maw h4 19/12

Wat gaan we doen?
Paragraaf 5.4
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
Paragraaf 5.4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Je kunt het verschil tussen correlatie en causaliteit uitleggen.
Je kunt bij een variabele aangeven of het de afhankelijke of de onafhankelijke variabele is. 
Je kunt uitleggen wat een interveniërende variabele is. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Correlatie
Correlatie is de samenhang 
tussen verschillende variabelen. Bijvoorbeeld: gemiddelde cijfers en motivatie.

Slide 4 - Diapositive

Een voorbeeld: een verband tussen gemiddelde cijfers en motivatie. Noem daarbij ook het verschil tussen positieve en negatieve correlatie.
Causaliteit
Causaliteit is een oorzakelijk verband tussen twee variabelen. 
Bijvoorbeeld: als de temperatuur van water stijgt, het water steeds sneller verdampt.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de voorbeelden naar het juiste soort verband.
Correlatie
Causaliteit
Lengte en leeftijd
Aantal verkochte ijsjes en verdrinkingen
Schoen-maat en leesniveau kind
Opleidings
niveau van ouders en opleidings
niveau van kind

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

(On)afhankelijke variabelen
Onafhankelijke variabele
Afhankelijke variabele
De variabele die als oorzaak wordt gezien voor het veranderen van een andere variabele.
De variabele die wordt beïnvloedt door een of meer onafhankelijke variabelen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nauwkeurig conceptueel model kun je afleiden uit het filmpje?
'Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de kans op een hoger inkomen' 
Wat is de onafhankelijke (O) en wat is de afhankelijke (A) variabele in dit geval?
A
O: inkomen A: opleidingsniveau
B
O: opleidingsniveau A: inkomen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Interveniërende variabelen
Het verband tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabele komt tot stand of wordt beïnvloedt door een interveniërende variabele:
Sekse
Loon
Fulltime baan
+
o
+

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Je kunt het verschil tussen correlatie en causaliteit uitleggen.
Je kunt bij een variabele aangeven of het de afhankelijke of de onafhankelijke variabele is. 
Je kunt uitleggen wat een interveniërende variabele is. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 16

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

huiswerk
Opdracht 19 en 20

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions