les 3 Ethiek 1 introductie

Stel je voor...
Een ethisch dilemma
Het is zaterdagmiddag en het is druk op de 
Dam in Amsterdam. Op het plein zijn mensen 
aan het shoppen, toeristen maken foto's en 
acrobaten trekken de aandacht van 
voorbijgangers met hun kunsten. Plots komt er
een verontrustend bericht binnen bij de politie: 
er ligt een bom onder de Dam! Men weet niet waar en er is niet genoeg tijd om te zoeken. Er is een verdachte opgepakt, maar deze wil niets loslaten. Een agente die de verdachte ondervraagt stelt voor om de verdachte 'eens goed door elkaar te rammelen'. 


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolWOvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Stel je voor...
Een ethisch dilemma
Het is zaterdagmiddag en het is druk op de 
Dam in Amsterdam. Op het plein zijn mensen 
aan het shoppen, toeristen maken foto's en 
acrobaten trekken de aandacht van 
voorbijgangers met hun kunsten. Plots komt er
een verontrustend bericht binnen bij de politie: 
er ligt een bom onder de Dam! Men weet niet waar en er is niet genoeg tijd om te zoeken. Er is een verdachte opgepakt, maar deze wil niets loslaten. Een agente die de verdachte ondervraagt stelt voor om de verdachte 'eens goed door elkaar te rammelen'. 


Slide 1 - Diapositive

1. Hoe zou jij (werkelijk) reageren als collega-agent?
2. Wat vind jij, in het beste geval, de juiste handeling in deze situatie en waarom?

Slide 2 - Question ouverte

Lesdoelen: Aantekeningen!
Je kan in jouw eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen descriptief en normatief

Je kan in jouw eigen het verschil aangeven tussen gevolgenethiek en plichtethiek

Slide 3 - Diapositive

Tekst

Slide 4 - Diapositive

1. Consequentialisme 

Het resultaat is het belangrijkste 

(leed voorkomen)
2. Deontologie

Er zijn absolute regels en plichten 

(plichtsbesef)
Twee grote ethische stromingen die we in het voorbeeld tegen zijn gekomen

Slide 5 - Diapositive

Vorige: Filosofie | Nu: Intro Ethiek
Lesdoelen:

Verschil moraal en ethiek in eigen woorden kunnen uitleggen.
De betekenis van normen, instrumentele en intrinsieke waarden, verantwoordelijkheid en deugden kunnen herkennen.

Slide 6 - Diapositive

= moraliteit
Antropologie
Sociologie

Hier gaan wij het over hebben

Slide 7 - Diapositive

Ontstaan ethiek/filosofie Wetenschappelijk denken
  • Voor 600 v.C: mythologisch wereldbeeld (godengeloof/axiale wending) 
  • Na 600 v.C: Rationeel denken door filosofen (redeneren met verstand). Ontstaan van wetenschap (wiskunde, natuurkunde, medische –en geschiedwetenschap
  • filosofie (algemene kwesties): 
- Ethiek (Plato: moreel goed en fout, rechtvaardigheid en universele normen)
- Wetenschappelijke filosofie (Aristoteles: regels voor logisch denken)

Slide 8 - Diapositive

Een menselijk leven leiden =
Handelen en keuzes maken
=
Een afweging maken, een oordeel vellen of een sprong wagen
=
Goed/slecht?

Hoe maak je een goede keuze? Wat is een goede keuze?

Slide 9 - Diapositive

Even checken: Wat zegt de moraal over een goede keuze maken?
Wat zegt de ethiek over goede keuzes maken?

Slide 10 - Question ouverte

Ethische en filosofische vragen
  • Nadenken over goed en kwaad door kritische vragen te stellen. 
  • Geen uitspraken met zekerheid, argumentatie is belangrijk.          Er zijn geen pasklare antwoorden.
  • Op zoek naar nieuwe perspectieven.

Slide 11 - Diapositive

Waar begint jouw verantwoordelijkheid en waar eindigt jouw verantwoordelijkheid?

Slide 12 - Question ouverte

Keuzes maken
  • Moraal: geheel van normen en waarden.
  • Waarde: ideaal. (materieel /immaterieel)
  • Norm: gedragsregel.
  • Normen komen voort uit waarden. 
  • Deugd: karaktereigenschappen die we waarderen.
  • Verantwoordelijkheid: de plicht om verantwoording of rekenschap af te leggen

Slide 13 - Diapositive

Wat is geen waarde?
A
Vriendelijkheid
B
Rechtvaardigheid
C
Respect
D
Gastvrij

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Intrinsieke waarden:





Waarden die op zich zelf belangrijk zijn.


Slide 16 - Diapositive

Wat is geen intrinsieke waarde?
A
liefde
B
geld
C
goedheid
D
vriendelijkheid

Slide 17 - Quiz

Instrumentele waarden:





Waarden die nodig zijn om een intrensieke waarde te bereiken.


Slide 18 - Diapositive

Vragen of opmerkingen over de les van vandaag?

Slide 19 - Question ouverte