V3 woordenschat - beeldspraak en stijlfouten

Beeldspraak en stijlfiguren
Wat kennen we?
Stijlfiguren: repetitio / enumeratie / opsomming in drieën / drieslag / climax / omgekeerde climax / understatement / hyperbool / litotes / eufemisme
Beeldspraak: metafoor, vergelijking, personificatie, metonymie
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Beeldspraak en stijlfiguren
Wat kennen we?
Stijlfiguren: repetitio / enumeratie / opsomming in drieën / drieslag / climax / omgekeerde climax / understatement / hyperbool / litotes / eufemisme
Beeldspraak: metafoor, vergelijking, personificatie, metonymie

Slide 1 - Diapositive

Wat is beeldspraak?

Slide 2 - Carte mentale

Welke vormen van beeldspraak ken je al?

Slide 3 - Carte mentale

Dirk is de wandelende encyclopedie van zijn klas.
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 4 - Quiz

Het papier is geduldig.
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 5 - Quiz

Het stadion barstte in luid applaus uit.
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 6 - Quiz

Ik voel me als een kleuter in een snoepwinkel.
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 7 - Quiz

Leerdoel
Ik kan synestesie herkennen.

Slide 8 - Diapositive

Synesthesie
Er is een combinatie van twee zintuigelijke indrukken.

De jongen droeg een trui met schreeuwende kleuren.

De nieuwslezeres had een warme stem.

Slide 9 - Diapositive

Stijlfiguren
- herhalen 

Slide 10 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een eufemisme

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een hyperbool en een understatement?

Slide 12 - Question ouverte

Wie het antwoord op deze vraag weet, is NIET DOM.
Wat voor stijlfiguur is dit?

Slide 13 - Question ouverte

contaminatie, pleonasme & tautologie

Slide 14 - Diapositive

Lesdoelen
Ik kan de stijlfouten contaminatie, pleonasme en tautologie herkennen en verbeteren.

Slide 15 - Diapositive

contaminatie
Contaminatie is een combinatie van 2 woorden of uitdrukkingen die je door elkaar gebruikt. Vaak hebben de 2 dan wel dezelfde betekenis, alleen zijn ze dus verkeerd gecombineerd. 

Slide 16 - Diapositive

voorbeeld
Hij moet de presentatie overnieuw doen.
Of: Hij moet de presentatie overdoen.
Of: Hij moet de presentatie opnieuw doen.

Slide 17 - Diapositive

pleonasme
Pleonasme is het versterken van een woord, door een toevoeging van een ander woord. Het woord wordt dan dubbelop geschreven. Het toegevoegde woord is een eigenschap van het andere woordsoort. 

Slide 18 - Diapositive

voorbeeld 
De ronde bal rolde over de grond.
Ronde versterkt het woord bal. Een bal is namelijk van zichzelf al rond, dus ronde geeft een extra toevoeging.

Slide 19 - Diapositive

tautologie
Tautologie is het benadrukken van een woord met een ander woord dat dezelfde betekenis heeft. Dus 2 woorden met dezelfde betekenis die in één zin worden gebruikt.

Slide 20 - Diapositive

voorbeeld
Zij krijgt het gratis en voor niets. 
Als je iets gratis krijgt, krijg je het al voor niets. Gratis en voor niets betekenen allebei hetzelfde. 

Slide 21 - Diapositive

We liepen door het groene gras naar de speeltuin.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 22 - Quiz

We liepen door het groene gras naar de speeltuin.

Dit is een pleonasme:
Gras is namelijk van zichzelf al groen. Het woord groene geeft een versterking aan het woord gras.

Slide 23 - Diapositive

Mijn mobiel is kwijt.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 24 - Quiz

Mijn mobiel is kwijt.
Dit is een contaminatie:
Of: Ik ben mijn mobiel kwijt.
Of: Mijn mobiel is weg

Slide 25 - Diapositive

Uit de kraan komt vloeibaar water.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 26 - Quiz

Uit de kraan komt vloeibaar water
 
Dit is een pleonasme:
Water is van zichzelf al vloeibaar. Het woord vloeibaar geeft een versterking van het woord water.

Slide 27 - Diapositive

Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 28 - Quiz

Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.

Dit is een tautologie:
Misschien en wellicht hebben dezelfde betekenis.

Slide 29 - Diapositive

Voordat je gaat, moet je eerst even checken of je alles bij je hebt.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 30 - Quiz

Voordat je gaat, moet je eerst even checken of je alles bij je hebt.


Dit is een tautologie:
Voordat en eerst hebben dezelfde betekenis.  

Slide 31 - Diapositive

Hij vertelde tegen mij dat hij een kat heeft gered.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 32 - Quiz

Hij vertelde tegen mij dat hij een kat heeft gered.

Dit is een contaminatie:
Of: Hij zei tegen mij dat hij een kat heeft gered.
Of: Hij vertelde aan mij dat hij een kat heeft gered. 

Slide 33 - Diapositive