HavoH8

 H6: enkelvoudige - en samengestelde rente 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

 H6: enkelvoudige - en samengestelde rente 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt een enkelvoudige en samengestelde rente per jaar omrekenen naar een rente per maand 
  2. Je kunt de aflossing en rente van een lineaire lening berekenen 
  3. Je kunt de restschuld van een lineaire lening berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Bereken de opgebouwde rente na 2 jaar
sparen €1.000 op een rekening tegen 1,5% enkelvoudige rente
timer
1:00
A
€50,00
B
€60,00
C
€30,00
D
€20,00

Slide 3 - Quiz

Antwoord
Bereken de opgebouwde rente na 2 jaar 
sparen €1.000 op een rekening tegen 1,5% enkelvoudige rente

1,5% * 1.000 = 1,5/100 * 1.000 = 15 na 1 jaar
na 2 jaar: 15 + 15 = 30

Slide 4 - Diapositive

Bereken de eindwaarde na 3 jaar sparen
bij een eenmalige storting van €1.000 op
de rekening tegen 2% rente (samengesteld)
timer
1:30
A
€1061,20
B
€1061,21
C
€1061,22
D
€1061,23

Slide 5 - Quiz

Antwoord
Bereken de eindwaarde na 3 jaar sparen 
bij een eenmalige storting van €1.000 op 
de rekening tegen 2% rente (samengesteld)

(1,02)^3 * 1.000 = 1.061,21

Slide 6 - Diapositive

Bereken hoeveel je nu op de spaarrekening
moet zetten om na 3 jaar, tegen een rente
van 5% een saldo van € 926,10 te hebben?

timer
1:00
A
€ 800,00
B
€ 840,00
C
€ 912,34
D
€ 1.072,08

Slide 7 - Quiz

Antwoord
Bereken hoeveel je nu op de spaarrekening 
moet zetten om na 3 jaar, tegen een rente 
van 5% een saldo van € 926,10 te hebben?

C = E (1 +i)^-n   of  C = E/(1+i)^n
926,10 (1,05)^-3 = 800 

Slide 8 - Diapositive

Enkelvoudige rente
Alleen over je beginbedrag ontvang je rente, je ontvangt geen rente over de bijgeschreven rente van een eerdere periode. 

Spaardeposito 5 jaar € 1.000 tegen 5% rente per jaar
  • Jaarlijks is de rente 5% over € 1.000 = € 50 
  • De opgebouwde  rente na 5 jaar = 5 x € 50 = € 250
  • Het eindkapitaal na 5 jaar = € 1.000 + € 250 = € 1.250

Slide 9 - Diapositive

Samengestelde rente
Je ontvangt rente over je beginbedrag én over de eerder bijgeschreven rente. 
    Jaarlijks neemt de te ontvangen rente daardoor toe.

    Spaardeposito 5 jaar € 1.000 tegen 5% rente s.i. per jaar
    Na jaar 1 is de rente 5% over € 1.000 = € 50 
    Na jaar 2 is de rente 5% over (€ 1.000 + € 50) = € 52,50
    Het eindkapitaal na 5 jaar = € 

    1.0001,055=1.276,28

    Slide 10 - Diapositive

    Samengestelde rente: contante waarde
    Hiermee bereken je hoeveel je vandaag moet storten om op een later moment een bepaald bedrag gespaard te hebben.

    Je wilt over 5 jaar € 1.000 hebben, op je rekening ontvang je 5% samengestelde rente per jaar. 
    1.0001,055=783,53

    Slide 11 - Diapositive

    Samengestelde rente 
    De samengestelde rente is 0,5% per half jaar, wat is de rente per jaar? 


    Slide 12 - Diapositive

    Samengestelde rente 
    De samengestelde rente is 0,5% per half jaar, wat is de rente per jaar? 

    rente per jaar = 


    (1+0,005)2=1,01

    Slide 13 - Diapositive

    Samengestelde rente 
    De samengestelde rente is 3% per jaar, wat is de rente per half jaar? 

    rente per half jaar = 
    het rentepercentage is 1,49% 

    (1+0,03)21=1,030,5=1,0149

    Slide 14 - Diapositive

    Lenen: aflossing
    Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaar. 

    Wat is het aflossingsbedrag per jaar? 

    Slide 15 - Diapositive

    Lenen: aflossing
    Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaar. 

    Wat is het aflossingsbedrag per jaar? 
    € 10.000/ 10 = € 1.000 

    Wat is de restschuld na 3 jaar? 

    Slide 16 - Diapositive

    Lenen: aflossing en restschuld
    Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaar. 

    Wat is het aflossingsbedrag per jaar? 
    € 10.000/ 10 = € 1.000 

    Wat is de restschuld na 3 jaar? 
    € 10.000 - 3 x € 1.000 = € 7.000


    Slide 17 - Diapositive

    Lenen: rente
    Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaarlijkse termijnen. De rente bedraagt 8% per jaar. 

    Wat is de rente die je betaalt over het 1e jaar ? 




    Slide 18 - Diapositive

    Lenen: rente
    Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaarlijkse termijnen. De rente bedraagt 8% per jaar en betaal je jaarlijks achteraf.
    Wat is de rente die je betaalt over het 1e jaar ? 0,08% x € 10.000 = € 800

    Wat is de rente die je betaalt over het 3e jaar?



    Slide 19 - Diapositive

    Lenen: rente
    Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaarlijkse termijnen. De rente bedraagt 8% per jaar en betaal je jaarlijks achteraf.

    Wat is de rente die je betaalt over het 3e jaar?
    0,08 x (€ 10.000 - 2 x € 1.000) = 0,08 x € 8.000 = € 640



    Slide 20 - Diapositive

    Lenen: rente 
    De rente is 6% per jaar. Wat is de rente per maand? 




    Slide 21 - Diapositive

    Lenen: rente 
    De rente is 6% per jaar. Wat is de rente per maand? 

    6/12 = 0,5 % per maand 






    Slide 22 - Diapositive

    Wat heb je geleerd?

    Slide 23 - Diapositive

    Terugblik leerdoelen
    1. Je kunt een enkelvoudige en samengestelde rente per jaar omrekenen naar een rente per maand 
    2. Je kunt de aflossing en rente van een lineaire lening berekenen 
    3. Je kunt de restschuld van een lineaire lening berekenen.

    Slide 24 - Diapositive

    Een 7,5% lening van € 40.000,- heeft een looptijd van 5 jaar. De interest wordt aan het einde van elk jaar betaald. Bereken het bedrag dat aan het eind van het 2e jaar wordt betaald, als de lening aan het eind van de looptijd ineens wordt afgelost.
    A
    € 3.000,-
    B
    € 4.000,-
    C
    € 3.500,-
    D
    € 2.500,-

    Slide 25 - Quiz

    Een 7,5% lening van € 40.000,- heeft een looptijd van 5 jaar. De interest wordt aan het einde van elk jaar betaald. Bereken het bedrag dat aan het eind van het 2e jaar wordt betaald, als de lening lineair wordt afgelost. De betalingen van de aflossing vinden plaats aan het einde van het jaar.
    A
    € 7.500,-
    B
    € 8.000,-
    C
    € 8.500,-
    D
    € 10.400,-

    Slide 26 - Quiz

    Hoeveel leerdoelen heb je bereikt?
    A
    0
    B
    1
    C
    2
    D
    3

    Slide 27 - Quiz

    Vind je de lesstof nog lastig? Bekijk dan de extra uitleg in de volgende video's.

    Slide 28 - Diapositive

    Slide 29 - Vidéo

    Slide 30 - Vidéo

    Slide 31 - Vidéo