V3 woordenschat - beeldspraak en stijlfouten

timer
2:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een pleonasme en een contaminatie?
timer
1:30

Slide 2 - Question ouverte

Wat is de derde stijlfout die we gister hebben besproken? Geef ook een voorbeeld.
timer
1:30

Slide 3 - Question ouverte

contaminatie, pleonasme & tautologie

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
Ik kan de stijlfouten contaminatie, pleonasme en tautologie herkennen en verbeteren.

Slide 5 - Diapositive

We liepen door het groene gras naar de speeltuin.
timer
0:20
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 6 - Quiz

We liepen door het groene gras naar de speeltuin.

Dit is een pleonasme:
Gras is namelijk van zichzelf al groen. Het woord groene geeft een versterking aan het woord gras.

Slide 7 - Diapositive

Mijn mobiel is kwijt.
timer
0:20
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 8 - Quiz

Mijn mobiel is kwijt.
Dit is een contaminatie:
Of: Ik ben mijn mobiel kwijt.
Of: Mijn mobiel is weg

Slide 9 - Diapositive

Uit de kraan komt vloeibaar water.
timer
0:20
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 10 - Quiz

Uit de kraan komt vloeibaar water
 
Dit is een pleonasme:
Water is van zichzelf al vloeibaar. Het woord vloeibaar geeft een versterking van het woord water.

Slide 11 - Diapositive

Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.
timer
0:20
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 12 - Quiz

Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.

Dit is een tautologie:
Misschien en wellicht hebben dezelfde betekenis.

Slide 13 - Diapositive

Voordat je gaat, moet je eerst even checken of je alles bij je hebt.
timer
0:20
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 14 - Quiz

Voordat je gaat, moet je eerst even checken of je alles bij je hebt.


Dit is een tautologie:
Voordat en eerst hebben dezelfde betekenis.  

Slide 15 - Diapositive

Hij vertelde tegen mij dat hij een kat heeft gered.
timer
0:20
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 16 - Quiz

Hij vertelde tegen mij dat hij een kat heeft gered.

Dit is een contaminatie:
Of: Hij zei tegen mij dat hij een kat heeft gered.
Of: Hij vertelde aan mij dat hij een kat heeft gered. 

Slide 17 - Diapositive


Zelfstandig maken:
Woordenschat H4, blz. 126-127, opdracht 1, 3 en 4

Zodra de tijd op is keer je terug naar de lessonup.
Als het werkt niet af is, maak je het als huiswerk.
timer
12:00

Slide 18 - Diapositive

Bekijk het overzicht met de toetsstof (classroom) en geef hier aan welke onderdelen je extra wil oefenen.
timer
4:00

Slide 19 - Question ouverte

contaminatie
Contaminatie is een combinatie van 2 woorden of uitdrukkingen die je door elkaar gebruikt. Vaak hebben de 2 dan wel dezelfde betekenis, alleen zijn ze dus verkeerd gecombineerd. 

Slide 20 - Diapositive

voorbeeld
Hij moet de presentatie overnieuw doen.
Of: Hij moet de presentatie overdoen.
Of: Hij moet de presentatie opnieuw doen.

Slide 21 - Diapositive

pleonasme
Pleonasme is het versterken van een woord, door een toevoeging van een ander woord. Het woord wordt dan dubbelop geschreven. Het toegevoegde woord is een eigenschap van het andere woordsoort. 

Slide 22 - Diapositive

voorbeeld 
De ronde bal rolde over de grond.
Ronde versterkt het woord bal. Een bal is namelijk van zichzelf al rond, dus ronde geeft een extra toevoeging.

Slide 23 - Diapositive

tautologie
Tautologie is het benadrukken van een woord met een ander woord dat dezelfde betekenis heeft. Dus 2 woorden met dezelfde betekenis die in één zin worden gebruikt.

Slide 24 - Diapositive

voorbeeld
Zij krijgt het gratis en voor niets. 
Als je iets gratis krijgt, krijg je het al voor niets. Gratis en voor niets betekenen allebei hetzelfde. 

Slide 25 - Diapositive