Trabitour Havo 3, Kap. 15-1

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1-3

Willkommen, heute ist Dienstag 

der 31. Januar 2023

Lernziel(e)

• Ken ik de betekenis van de nieuwe Duitse woorden en kan ik deze in zinnen toepassen.

Ken je het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord.

Kun je een gesprek over luieren in het weekend begrijpen en hierover vragen beantwoorden.

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Sleep de uitgangen naar de juiste plek

ich

du

er/sie/es/man

wir 

ihr

sie/Sie

mach

mach

mach

mach

mach

mach

-te

-test

-te

-ten

-ten

-tet

Er ..... bis 1789 Musik an der Universität Bonn.

1. studiert
2. studierte
3. studiertet
4. studieret

Wat is de verleden tijd van lernen?

1. lernen
2. lernten
3. lornen
4. liernten

Wat is de verleden tijd van regnen?

1. regnen
2. regnet
3. regent
4. regnete

Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> er [arbeiten]

1. arbeitet
2. arbeitete
3. arbeitetet
4. arbeite

Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> ihr [baden]

1. bade
2. badet
3. badete
4. badetet

Vergangenheit (o.v.t.)compleet

	spielen	antworten	tanzen
ich	spiel t e	antwor t ete	tanz te
du	spiel test	antwor t etest	tanz test
er/sie/es	spiel te	antwor t ete	tanz te
wir	spiel ten	antwor t eten	tanz ten
ihr	spiel tet	antwor t etst	tanz tet
sie/Sie	spiel ten	antwor t eten	tanz ten
er	hat gespielt	hat geantwortet	hat getanzt

Huiswerk nakijken

Maken:

     4.3

     10.4

     17.4

Aufgabe Hörfertigkeit

Aufgabe 12.3 

Das machen wir zusammen!

Nu gaan we oefenen!

K15

• 3.4 + 3.5 
•  8.2
  
• H6 + H7  (S. 120)

Klaar? oefen met Wrts (woorden + ww)

K15

12.3

 Klaar?  Leer dan de grammatica van K.14

 

Nu gaan we zelfstandig werken!

Sterke werkwoorden leren

https://leren.wrts.nl/groups/189796/join?key=770f09d

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 15

1.  Leren:  eerste 10 sterke werkwoorden

                   

2. Maken van K15

     3.4 + 3.5

     8.2

     H6 + H7 (S. 120)

Kijk nu terug naar de lesdoelen:

Weet ik hoe ik een zwak werkwoord in de tegenwoordige en verleden tijd kan vervoegen?