les 2 BA wonen periode 2 Lichaamsverzorging

BA wonen
periode 2





Les 2 'Lichaamsverzorging'

Verzorging Juf Fiona
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

BA wonen
periode 2





Les 2 'Lichaamsverzorging'

Verzorging Juf Fiona

Slide 1 - Diapositive

Je lichaam verzorgen
Deze les gaat over lichaamsverzorging. 
Doel van deze les:
  • je leert hoe je je eigen lichaam moet verzorgen
  • je leert welke verschillende verzorgingsproducten er zijn
  • je gaat verschillende producten met elkaar vergelijken

Slide 2 - Diapositive

De huid
Je huid is het grootste orgaan van je hele lichaam. Met je huid kun je voelen. De huid zorgt ervoor dat je lichaamstemperatuur zo veel mogelijk gelijk blijft. Is het erg warm? Of heb je, je zelf flink ingespannen? Dan ga je zweten door je huid. Daardoor koel je af. 
Is het koud? Dan krijg je kippenvel. Daardoor koel je juist minder snel af. 
De huid beschermt dus tegen kou en warmte, maar ook tegen infecties. Je kunt een infectie krijgen als er een bacterie of virus je lichaam binnendringt. De huid houdt bacteriën en virussen tegen.

Slide 3 - Diapositive

De opbouw van de huid
Je huid is opgebouwd uit 3 lagen;
  • de onderhuid
  • de lederhuid
  • de opperhuid
De opperhuid is de bovenste laag van de huid. Daar steken de haren uit. De opperhuid moet je schoonhouden en goed verzorgen. De kleurstof in de huid noem je pigment.

Slide 4 - Diapositive

Noem 3 dingen waar je aan denkt
bij huidverzorging.

Slide 5 - Question ouverte

Wat gebeurt er met je huid als het erg warm is? Of als je, je flink inspant?

Slide 6 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de huid als het koud is?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe heet de kleurstof in je huid?
A
pigment
B
ligment
C
migment
D
kigment

Slide 8 - Quiz

Welk deel van de huid kan je zien?
A
onderhuid
B
lederhuid
C
opperhuid

Slide 9 - Quiz

Lichaamshygiëne
Je huid wordt vuil. Bijvoorbeeld door stof en ander vuil. Maar ook door zweet, huidschilfers en huidvet. Huidschilfers zijn stukjes oude huid die van je lichaam afvallen. Huidvet is een dun laagje vet dat op je huid zit. Omdat je huid vuil wordt, moet je, je lichaam goed schoonhouden. Het schoonhouden van het lichaam noemen we lichaamshygiëne.

Slide 10 - Diapositive

Hoe pak je dat aan?
Was je lichaam elke dag met een schone washand, zeep en water. 
--> een schone washand betekent hier; schoon uit de was.
Je kunt je wassen bij de wastafel of onder de douche. Zeep je lichaam goed in. De zeep maak de bacteriën dood. Spoel je daarna af met water, droog je af met een schone handdoek.
--> een schone handdoek betekent hier; schoon uit de was.

Slide 11 - Diapositive

Douchen en het milieu
Ga jij vaak onder de douche? Let dan ook op het milieu?
Hoe doe je dat?
Ga niet te lang onder de douche, 5 tot 10 minuten is genoeg.
Er is namelijk veel energie, bijvoorbeeld gas, nodig om het water te verwarmen. Douch je vaak en lang? Dan verspil je veel water en energie. Dit is heel slecht voor het milieu.

Slide 12 - Diapositive


Welke producten gebruik jij zelf allemaal bij
het verzorgen van je lichaam?

Slide 13 - Question ouverte

Verzorgingsproducten kiezen
Er zijn veel verschillende soorten verzorgingsproducten voor de huid. Bijvoorbeeld zeep, wasgel of douche crème. Maar ook deodorant. Bodylotion of olie om je hui mee in te smeren. Niet iedereen verdraagt alle producten. Sommige mensen zijn overgevoelig voor een bepaald producten. Dan krijg je bijvoorbeeld bultjes op je huid, of je huid gaat jeuken. Dan kan je beter een ander verzorgingsproduct uitproberen.
Je kiest voor verzorgingsproducten die;
- je goed kan verdragen en waar je niet overgevoelig voor bent
- prettig aanvoelen op de huid
- lekker ruiken

Slide 14 - Diapositive

Geurtjes
Je wast je lichaam om het schoon te houden en je wilt fris ruiken. Dat is fijn voor jezelf en het is prettig voor anderen. Soms is wassen alleen niet genoeg om nare geurtjes te voorkomen. Bijvoorbeeld als je veel zweet. Je kunt dan deodorant onder je oksels doen. Daardoor ga je wat minder snel zweten. En als je toch aan het zweten bent? Dan ruikt het fris naar deodorant. Voor zweetvoeten zijn er ook speciale producten. Als je die op je voeten doet, dan zweten je voeten minder. Ook ruikt het frisser.

Slide 15 - Diapositive

Deo is er in verschillende soorten. Welke soorten ken jij?

Slide 16 - Question ouverte

Kwetsbare plekken
De ene plek op het lichaam wordt sneller vuil dan de andere. Dat komt omdat bacteriën zich daar sneller verzamelen. Bacteriën zijn piepkleine beestjes die je niet kunt zien. Sommige bacteriën kunnen je ziek maken. Bacteriën verzamelen zich snel op de handen en de voeten. Je pikt de bacteriën op als je dingen aanraakt of als je met blote voeten loopt. Bacteriën vermeningvuldigen zich snel op warme en vochtige plekken. Bacteriën moet je wegwassen, anders gaan ze vies ruiken of je krijgt er ontstekingen van.

Slide 17 - Diapositive

Welke plekken op het lichaam hebben extra hygiene nodig?

Slide 18 - Question ouverte

Doe-opdracht
Je gaat een onderzoekje doen naar verschillende 
lichaams-verzorgingsproducten. 
Gebruik hiervoor je werkblad in je logboek voor.


Slide 19 - Diapositive