Ontdek je identiteit: Wie ben ik?

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Ontdek je identiteit: Wie ben ik?

Lesdoel

Aan het einde van de les kun je je eigen identiteit beschrijven en begrijpen waarom het belangrijk is om jezelf te kennen.

Wat weet je al over identiteit?

Wat is identiteit?

Identiteit is wie je bent, jouw unieke kenmerken, interesses en waarden die jou onderscheiden van anderen.

Factoren die identiteit beïnvloeden

Identiteit wordt beïnvloed door cultuur, familie, vrienden, ervaringen en persoonlijke keuzes.

Hoe kan identiteit invloed hebben op ons gedrag?

1. Identiteit beïnvloedt alleen onze muzieksmaak.
2. Identiteit kan invloed hebben op hoe we ons gedragen, onze keuzes en ons perspectief op de wereld.
3. Identiteit heeft geen invloed op ons gedrag.
4. Identiteit bepaalt alleen onze kledingstijl.

Wat is zelfreflectie?

1. Het ontdekken van nieuwe interesses.
2. Het beoordelen van anderen.
3. Het maken van plannen voor de toekomst.
4. Het nadenken over wie je bent, wat je belangrijk vindt en wat je doelen zijn.

Wat zijn 3 positieve eigenschappen van jou?

Wat zijn 3 negatieve eigenschappen van jou?

Wat weet je over vooroordelen?

Deze interactieve opdracht laat leerlingen individueel nadenken over wat ze al weten over vooroordelen. Op deze manier wordt de voorkennis geactiveerd.

Bespreek kort de woorden. Vraag de leerlingen om woorden uit te leggen en kort toe te lichten. 


Geef een voorbeeld van een vooroordeel

Wat is een voorbeeld van identiteitsstereotypen?

1. Het geloven dat alle leraren streng zijn.
2. Het geloven dat alle dokters rijk zijn.
3. Het geloven dat alle artiesten creatief en excentriek zijn.
4. Het geloven dat alle sporters lui zijn.

Welke factoren beïnvloeden identiteit?

1. Hobby's, favoriete kleuren, huisdieren.
2. Cultuur, familie, vrienden, ervaringen en persoonlijke keuzes.
3. Leeftijd, nationaliteit, opleiding, beroep.
4. Televisie, muziek, computers, social media.

video.scholieren.com

De invloed van identiteit op gedrag

Identiteit kan invloed hebben op hoe we ons gedragen, onze keuzes en ons perspectief op de wereld.

Wat is identiteit?

1. Identiteit is wie je bent, jouw unieke kenmerken, interesses en waarden die jou onderscheiden van anderen.
2. Identiteit is wat je doet in je vrije tijd.
3. Identiteit is waar je vandaan komt.
4. Identiteit is wat je eet.

Waarom hebben wij vooroordelen?

1. Omdat wij zo opgevoed zijn.
2. Omdat dit genetisch bepaald is.
3. Om de wereld overzichtelijker te maken.
4. Omdat dit vaak in de media aan bod komt.

Wat is een manier om vooroordelen te verminderen?

1. Iedereen respectvol behandelen en openstaan voor diversiteit.
2. Alleen omgaan met mensen die hetzelfde denken als jij.
3. Negatieve opmerkingen maken over andere culturen.
4. Gebaseerd zijn op stereotypes en aannames.

Waarom kunnen stereotypes schadelijk zijn?

1. Ze stimuleren diversiteit en inclusie
2. Ze versterken begrip tussen groepen
3. Ze leiden tot vooroordelen en beperken individuen
4. Ze bevorderen interculturele communicatie

Van vooroordelen komt vaak discriminatie

1. Waar
2. Niet waar

"Vrouwen kunnen niet autorijden"
Welk woord past hier het beste bij?

1. Discriminatie
2. Norm
3. Racisme
4. Vooroordeel

Wat laat deze afbeelding zien?

1. Discriminatie is verboden.
2. Vooroordelen kloppen vaak niet.
3. Vooroordelen kunnen leiden tot discriminatie.

Racisme

1. Mensen benadelen op grond van hun huidskleur.
2. Emotioneel geladen oordeel over mensen dat niet klopt met de werkelijkheid.
3. Vooroordeel over een groep mensen.
4. Het bevoordelen van mensen met een achterstand.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Reflectievragen

1. Hoe heeft deze les je geholpen om je eigen identiteit beter te begrijpen? 2. Wat heb je geleerd over het belang van zelfreflectie? 3. Hoe ga je in de toekomst om met identiteit en diversiteit?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.