Formuleren H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Formuleren H3

Verbanden tussen zinnen

S. Chakari

TEKSTVERBANDEN

Lesdoelen

• Je kent de termen signaalwoorden en tekstverband
• Je kunt signaalwoorden herkennen in een tekst
• Je kunt de signaalwoorden koppelen aan het juiste tekstverband

Theorie

De zinnen van een tekst houden verband met elkaar. Een tekst wordt duidelijker als de schrijver dat verband duidelijk aangeeft.

Tekstverbanden

opsomming: ook, bovendien, daarnaast

tegenstelling: maar, toch, desondanks

tijd (chronologisch): eerst, daarna, vroeger, nu, ooit, later

oorzaak-gevolg: daardoor, doordat, als gevolg van

zie bladzijde 92

reden: daarom, omdat, want, immers, namelijk

toelichtend (voorbeeld) : zo, neem nou, bijvoorbeeld

conclusie/samenvatting: kortom, dus, daarom

voorwaarde: als, indien, tenzij, wanneer

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden...

1. ...geven alinea's aan
2. ...geven het doel van een tekst aan
3. ...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben

Hoe geeft de schrijver tekstverbanden aan?

1. Functiewoorden
2. Doewoorden
3. Signaalwoorden
4. Niet

Bij welk tekstverbanden horen de signaalwoorden 'ook', 'bovendien' en 'tevens'?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. tijdsvolgorde
4. reden

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: aan de ene kant aan de andere kant

1. opsomming
2. reden
3. toelichtend
4. tegenstelling

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: kortom

1. toelichtend
2. opsomming
3. conclusie/samenvatting
4. oorzaak-gevolg

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: toen

1. oorzaak-gevolg
2. tijd
3. voorwaarde
4. opsomming

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: zoals

1. toelichtend
2. tijd
3. oorzaak-gevolg
4. voorwaarde

Noteer een signaalwoord bij het tekstverband: opsomming

Noteer een signaalwoord bij het tekstverband: tijd

Noteer een signaalwoord bij het tekstverband: oorzaak-gevolg

Noteer een signaalwoord bij het tekstverband: conclussie/samenvatting

Noteer een signaalwoord bij het tekstverband: voorwaarde

Opdrachten uit het boek

Formuleren hoofdstuk 3

Opdracht 1 bladzijde 92