Lezing landschappen en steden

Landschappen en steden
1 / 54
suivant
Slide 1: Carte mentale
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Landschappen en steden

Slide 1 - Carte mentale

Landschappen in Nederland

Criteria
Je beschrijft de landschappen in Nederland.

Slide 2 - Diapositive

Hoog en laag Nederland

Slide 3 - Diapositive

Landschappen in Nederland 
We delen de Nederlandse landschappen
in op basis van bodemsoort

  • Klei 
  • Zand 
  • Veen
  • Löss 

Slide 4 - Diapositive

De 7 landschappen in Nederland

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Welke landschappen vind je in Nederland?
A
akkers en duinen
B
polders en rivieren
C
hoge bergen
D
woestijn

Slide 7 - Quiz

Welk landschap zie je op de foto?
A
veenlandschap
B
zeekleilandschap
C
lösslandschap
D
rivierkleilandschap

Slide 8 - Quiz

Welk landschap zie je op de foto?
A
veenlandschap
B
zeekleilandschap
C
rivierenlandschap
D
duinlandschap

Slide 9 - Quiz

Welk landschap zie je op de foto?
A
zeekleilandschap
B
veenlandschap
C
rivierkleilandschap
D
zandlandschap

Slide 10 - Quiz

Extra voor niveau wit:
Je beschrijft het ontstaan van de landschappen in Nederland.
Extra begrippen: 
horizonten
humus
sedimentatie
erosie
ijstijd
stuwwallen
zwerfkeien
landijs
veen
veenmoeras
heuvellandschap
platentektoniek






 

Slide 11 - Diapositive

In welk landschap bevinden wij ons hier op school?
A
lösslandschap
B
veenlandschap
C
zandlandschap
D
kleilandschap

Slide 12 - Quiz

Landschappen in de wereld

Criteria
Je beschrijft de verschillende landschapszones van nat naar droog.
Je beschrijft de verschillende landschapszones van warm naar koud.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Landschapzones

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Op lage breedte:

  • Tropisch regenwoud
  • Savanne
  • Steppe
  • Woestijn

Van nat naar droog
Op hoge breedte:

  • Poollandschap
  • Toendra
  • Naaldbos
  • Loofbos

Van koud naar warm

Slide 17 - Diapositive

De toendra ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 18 - Quiz

Welk landschap geven ze aan op de kaart?
A
Tropisch regenwoud
B
Woestijn
C
Steppe
D
Savanne

Slide 19 - Quiz

Wat is reliëf?
A
verschillende soorten bergen
B
verschillende soorten landschappen
C
laagteverschillen in het landschap
D
hoogteverschillen in het landschap

Slide 20 - Quiz


A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Tropisch Regenwoud

Slide 21 - Quiz


A
Tropisch Regenwoud
B
Woestijn
C
Steppe
D
Savanne

Slide 22 - Quiz

Steppe of savanne?
1. Dit klimaat is droger.
2. Dit klimaat is dichter bij de evenaar
A
1. Steppe 2. Steppe
B
1. Savanne 2. Savanne
C
1. Steppe 2. Savanne
D
1. Savanne 2. Steppe

Slide 23 - Quiz

Waar staan de landschappen in de goede volgorde als ik van de evenaar naar het noorden of zuiden reis?
A
Tropisch regenwoud-steppe-savanne-woestijn
B
Savanne-tropisch regenwoud-steppe-woestijn
C
Tropisch regenwoud-woestijn-steppe-savanne
D
Tropisch regenwoud-savanne-steppe-woestijn

Slide 24 - Quiz

Extra voor niveau wit:
Je legt de relatie tussen landschapszones en bevolkingsspreiding uit.
Extra begrippen: 
dichtbevolkt en dunbevolkt
zwerflandbouw
nomaden

 

Slide 25 - Diapositive

Extra voor niveau wit
Je legt de relatie tussen landschapszones en bevolkingsspreiding uit.
Extra begrippen: 
dichtbevolkt en dunbevolkt
zwerflandbouw
nomaden

 

Slide 26 - Diapositive

De invloed van de mens op het landschap


Criteria
Je beschrijft hoe mensen het landschap van Nederland hebben ingericht.

Slide 27 - Diapositive

Ingericht landschap
Natuurlandschap

Slide 28 - Diapositive

4 categorieën
Wonen, werken, verkeer en recreatie zijn de vier bestemmingen om een gebied in te richten.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Sectoren (arbeid)
1. Landbouw: de primaire sector (halen product uit de natuur)
2. Industrie: de secundaire sector (verwerken product uit primaire sector
3. Diensten: de tertiaire sector (maken geen product, maar leveren een dienst)
4. De overheid: de kwartaire sector (diensten van de overheid)

Soms wordt de 4e sector ook bij de 3e sector genoemd, omdat het allebei diensten zijn!


Slide 31 - Diapositive

Zoek een afbeelding van infrastructuur.

Slide 32 - Question ouverte

Infrastructuur
Infrastructuur is het geheel van verbindingen en voorzieningen die dienen om goederen, personen en informatie te vervoeren. Het gaat dus om water-, land- en spoorwegen, maar ook om bijvoorbeeld telefoon- en internetverbindingen. 

Slide 33 - Diapositive

Infrastructuur gaat niet over
A
wegen
B
informatieverbindingen
C
havens
D
mensen

Slide 34 - Quiz

Is dit een ingericht landschap?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

Welke van de vier sectoren
zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 36 - Quiz

Welke van de vier sectoren
zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 37 - Quiz

Stedelijke gebieden

Criteria
Je beschrijft het verschil tussen stad en platteland.
Je beschrijft de opbouw van een stedelijk gebied.

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Urbanisatie 
is verstedelijking

Slide 40 - Diapositive

De stad en dorpen groeien aan elkaar vast = agglomeratie 

Slide 41 - Diapositive

Stadsgewest: nog eens stapje verder dan de agglomeratie. 
Stedelijk gebied: allemaal stadsgewesten aan elkaar.

Slide 42 - Diapositive

Megalopolis = de blauwe banaan in de Portal :)

Slide 43 - Diapositive

De verstedelijkte zone van Europa

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo

Slide 46 - Carte

Urbanisatie -> Suburbanisatie -> Re- urbanisatie

Slide 47 - Diapositive

Opbouw Nederlandse stad

Slide 48 - Diapositive

Met welk begrip wordt een stedelijk gebied met meerdere metropolen aangeduid?
A
Megastad
B
Metropool
C
Megalopolis
D
Global city

Slide 49 - Quiz

Urbanisatie = verstedelijking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 50 - Quiz

Suburbanisatie = verstedelijking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 51 - Quiz

Welke stad ligt niet in de Randstad?
A
Rotterdam
B
Den Haag
C
Eindhoven
D
Utrecht

Slide 52 - Quiz

Extra voor niveau wit
Je beschrijft hoe de opbouw van steden in de loop der tijd veranderd is.
Je beschrijft de wijze waarop steden kunnen veranderen en koppelt dit aan verandering in voorzieningen.
Extra:
Lezing niveau wit: verstedelijking



 

Slide 53 - Diapositive

Slide 54 - Lien