Introductie H2: talen

1 / 14
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Vidéo

Welk oud-Nederlands woord vind jij een vreselijk woord? En welk woord vind je mooi/grappig/leuk?

Slide 3 - Question ouverte

Voor wie is straattaal volgens jou bedoeld?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Noteer hier een woord/zin uit straattaal en noteer ook de betekenis.

Slide 6 - Carte mentale

Skeer 
Merrie
Tjappa

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Vidéo

Hoe komt het dat sommige kinderen bij het woord 'fakka' aan vuur denken?

Slide 9 - Question ouverte

Straattaal: Wat betekent 'flashen'?
A
in de maling nemen
B
iemand pijn doen
C
stelen

Slide 10 - Quiz

Spreek jij een dialect?
Welk dialect?

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekent deze Zeeuwse zin?
'Ik è nogga last van vuulte ronds m’n oenderkot.'

Slide 12 - Question ouverte

Brabants dialect. Wat betekent:
'Zund' ?
A
jammer
B
leuk
C
gezellig
D
zondvloed

Slide 13 - Quiz

Wat betekent het Amsterdamse woord 'majem'?
A
zonneschijn
B
jas
C
mouwen
D
regen

Slide 14 - Quiz