ik schrijf een beschouwing

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

met een beschouwing wil je dat jouw lezer

1. jouw mening overneemt
2. heel hard moet lachen
3. informatie krijgt
4. zelf zijn mening kan vormen

je neemt mee naar school:

1. alleen een pen
2. je bouwplan
3. je bronnen en je bouwplan
4. je bronnen

je bouwplan mag (zonder dat de citaten meetellen) hoeveel woorden bevatten?

1. 100
2. 110
3. 120
4. 150

in je inleiding zet je in elk geval:

1. een aandachtstrekker
2. een aandachtstrekker en een vraag
3. een probleem
4. aandachtstrekker, én een vraag of probleem

bronnen vermeld je in je beschouwing

1. door te citeren
2. niet
3. door iemands naam te noemen en te citeren
4. door iemands naam en functie te noemen en te citeren

Wat lijkt jou het moeilijkst van het schrijven van een beschouwing?

Hoe schrijf je de laatste alinea?

Gebruik een signaalwoord: (ten slotte, of kortom), 

vat de verschillende standpunten kort samen.

Besluit met een 

signaalwoorden van opsomming

signaalwoorden van tegenstelling

laatste vragen:

heb je genoeg bronnen?

heb je ze verwerkt in je bouwplan?

heb je je bouwplan klaar?

een paar beschouwingen

als voorbeeld