Les 2.7 Evenementen organisatie

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Evenementen organisatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 6 - Vidéo

Filmpje van voor Corona tijd. 

Let goed op: diverse onderdelen van het draaiboek komen aan bod in dit filmpje. 
Wat zagen jullie net waarvan jullie denken wat in een draaiboek zou moeten staan?

Slide 7 - Carte mentale

Er zijn verschillende functies langs gekomen, verschillende onderdelen van het festival. 
Kunnen jullie benoemen wat je hebt gezien?  

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

INTERN
EXTERN
"City Sneaker" heeft een situatie analyse gedaan.  Sleep de uitkomsten naar de juiste onderdelen van de SWOT 
STRENGTH
WEAKNESS
OPPORTUNITIES
THREATS
Er is een nieuw merk sneaker“ all round”  op de markt gekomen   

Nieuwe ervaren schoenontwerper

De markt voor sneakers groeit snel

Hoog uitval % productie sneakers

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Gegevens verzamelen
Onderdelen draaiboek - de 7 W's
1. WAAROM= Doel 
2. WIE = Mensen
3. WAT = budget - Voorzieningen- materiaal
4. WAAR = Locatie (intern/extern)
5. WANNEER= Datum - plan B? 
6. WELKE manier (hoe) = uitstraling- beleving - speciale wensen
7. WAT daarna = evaluatie 

Slide 16 - Diapositive

1. WAAROM? Voor welke gelegenheid bv.? Naar aanleiding van de gevonden reden(en) bepaal je wat voor een activiteit je gaat organiseren.
2. WIE? Voor wie, welke leeftijdsgroepen wil je een activiteit gaan organiseren?
3. WAT? Wat doen? Dit heeft te maken wat voor een doelgroep c.q. leeftijdsgroep je voor ogen hebt. 
4. WAAR? Als je weet wat voor een activiteit voor wie gaat organiseren moet je gaan plannen waar je deze activiteit kunt gaan houden. Houdt hierbij rekening met de doelgroep. 
5. WANNEER? Je moet hierbij rekening houden met bijv.: (School)vakanties, beschikbaarheid van de accommodatie zelf, wordt er nog meer georganiseerd op dat moment? En houd rekening met de voorbereidingstijd die je nodig hebt!
6. WELKE manier? Hoe en op welke manier ga jij deze activiteit op dat tijdstip in die accommodatie met deze groep mensen organiseren? 
De eerste vijf W’s zijn snel te beantwoorden. Maar hoe je de activiteit gaat organiseren gaat niet zo snel. Daar komt veel meer bij kijken! Hier kom ik in de volgende sheet op terug. 
7. WAT daarna? Als de activiteit afgelopen is, is de organisatie nog niet afgelopen. Want er moet nog opgeruimd worden, maar het nabespreken (evalueren) van de activiteit is eigenlijk nog belangrijker. Waarom? Omdat je n.a.v. de evaluatie weer kunt leren voor een volgende keer. Kom ik straks op terug. 
Waarom
Wie
Wat 
Waar
Wanneer
Welke manier (hoe)
Wat daarna
21 augustus 2021
Evaluatie
Planning
Opening nieuw bedrijf
Gastenlijst 
Thema
Locatie 
Begroting
Hulp van derden
Voorbereidingstijd!
Andere activiteiten?
Hoe laat aanwezig?

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions