Formules opstellen bij grafieken en tabellen

Formules opstellen bij grafieken en tabellen

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je een formule opstellen bij een grafiek en tabel.

Introduceer het leerdoel en vertel wat de leerlingen aan het einde van de les kunnen.

Wat weet je al over het opstellen van formules bij grafieken en tabellen?

Wat is een formule?

Een formule is een wiskundige uitdrukking waarmee je een relatie tussen variabelen kunt beschrijven.

Leg uit wat een formule is en geef voorbeelden. Vraag leerlingen om mee te denken.

Grafieken en tabellen

Grafieken en tabellen worden gebruikt om gegevens op een overzichtelijke manier weer te geven.

Beschrijf het gebruik van grafieken en tabellen en geef voorbeelden.

Lineaire grafieken

Een lineaire grafiek is een rechte lijn in een grafiek. De formule voor een lineaire grafiek is y = ax + b.

Leg uit wat een lineaire grafiek is en geef de formule. Laat een voorbeeld zien en vraag leerlingen om mee te denken.

Niet-lineaire grafieken

Een niet-lineaire grafiek is geen rechte lijn in een grafiek. De formule voor een niet-lineaire grafiek is vaak ingewikkelder dan voor een lineaire grafiek.

Leg uit wat een niet-lineaire grafiek is en geef voorbeelden. Vraag leerlingen om mee te denken over de formules.

Tabellen en formules

In een tabel kun je de waarden van variabelen noteren en zo een formule opstellen. Bijvoorbeeld: y = 2x + 1

Laat zien hoe je een formule kunt opstellen bij een tabel en geef voorbeelden. Vraag leerlingen om mee te denken.

Grafieken en formules

In een grafiek kun je de punten aflezen en zo een formule opstellen. Bijvoorbeeld: y = 2x + 1

Laat zien hoe je een formule kunt opstellen bij een grafiek en geef voorbeelden. Vraag leerlingen om mee te denken.

Oefenen

Nu gaan we zelf oefenen met het opstellen van formules bij grafieken en tabellen.

Laat leerlingen zelfstandig of in groepjes oefenen met het opstellen van formules bij grafieken en tabellen. Beantwoord vragen en geef feedback.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.