Thema A

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A

Vandaag...
- Thema A: mens en dier







 Huiswerk
Thema A §1: Mens en dier, blz. 108
Thema A §2: ‘Och beertje toch’, blz. 110 t/m 113









Leerdoelen:
- Ik kan verbanden leggen tussen fictie en werkelijkheid
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A

Vandaag...
- Thema A: mens en dier







 Huiswerk
Thema A §1: Mens en dier, blz. 108
Thema A §2: ‘Och beertje toch’, blz. 110 t/m 113









Leerdoelen:
- Ik kan verbanden leggen tussen fictie en werkelijkheid

Slide 1 - Diapositive

Thema A: mens en dier
We trappen af met ...

een dierenquiz!

Slide 2 - Diapositive

Categorie 1
Meerkeuze vragen
1 punt per juist antwoord

Slide 3 - Diapositive

Hoe heet een mannetjes bij?
A
dar
B
werkster
C
larve
D
koningin

Slide 4 - Quiz

Hoe heet een jong van een dolfijn?
A
jong
B
pulletje
C
kalf
D
welp

Slide 5 - Quiz

Hoe heet een mannetjes olifant?
A
stier
B
beer
C
keiler
D
bul

Slide 6 - Quiz

Categorie 2
Kies wat er op de puntjes moet staan
1 punt per juist antwoord

Slide 7 - Diapositive

Een beer van dit dier is een ...
A
mannetje
B
vrouwtje
C
jong

Slide 8 - Quiz

Een ooi van dit dier is een ...
A
mannetje
B
vrouwtje
C
jong

Slide 9 - Quiz

Een welp van dit dier is een ...
A
mannetje
B
vrouwtje
C
jong

Slide 10 - Quiz

Een woerd van dit dier is een ...
A
mannetje
B
vrouwtje
C
jong

Slide 11 - Quiz

Categorie 3
Open vragen
2 punten per juist antwoord

Slide 12 - Diapositive

Hoe noem je het jong van dit dier?

Slide 13 - Question ouverte

Categorie 4
Groepen dieren

Slide 14 - Diapositive

Een groep herten heet een ...
A
troep
B
koppel
C
roedel
D
groep

Slide 15 - Quiz

Een groep vogels heet een ...
A
bende
B
vlucht
C
zwerm
D
klucht

Slide 16 - Quiz

Een groep wilde zwijnen heet een ...
A
rotte
B
troep
C
groep
D
koppel

Slide 17 - Quiz

Bonusronde!

Slide 18 - Diapositive

Dit dier komt wel voor op de Veluwe
Dit dier komt niet voor op de Veluwe

Slide 19 - Question de remorquage


Welk dier hoort NIET bij 'the big five"?
A
Luipaard
B
Leeuw
C
Krokodil
D
Neushoorn

Slide 20 - Quiz

Hoeveel vleugels heeft een vlinder?
A
2
B
4
C
6

Slide 21 - Quiz

Vlinders hebben 4 vleugels. 
Ze hebben zowel links als rechts een boven- en een ondervleugel.

Slide 22 - Diapositive

Alleen mannetjesmuggen steken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Alleen vrouwtjes steken. 
Het bloed gebruiken ze om hun eitjes te laten rijpen.

Slide 24 - Diapositive

Hoeveel ogen heeft een spin?
A
twee, net als wij
B
Meestal zes, drie vóór en drie achter
C
Meestal acht
D
Een spin heeft helemaal geen ogen

Slide 25 - Quiz

Hoeveel stekels heeft een egel?
A
2.000
B
8.000
C
18.000
D
80.000

Slide 26 - Quiz



Egelbaby's hebben er in het begin ongeveer 100. 
Omdat ze zacht zijn, geeft het geen 
problemen bij de geboorte. 
Uiteindelijk heeft een volwassen egel
 wel 8.000 harde stekels!

Slide 27 - Diapositive

Waar slapen eekhoorns?
A
Onder de grond
B
Net als vleermuizen, ondersteboven aan een tak
C
In een nest in de boomtakken
D
Gewoon op de grond

Slide 28 - Quiz

Thema A - §1, Mens en dier
Bespreek in tweetallen de vragen van bladzijde 108.

Slide 29 - Diapositive

Thema A - §2, 'Och beertje toch'
We lezen samen de boekfragmenten.
Beantwoord daarna de vragen.


Slide 30 - Diapositive

Wat betekent 'fictie'?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen

Slide 31 - Quiz

Wat betekent 'inflatie'?
A
Je geld wordt minder waard
B
Alles wordt goedkoper
C
De prijzen van goederen en diensten stijgen
D
Er komt meer geld bij

Slide 32 - Quiz

Wat is een 'mascotte'?
A
Een voorwerp dat veel waard is.
B
Een voorwerp waarvan men denkt dat het geluk brengt.
C
Een voorwerp dat steeds verandert van kleur.
D
Een voorwerp dat er heel mooi uitziet.

Slide 33 - Quiz