Blok 2.1.2. groep 8
Trema meervoud -iën
1 / 12
Éléments de cette leçon
Trema meervoud -iën
Slide 1 - Carte mentale
Trema meervoud -ieën
Slide 2 - Carte mentale
Typ een tremawoord.
Slide 3 - Question ouverte
Typ een militairwoord.
Slide 4 - Question ouverte
Typ een trottoirwoord.
Slide 5 - Question ouverte
Typ een garagewoord.
Slide 6 - Question ouverte
Typ een lollywoord.
Slide 7 - Question ouverte
Welk woord is goed gespeld?
A
essentieële
B
essenttiële
C
essentiële
D
esentieële
Slide 8 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
de roelatie
B
de roulatie
C
de roulatsie
D
de roullatie
Slide 9 - Quiz
In welke tijd staat de zin:
Het kind heeft gebonden.
Het kind heeft gebonden.
Slide 10 - Question ouverte
In welke tijd staat de zin:
De chauffeur rijdt.
De chauffeur rijdt.
Slide 11 - Question ouverte
In welke tijd staat de zin:
De ouder besloot.
De ouder besloot.
