Thema A

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A

Vandaag...
- Stillezen
- Woordenschat
- Nieuw schooldier







 Huiswerk
Thema A §4: Reclame, blz. 118










Leerdoelen:
- Ik kan nieuwe dingen uit een tekst halen
- Ik kan een overtuigende tekst schrijven
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A

Vandaag...
- Stillezen
- Woordenschat
- Nieuw schooldier







 Huiswerk
Thema A §4: Reclame, blz. 118










Leerdoelen:
- Ik kan nieuwe dingen uit een tekst halen
- Ik kan een overtuigende tekst schrijven

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij van...
het konijn?



Slide 2 - Diapositive

Het konijn


- zet een streep onder de dingen die je nog niet wist
- omcirkel de woorden die je niet kent

Slide 3 - Diapositive

Ons nieuwe schooldier
- kies het nieuwe schooldier
- schrijf op wat voor soort dier het is (benoem daarbij twee dingen die je zelf nog niet wist)
- geef aan waarom dit dier geschikt is voor het Agnieten College
- geef ook aan waar het dier komt in de school

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent 'fictie'?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen

Slide 5 - Quiz

Wat is 'demonstreren'?
A

Slide 6 - Quiz


A

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Wat is een 'mascotte'?
A
Een voorwerp dat veel waard is.
B
Een voorwerp waarvan men denkt dat het geluk brengt.
C
Een voorwerp dat steeds verandert van kleur.
D
Een voorwerp dat er heel mooi uitziet.

Slide 9 - Quiz

Online werken
- Ga naar Magister.
- Kies 'leermiddelen' (menu aan de linkerkant).
- Ga naar Nieuw Nederlands.
- Kies het boek 'vmbo-t havo'.
- Ga naar Thema A,  §4 Reclame.

Slide 10 - Diapositive

 Spelling
We gaan § 3, 4 en 5 nakijken.

Slide 11 - Diapositive

Thema A: mens en dier
We trappen af met ...

een dierenquiz!

Slide 12 - Diapositive

Categorie 1
Meerkeuze vragen
1 punt per juist antwoord

Slide 13 - Diapositive

Hoe heet een mannetjes bij?
A
dar
B
werkster
C
larve
D
koningin

Slide 14 - Quiz

Hoe heet een jong van een dolfijn?
A
jong
B
pulletje
C
kalf
D
welp

Slide 15 - Quiz

Hoe heet een mannetjes olifant?
A
stier
B
beer
C
keiler
D
bul

Slide 16 - Quiz

Categorie 2
Kies wat er op de puntjes moet staan
1 punt per juist antwoord

Slide 17 - Diapositive

Een beer van dit dier is een ...
A
mannetje
B
vrouwtje
C
jong

Slide 18 - Quiz

Een ooi van dit dier is een ...
A
mannetje
B
vrouwtje
C
jong

Slide 19 - Quiz

Een welp van dit dier is een ...
A
mannetje
B
vrouwtje
C
jong

Slide 20 - Quiz

Een woerd van dit dier is een ...
A
mannetje
B
vrouwtje
C
jong

Slide 21 - Quiz

Categorie 3
Open vragen
2 punten per juist antwoord

Slide 22 - Diapositive

Hoe noem je het jong van dit dier?

Slide 23 - Question ouverte

Categorie 4
Groepen dieren

Slide 24 - Diapositive

Een groep herten heet een ...
A
troep
B
koppel
C
roedel
D
groep

Slide 25 - Quiz

Een groep vogels heet een ...
A
bende
B
vlucht
C
zwerm
D
klucht

Slide 26 - Quiz

Een groep wilde zwijnen heet een ...
A
rotte
B
troep
C
groep
D
koppel

Slide 27 - Quiz

Bonusronde!

Slide 28 - Diapositive

Dit dier komt wel voor op de Veluwe
Dit dier komt niet voor op de Veluwe

Slide 29 - Question de remorquage


Welk dier hoort NIET bij 'the big five"?
A
Luipaard
B
Leeuw
C
Krokodil
D
Neushoorn

Slide 30 - Quiz

Hoeveel vleugels heeft een vlinder?
A
2
B
4
C
6

Slide 31 - Quiz

Vlinders hebben 4 vleugels. 
Ze hebben zowel links als rechts een boven- en een ondervleugel.

Slide 32 - Diapositive

Alleen mannetjesmuggen steken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Alleen vrouwtjes steken. 
Het bloed gebruiken ze om hun eitjes te laten rijpen.

Slide 34 - Diapositive

Hoeveel ogen heeft een spin?
A
twee, net als wij
B
Meestal zes, drie vóór en drie achter
C
Meestal acht
D
Een spin heeft helemaal geen ogen

Slide 35 - Quiz

Hoeveel stekels heeft een egel?
A
2.000
B
8.000
C
18.000
D
80.000

Slide 36 - Quiz



Egelbaby's hebben er in het begin ongeveer 100. 
Omdat ze zacht zijn, geeft het geen 
problemen bij de geboorte. 
Uiteindelijk heeft een volwassen egel
 wel 8.000 harde stekels!

Slide 37 - Diapositive

Waar slapen eekhoorns?
A
Onder de grond
B
Net als vleermuizen, ondersteboven aan een tak
C
In een nest in de boomtakken
D
Gewoon op de grond

Slide 38 - Quiz

Thema A - §1, Mens en dier
Bespreek in tweetallen de vragen van bladzijde 108.

Slide 39 - Diapositive

Thema A - §2, 'Och beertje toch'
We lezen samen de boekfragmenten.
Beantwoord daarna de vragen.


Slide 40 - Diapositive

Wat betekent 'fictie'?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen

Slide 41 - Quiz

Wat betekent 'inflatie'?
A
Je geld wordt minder waard
B
Alles wordt goedkoper
C
De prijzen van goederen en diensten stijgen
D
Er komt meer geld bij

Slide 42 - Quiz

Wat is een 'mascotte'?
A
Een voorwerp dat veel waard is.
B
Een voorwerp waarvan men denkt dat het geluk brengt.
C
Een voorwerp dat steeds verandert van kleur.
D
Een voorwerp dat er heel mooi uitziet.

Slide 43 - Quiz