Sonny Boy + hoofdgedachte/hoofdvraag&leesstrategieën+tekstverbanden

Welkom bij Nederlands!
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen in Sonny Boy: setting-thema-onderwerp

Leesvaardigheid (CE): Je weet hoe je de  hoofdgedachte+ hoofdvraag van een tekst vindt.
Je kent de opbouw van een alinea.  Je weet welke plaatsen in de tekst een hoofdgedachte kan hebben.

Slide 2 - Diapositive

timer
20:00
Vanaf
blz. 134

Slide 3 - Diapositive

Setting

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Thema

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Examenbundel Nederlands
Theorie doornemen: Ken je de begrippen?
Quickscan (blz. 18 e.v.) gemaakt: Hoe staat het met jouw leesvaardigheid?

Nakijken: blz. 121





https://cijfersberekenen.nl/index.php

Slide 18 - Diapositive

FAQ's
Blz. 25 t/m 28: Lees dit door!


Slide 19 - Diapositive

Hoofdgedachte en hoofdvraag
Hoofdgedachte is:.....
  • Tekst: boodschap van de schrijver
  • Alinea: Belangrijkste boodschap van de alinea
Hoofdvraag is:.....
  • Centrale vraag van de schrijver over het tekstonderwerp
Minimaal één examenvraag gaat hierover.



Slide 20 - Diapositive

Opbouw van een alinea
Hoofdgedachte (kernzin) 
+
Extra informatie (uitleg/voorbeelden/bewijs)
-> Waar kennen we deze opbouw ook van?

Waar staat in de zin staat de hoofdgedachte meestal?
Onderwerp: gemeenschappelijke in een alinea

Slide 21 - Diapositive

Waarom moet je dit weten?
Door de hoofdgedachte te weten:
  1. De tekst verdelen in fragmenten (Wat hoort bij wat)
  2. Sneller overzicht

Samen doornemen: Vraag 1 t/m 6, blz. 83

timer
15:00

Slide 22 - Diapositive

Leesstrategieën
Wat zijn dat?
  • Manieren van lezen
Waarom moet je dit weten?

Slide 23 - Diapositive

THEORIE leesstrategieën

Slide 24 - Diapositive

Leestrategieën

Slide 25 - Diapositive

Lezen in 3 rondes
Ronde 1: Titel-Inleiding-Slot
(Betoog-Beschouwing-Uiteenzetting)
Ronde 2: De eerste zin van elke alinea (evt. 2e zin / laatste zin). Doel: rode draad van de tekst.
Ronde 3: Alle zinnen studerend en analyserend lezen

Globaal -> Precies -> Kritisch

Slide 26 - Diapositive

Lezen in 3 rondes: gidsende zinnen
Zinnen die de lezer door de tekst gidsen
1. Aankondigende zinnen
2. Samenvattende of concluderende zinnen
3. Scharnierende zinnen= combi
Welke vragen zijn er?                              Mensen zijn dus al heel lang 
Er zijn 4 overeenkomsten.                                    hiernaar op zoek.
We hebben nu de oorzaken gevonden, nu de oplossingen.

Slide 27 - Diapositive

Wat gaan we nu doen?
CE: leesvaardigheid en schrijfvaardigheid->
Je kunt aangeven welke doelen er zijn en welke tekstsoorten daarbij horen.
Je kunt vertellen welke verbanden signaalwoorden aangeven.
Je analyseert alinea's op signaalwoorden en verbanden.
Je oefent je werkwoordspelling en kennis over verwijswoorden.

Slide 28 - Diapositive

Doel + Soort
Vul de tabel in.
Gebruik eventueel blz. 41 en 42 van de Examenbundel.

We bespreken de tabel over 5 minuten.


Slide 29 - Diapositive

Aan de slag!
Maak oefening 3.1 (blz. 49)
Welke signaalwoorden worden gebruikt?
Welk verband geeft het signaalwoord aan?
Kijk zelf na.

Op Quizlet oefenen:
timer
15:00

Slide 30 - Diapositive

Les 2:
Maak oefening 3.1 (blz. 49)
Welke signaalwoorden worden gebruikt?
Welk verband geeft het signaalwoord aan?
Klaar? 
Maak oefening 5.1 (blz. 91), 5.3 (blz. 99)-> Zelf nakijken

Op Quizlet oefenen:
timer
15:00
Studieplanner!!!
Sonny lezen t/m blz. 158

Slide 31 - Diapositive

Quizlet
Functiewoorden en kernwoorden:
Vaak worden dezelfde kernwoorden in het CE gebruikt dus handig als je weet wat de kernwoorden betekenen.
Er worden meestal 3 a 4 vragen gesteld over de functies van een bepaalde alinea dus deze functies moet je (her)kennen.

Slide 32 - Diapositive