Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Oefenen SE-12 "warmte"
Slide 1 - Diapositive
Waar of niet waar
Als aardgas onvolledig verbrandt, ontstaat onder andere koolstof mono oxide
Als aardgas volledig verbrandt, ontstaat koolstof dioxide en stikstof
Bij het verbranden van brandstof wordt chemische energie omgezet in warmte
Dat aardgas onvolledig verbrandt, kun je zien aan de vlammen; die zijn dan niet geel, maar blauw
Niet waar
Waar
Koolstof mono-oxide is een reukloos, kleurloos en zeer giftig gas
Slide 2 - Question de remorquage
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m3, de verbrandingswarmte van butagas is 110 MJ/m3. Hans zegt: "Met butagas heb je minder warmte nodig om een liter water aan de kook te brengen." Arnold zegt: "Je moet meer butagas verbranden om dezelfde hoeveelheid warmte te krijgen die je met aardgas krijgt."
Wie heeft gelijk?
A
Alleen Arnold
B
Alleen Hans
C
Geen van beiden
D
Zowel Hans als Arnold
Slide 3 - Quiz
Welke voor van warmtetransport komt voornamelijk voor bij het verwarmen van de aarde door de zon.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
D
Isolatie
Slide 4 - Quiz
Welke voor van warmtetransport komt voornamelijk voor bij het brengen van warmte van de CV-ketel naar de radiatoren.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
D
Isolatie
Slide 5 - Quiz
Welke voor van warmtetransport komt voornamelijk voor bij het föhnen van je haar.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
D
Isolatie
Slide 6 - Quiz
Sleep alle stoffen naar de vorm van warmtetransport die voornamelijk worden tegengehouden in een spouwmuur.
Stroming
Straling
Geleiding
Glaswol
Aluminium folie
Bakstenen muren
Lucht
Slide 7 - Question de remorquage
Welke stof kom vrij bij de volledige verbranding van methaan?
A
Zuurstof
B
Aardgas
C
Koolstofmonoxide
D
Water
Slide 8 - Quiz
Maak de reactie van de onvolledige verbranding van methaan compleet. (Eén stof per sleepdoel)
Het is moederdag en Zeki besluit ontbijt op bed te maken voor zijn moeder. Om het water warm te maken, maakt hij gebruik van een waterkoker van 800W. Hij giet 400mL water van 20°C in de waterkoker. 3 min later is het water aan de kook (100°C). Hoe groot is de hoeveelheid warmte die hiervoor nodig is?
A
2400J
B
144.000J
C
57,6 MJ
D
4,44J
Slide 11 - Quiz
Jack verwarmt 200mL water in 3 min van 20°C naar 80°C. Even later verwarmt Jack 400mL met de zelfde waterkoker. Welke temperatuur heeft dit water na 3min?
A
160°C
B
40°C
C
50°C
D
100°C
Slide 12 - Quiz
Hoeveel Joule aan warmte komt vrij als je 3,2kg hout verbrand. Hout heeft een verbrandingswarmte van 16.000J/g. Noteer als antwoord alleen het getal (Zonder eenheid of punten).
Slide 13 - Question ouverte
Bij de verbranding van 25 cm3 aardgas komt 800J aan warmte vrij. Wat is de verbrandingswarmte van aardgas?
A
20.000J/cm3
B
20.000kJ/cm3
C
32J/m3
D
32J/cm3
Slide 14 - Quiz
Op welke manier wordt geleiding in piepschuim tegengehouden?
A
Door de witte kleur
B
Door de bolletjes gevuld met lucht
C
Door de dunne lagen plastic
D
Door de glimmende laag aan de buitenkant
Slide 15 - Quiz
Sleep de brandstoffen naar de juiste toepassingen.
(1 per toepassing)
Cv-ketel
Brandstof vliegtuigen
Opwekken van elektriciteit
Aardgas en steenkool
Aardgas
Aardolie
Kerosine
Propaan
LPG
Slide 16 - Question de remorquage
Welke energiesoorten horen in het stroomdiagram van een van een CV ketel?
Warmte
Elektrische Energie
Chemische Energie
Kinetische
Energie
Slide 17 - Question de remorquage
De blauwe lijn hoort bij het verwarmen van 500mL water. Welke lijn hoort bij het verwarmen van 250mL water?