapositive
Vul de (+) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"You ... so funny!"
(to be)
Slide 34 - Question ouverte
Vul de (-) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"He ... a good player."
(not / to be)
Slide 35 - Question ouverte
Vul de (-) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"They ... at school."
(not / to be)
Slide 36 - Question ouverte
Vul de (?) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"... she a kind person?"
(to be)
Slide 37 - Question ouverte
Vul de (?) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"... we a fun class?"
(to be)
Slide 38 - Question ouverte
hebben = to have got
ik heb I have got
jij hebt you have got
hij heeft he has got
zij heeft she has got
het heeft it has got
wij hebben we have got
zij hebben they have got
jullie hebben you have got
(-)
I haven't got
you haven't got
he hasn't got
she hasn't got
it hasn't got
we haven't got
they haven't got
you haven't got
(?)
have I got?
have you got?
has he got?
has she got?
has it got?
have we got?
have they got?
have you got?
Slide 39 - Diapositive
Vul de (+) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"I ... a new bike!"
(have got)
Slide 40 - Question ouverte
Vul de (+) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"They ... a reservation tonight."
(have got)
Slide 41 - Question ouverte
Vul de (-) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"She ... her iPad wit her."
(not / have got)
Slide 42 - Question ouverte
Vul de (-) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"We ... a tv at home."
(not / have got)
Slide 43 - Question ouverte
Vul de (?) zin aan met het juiste vorm van het ww:
"... he ... a new phone?"
(have got)
Slide 44 - Question ouverte
Toets Unit 1
Hoe leer en oefen je voor de toets?
Study box (p. 39 t/m 45) bestuderen en overhoren.
Oefen Words met 'Woordtrainer' online bij elke Lesson.
Oefen Grammar met 'Versterk Jezelf' online in het overzicht van Unit 1.
Maak de 'Test Jezelf' en de 'Oefentoets' van elke Lesson.
Check je eigen fouten en leer daar van!
Slide 45 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
2bk - All Right! - Unit 1 - Lesson 5 (3 lesuren)
Novembre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
All Right! - Unit 1 - Present Simple
Novembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Vmbo 1 unit 2.4 To have got/ part 2
Novembre 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Unit 1, week 7 TL
Octobre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
1.5 a/an + have got
Septembre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
S 2.1 & S2.2
Novembre 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
to have got unit 1.5
Septembre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2BL1 Unit 1 - Lesson 5
Octobre 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2