Verstandelijke beperking in de praktijk

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

Verstandelijke beperking in de praktijk

Wat is de definitie van een verstandelijke beperking?

Situatieve begeleidingsstijl 

 Je ziet dat iedereen een andere manier van begeleiden nodig heeft. Er bestaat niet één juiste manier van begeleiden. De wijze van begeleiding wordt door 3 factoren bepaald

1: De deelnemers

2: De omgeving

3: De bewegingsagoog 

De deelnemers

Wat begrijpt de deelnemer?

Hoe gaat de deelnemer om met lukken en mislukken?

Wat zijn de interesses, wensen en behoeftes?

Hoe is de bewegingsvaardigheid

Met welke ziekten/aandoeningen moet je rekening houden?

Hoe zelfstandig is de deelnemer?

Wat is zijn motivatie om te komen sporten?

De omgeving

Mensen met een verstandelijke beperking zijn gevoelig voor omgevingsinvloeden (geluiden, lichten, geuren)

Houdt rekening met de invloed die de omgeving (een grote gymzaal) heeft op de deelnemer.

Jij als bewegingsagoog

• Bewust zijn van je eigen persoonlijkheid en ervaringen
• Aansluiten om de belevingswereld van de deelnemer
• Jouw houding is voor mensen met een verstandelijke beperking van belang!
• Voor velen ben jij het grote voorbeeld, een belangrijk identificatiefiguur waar ze veel van overnemen (leren door imitatie)

Zelfstandigheid bij deelnemers

• Taakzelfstandigheid: Kunnen. (mate van ervaring met de taak, kennis en inzicht, vermogen tot probleemoplossing)
• Psychologische zelfstandigheid: Willen. (bereidheid om verantwoordelijkheid te dragen, motivatie om te presteren, initiatief dat iemand neemt, mate van afhankelijkheid)

Welke 3 factoren spelen een rol bij de begeleiding?

Welke 2 aspecten van zelfstandigheid zijn er?

Welke IQ heeft de man uit het filmpje waarschijnlijk?

1. Onder de 20
2. Tussen de 20 en 50
3. Tussen de 50 en 70
4. Tussen de 70 en 90

Wat was de oorzaak voor zijn drankgebruik?

1. Overlijden moeder
2. Gepest worden
3. Niet kunnen werken
4. Zichzelf onderschatten

Wat waren de gevolgen van zijn drankgebruik?

Welke beperking heeft Victor?

1. Licht verstandelijke beperking
2. Matig verstandelijke beperking
3. Ernstig verstandelijke beperking
4. Zwakbegaafd

Van welke bewegingsagogische strategie wordt er gebruik gemaakt?

1. Primaire activering
2. Bewegingsonderwijs
3. Beweginsgsrecreatie
4. PMT

Welke vorm van beperking zie je in het filmpje?

1. Mensen met een licht verstandelijke beperking
2. Mensen met een matig verstandelijke beperking
3. Mensen met een ernstig verstandelijke beperking
4. Mensen met een psychische stoornis

Welke ontwikkelingsleeftijd hebben mensen met een ernstig verstandelijke beperking?

1. 24 maanden
2. 48 maanden
3. 6 jaar
4. 8 jaar

Wat kunnen deze mensen niet?

1. verbaal communiceren
2. Emoties tonen
3. non verbaal contact maken
4. meedoen aan een beweeg les

Volgende week

LVB af groep 3 & 4

Lezen §5.5: Syndromen