PZT-P4-W3 Lichamelijk welbevinden

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Persoonlijke zorg theorie

Lichamelijk welbevinden

Periode 4 - les 3

Welke lichamelijke beperking hebben deze mensen?

1. Zintuigelijke beperking
2. Motorische beperking
3. Organische beperking
4. Geen van allen

Dit zijn voorbeelden van een lichamelijke beperking

1. motorische beperking, autisme en diabetes
2. blind, diabetes en verlamd
3. autisme, verstandelijk niveau van 7 jarige en diabets
4. doof, nierziekte en PDD-NOS

Iemand met een lichamelijke beperking

1. Kan in een rolstoel zitten
2. Zit altijd in een rolstoel

Welke problemen kan iemand met een lichamelijke beperking hebben?

1. Problemen met mobiliteit
2. Problemen met wonen en werk
3. Problemen met onthouden
4. Problemen door pijn

Wat hoort niet bij een lichamelijke beperking?

1. Dwarslesie
2. Multiple Sclerose
3. Autisme

Wat valt onder een lichamelijke beperking?

1. Autisme
2. Alzheimer
3. Syndroom van Down
4. Hernia

Bij cliënten met een lichamelijke beperking is het belangrijk dat....

1. Je de ruimte zo klein mogelijk houdt
2. Je de ruimte zo groot mogelijk houdt
3. Je de activiteiten Aanpast aan de lichamelijke mogelijkheden
4. Kijken op individueel niveau wat een cliënt nodig heeft

Is een lichamelijke beperking aangeborden of niet?

1. Ja
2. Nee
3. Kan beide

Doel van deze les

- De student is op de hoogte van factoren die je lichamelijk welbevinden beïnvloeden

- De student weet beter hoe je deze factoren kunt signaleren en wat je hier als persoonlijk begeleider aan kunt doen.

Lichamelijk welbevinden

Wat verstaan jullie
hieronder?

Gezondheid

Een toestand van totaal lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet alleen de afwezigheid van ziekte.

Welzijn

Is een bepaalde mate van welbevinden, het gaat erom hoe iemand zich voelt. Het is een individuele beleving.

Objectieve symptomen

Ziekteklachten die voor een ander waar te nemen zijn.

Subjectieve symptomen

Ziekteklachten die voor een ander niet waarneembaar zijn, maar is vooral hetgeen een ander voelt / zich voelt.

Niet ernstige gezondheidsproblemen

Tijdelijk van aard en geneest vaak spontaan na een aantal dagen:

- Hoofdpijn

- Buikpijn

- Misselijkheid

- Diarree

- Blaasontsteking

- Oorpijn

Pijnbeleving

Op welke symptomen let je om te bepalen of pijn ernstig is?

Aanhoudende koorts (40gr of hoger)

Sufheid/apathisch

Extreem bleek of grauw van kleur

Extreme aanhoudende vermoeidheid

Vreemd gedrag, rusteloosheid, bewegingsdrang

Hypochondrie

Simuleren van klachten

Lastig te beoordelen, vertrouw op je eigen observaties!

Lichaamsgewicht

Gevoelig onderwerp

Te hoog of te laag lichaamsgewicht kan ook het gevolg zijn van een ziekte

Schildklierproblemen

Kans op hart- en vaatziekten en diabetes

Obesitas

Ondervoeding

Ontstaat door te lang of weinig voedsel van slechte kwaliteit binnenkrijgen.

Verminderd herstel

Eetstoornissen

Anorexia Nervosa

Boulimia Nervosa

Lichaamstemperatuur

Behandeling van koorts

Verhitting / zonnesteek

Onderkoeling

Slaap-waakritme

Slapen werkt lichamelijk en geestelijk ontspannend.

Spieren komen tot rust

Betere concentratie

Persoonsgebonden, sluit aan bij het ritme van de cliënt.

Let op omkering van het slaap-waakritme en dagritme.

- Slapeloosheid: langdurig slaaptekort. Verandering in hormonen tot gevolg, soms ook depressies

Oorzaken: piekeren, lichamelijke ongemakken, slecht eet- en drinkpatroon, omgevingsfactoren

- Slaapstoornis: problemen met inslapen of doorslapen.

Oorzaken als slaapapneu, onrustige benen of kuitkrampen

- Slaapmiddelen: Terughoudendheid i.v.m. sufheid en verslaving

Objectief

Subjectief

Vermoeidheid

Misselijk

Pijn

Lusteloos

Braken

Opgezette klieren

Koorts

Huilerig

Diarree

Gebrek aan eetlust

Casus - 5 min

Jouw cliënt (32jr) ligt ziek en lusteloos op bed. Hij wil niet eten en drinken. Als je aan zijn hoofd voelt, voelt deze warm. De koortsthermometer die je gebruikt, geeft 39.6gr aan. Ook geeft hij aan dat hij het erg koud heeft.

Wat ga je als MZ-er doen en waar moet je rekening mee houden in de persoonlijke zorg van deze cliënt?

• lichaam niet plotseling laten afkoelen
• veel laten drinken (voor elke graad een halve liter extra bovenop de 1,5 L per dag
• zorg dat lichaamswarmte weg kan, draag dunne, loszittende kleding
• Blijven observeren en temperatuur controleren

Onderkoeling?

minder dan 35graden

4 symptomen: bleek, koude huid, doodmoe zijn, zwaar gevoel in ledematen, verwardheid, laag bewustzijn.

Zoek op:

- Op welke 6 plaatsen kun je de temperatuur meten van je cliënt?

- Welke soorten thermometers bestaan er?

6 plaatsen:

• mond
• oor
• oksel
• rectaal
• voorhoofd
• lies

thermometers:

• oorthermometer
• digitale thermometer
• kwikthermometer
• infrarood koortsthermometer
• Voorhoofdthermometer
• Contactloze thermometer
• speenthermometer

Check!

- De student is op de hoogte van factoren die je lichamelijk welbevinden beïnvloeden

- De student weet beter hoe je deze factoren kunt signaleren en wat je hier als persoonlijk begeleider aan kunt doen.

Denk aan je opdracht!

Zie lesbrief week 2

Inleveren uiterlijk 28 mei in Cumlaude

Succes!