VD5 TOETS
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
BED VERSCHONEN
Slide 2 - Carte mentale
Wat moet je doen als de patiënt niet uit bed kan?
A
De patiënt toch uit bed halen met bijv. een tillift
B
De patiënt op een rolstoel zetten en even laten wachten
C
Het bed opmaken met een andere verzorgende
D
Een papegaai gebruiken
Slide 3 - Quiz
Wat kun je met een bedpapegaai doen?
A
Een bed gemakkelijker verschonen
B
De hoogte van een bed verstellen
C
De patiënt kan zichzelf omhoog trekken
Slide 4 - Quiz
Wat is een dekenboog?
A
Een boog waar je je deken op kunt hangen
B
Een boog waaraan dekens hagen die gelucht moeten worden
C
Een boog voor mensen die iets aan hun been hebben
Slide 5 - Quiz
Is dit juist: een hoeslaken is hetzelfde als een matrasbeschermer?
A
JA
B
NEE
Slide 6 - Quiz
Wat vertel je allemaal aan de patient?
A
Alles wat je gaat doen
B
Je stelt je voor, vertelt alle handelingen die je gaat doen
C
Je stelt je voor
D
Niks
Slide 7 - Quiz
Hoe vaak moet het bed opgemaakt worden denk je?
Slide 8 - Question ouverte
Wat heb je allemaal nodig om een bed te verschonen en op te maken?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe werk je hygienisch
A
Door je handen te wassen voor en na het opmaken van het bed
B
Door je sieraden af te doen
C
Door handschoenen aan te doen
D
Door alles wat hier voor genoemd is
