Blok 3 - groep 6
1 / 20
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ander woord voor middageten:
Slide 2 - Question ouverte
Ander woord voor deftig:
Slide 3 - Question ouverte
Niet in armoede leven maar in:
Slide 4 - Question ouverte
Niet zelf autorijden, maar een _____ nemen.
Slide 5 - Question ouverte
Niet per ongeluk, maar _________
Slide 6 - Question ouverte
Hij _________ (blazen, tt) de kaarsjes uit.
Slide 7 - Question ouverte
Wij ________ (verliezen, tt) de wedstrijd.
Slide 8 - Question ouverte
Janneke ____________ (liggen, tt) in het gras.
Slide 9 - Question ouverte
_______ (hebben, tt) jij een blauwe fiets?
Slide 10 - Question ouverte
Waar is het woord goed gespeld?
A
de goochelar
B
de goochelaar
C
de chochelaar
D
de googelaar
Slide 11 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
de hoikoorts
B
de hoikorts
C
de hooikoorts
D
de hooikorts
Slide 12 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
naukeurig
B
noukeurig
C
nouwkeurig
D
nauwkeurig
Slide 13 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
vijlighijt
B
veiligheid
C
veilighijd
D
vijligheit
Slide 14 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
middeleeuwen
B
mideleeuwen
C
middellleeuwen
D
middeleuwen
Slide 15 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
sucses
B
sukses
C
succes
D
succez
Slide 16 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
kanos
B
kanoos
C
kanno's
D
kano's
Slide 17 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
de vuilniszak
B
ze veulniszak
C
de vulniszak
D
de vulliszak
Slide 18 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
de pozietie
B
de positie
C
de positsie
D
de pozietzie
Slide 19 - Quiz
Waar is het woord goed gespeld?
A
exsoties
B
exsotisch
C
exotisch
D
exotis
