oefentoets se 3

• Kunst
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Rembrandt

De beroemde zeventiende-eeuwse Nederlandse schilder Rembrandt van Rijn maakte veel zelfportretten. 

Op de afbeelding zie je een zelfportret dat hij schilderde rond 1658. Met dit portret wilde Rembrandt laten zien dat hij een succesvolle en goede schilder was.

Noem twee aspecten van de voorstelling waaraan je kan zien dat hij succesvol was

Rembrandt schilderde dit portret realistisch.
Noem een voorbeeld van het aspect licht waaraan je dat kan zien.

Wat voor functie heeft dit portret?

1. religieus
2. wervend
3. toegepast

Etsen

Rembrandt maakte naast schilderijen ook veel etsen.

Op figuur 1, 2 en 3 zie je er drie, alle zelfportretten, gemaakt rond 1631. 

Met deze etsen deed Rembrandt onderzoek naar het maken van portretten.
Noem twee aspecten die Rembrandt onderzocht met deze etsen.

Het suggereren van plasticiteit in een schilderij is anders dan in een ets. Beschrijf hoe Rembrandt plasticiteit suggereert in deze etsen.

Schilders maken vaak een zelfportret.
Noem twee redenen die het aantrekkelijk maken voor een schilder om zichzelf en niet een ander model te schilderen.

zelfportret Egon Schiele

zelfportret Rembrandt van Rijn

Noem twee aspecten van de voorstelling waarin de portretten van Schiele en Rembrandt verschillen.

Beschrijf de hanteringswijze van Rembrandt.

Beschrijf de hanteringswijze van Schiele

In dit portret van Schiele ligt de nadruk op

1. harmonie
2. expressie
3. naturalisme
4. kleur