Taalklas stage

Taal klas
We herhalen stage-woorden.
We leren wat sectoren zijn.
We leren wat vaardigheden en competenties zijn
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
CoachingPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taal klas
We herhalen stage-woorden.
We leren wat sectoren zijn.
We leren wat vaardigheden en competenties zijn

Slide 1 - Diapositive

Schrijf woorden op die met stage te maken hebben.................

Slide 2 - Question ouverte

Bij een interne stage... :
A
Loop je stage op je school
B
Loop je stage buiten school (bijv. winkel)

Slide 3 - Quiz

Wat is de bedoeling van stage lopen?
A
Lol maken
B
Leren en oriënteren
C
Bedrijven leren kennen
D
Bijbaantjes zoeken

Slide 4 - Quiz

Wat is een collega?
A
Iemand die werkt
B
Iemand die stage loopt
C
Iemand die bij hetzelfde bedrijf als jij werkt
D
Iemand die schoonmaakt

Slide 5 - Quiz

Een leidinggevende is?
A
een waterleiding die water geeft
B
een chef, een directeur
C
een leerling of een docent
D
geen van deze antwoorden is goed

Slide 6 - Quiz

Sector
Een sector is  een groep bedrijven die de zelfde soort werkzaamheden verrichten.

techniek                             groen
 horeca
zorg en welzijn
economie en dienstverlening



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Taken en competenties/vaardigheden

Slide 12 - Diapositive

Iets wat je moet doen op je werk/stage/school

- vriendelijk zijn tegen klanten
- op tijd op je werk zijn
- pompkar bedienen
- sommen maken

Taken

Slide 13 - Diapositive

Iets waar je goed in bent.
Iets wat je goed kan

Bijvoorbeeld:
- Ik ben precies
- Ik kan goed Engels spreken
_ Ik ben goed met computers
Vaardigheden
/competenties

Slide 14 - Diapositive

Dierenverzorger
A
Groen
B
Techniek
C
Dienstverlening
D
Zorg & Welzijn

Slide 15 - Quiz

Programmeur
A
Groen
B
Techniek
C
Dienstverlening
D
Zorg & Welzijn

Slide 16 - Quiz

Fietsenmaker
A
Groen
B
Techniek
C
Dienstverlening
D
Zorg & Welzijn

Slide 17 - Quiz

Verzorgende
A
Groen
B
Techniek
C
Dienstverlening
D
Zorg & Welzijn

Slide 18 - Quiz

Snel en nauwkeurig werken
A
Taak
B
Vaardigheid/ competentie
C
Techniek
D
Groen

Slide 19 - Quiz

Vakken vullen
A
Taak
B
Vaardigheid/ competentie
C
Dienstverlening
D
Techniek

Slide 20 - Quiz

Geduldig zijn
A
Taak
B
Vaardigheid/ competentie
C
Zorg & Welzijn
D
Groen

Slide 21 - Quiz

Klanten helpen
A
Taak
B
Vaardigheid/ competentie
C
Techniek
D
Horeca

Slide 22 - Quiz

Onkruid wieden
A
Taak
B
Vaardigheid/ competentie
C
Groen
D
Dienstverlening

Slide 23 - Quiz

Boek blz 29-31

Opdracht 5

Slide 24 - Diapositive

Volgende week geen taalklas
Wel huiswerk voor over 2 weken

Slide 25 - Diapositive