RECAP grammar - MET

Aan het einde van deze les kan ik ...
  • De vorm van de 'Present Continuous' en lidwoorden 'articles' herkennen en gebruiken.
  • Weten wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken.
  • Weten wanneer je 'a' en 'an' moet gebruiken. .
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Aan het einde van deze les kan ik ...
  • De vorm van de 'Present Continuous' en lidwoorden 'articles' herkennen en gebruiken.
  • Weten wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken.
  • Weten wanneer je 'a' en 'an' moet gebruiken. .

Slide 1 - Diapositive

Let's see what you remember.

Slide 2 - Diapositive

I often....... ( to study) on Sunday.
A
study
B
am studying
C
studied
D
are studying

Slide 3 - Quiz

I ........... to school right now.
( to walk)
A
walk
B
walked
C
am walking
D
have walked

Slide 4 - Quiz

She ......... the guitar now.
( to play)
A
play
B
plays
C
are playing
D
is playing

Slide 5 - Quiz


House
A
a
B
an

Slide 6 - Quiz


Phone
A
a
B
an

Slide 7 - Quiz


Elephant
A
a
B
an

Slide 8 - Quiz


Hour
A
a
B
an

Slide 9 - Quiz

Messi is playing football.
(right now)
Messi plays football.
(but NOT at the moment)

Slide 10 - Diapositive

Present continuous 
Vorm:
1. vorm van 'to be': am / are / is
2. werkwoord
3. + -ing
am doing the dishes right now.


My parents are watching TV.
Verkorte vorm: I'm doing / She's listening / We're watching

Slide 11 - Diapositive

Present continuous 
Spellingsregels:
  • Eindigt het werkwoord op een -e, dan valt de -e weg
(to have)     I am having lunch.
(to give)   He is giving us homework.

  • Werkwoord van 1 lettergreep met een korte klinker (a, e, i, o, u), verdubbel dan de medeklinker
(to put)     We are putting sugar in his tea.
(to run)   She is running a marathon.

Slide 12 - Diapositive

Articles

Slide 13 - Diapositive

What is the difference between "a"
and "an"?

Slide 14 - Carte mentale

I think the difference between
"a" and "an" is...
Very easy
Easy
Not easy, but also not difficult
Difficult
Very difficult

Slide 15 - Sondage

Samenvatting
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt.

  • Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!

  • Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!

Slide 16 - Diapositive

PART 2

Slide 17 - Diapositive

He ....... at the moment.
(to sleep)
A
sleep
B
sleeps
C
are sleeping
D
is sleeping

Slide 18 - Quiz

Look! The barber ....... his hair.
(to cut)
A
is cutting
B
cuts
C
is cuting
D
are cutting

Slide 19 - Quiz

Fill in the Present Continuous:
Look! The birds ___ (to fly) away!

Slide 20 - Question ouverte

Let's practice!
Now work on  SLIMSTAMPEN  on Stepping Stones. 
1. Grammar - 11a
2. Grammar - 13a. 
Grammar 11a moet 50% af zijn vandaag. 


Slide 21 - Diapositive