Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hoofdstuk 11 en 12 29 november
Toets/ Test: 6 december
30-45 minuten/ minutes.
De werkwoorden hebben en zijn in de present blz. 134
De perfectum van de regelmatige werkwoorden. blz. 131,132
De imperfectum van de regelmatige werkwoorden blz.148,149
Zelf zinnen maken met een paar woorden blz. 128
(waar - bultjes)
Vragen verzinnen bij de antwoorden. blz. 135
..................................................... Hij is mijn vriend.
1 / 40
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
HBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Toets/ Test: 6 december
30-45 minuten/ minutes.
De werkwoorden hebben en zijn in de present blz. 134
De perfectum van de regelmatige werkwoorden. blz. 131,132
De imperfectum van de regelmatige werkwoorden blz.148,149
Zelf zinnen maken met een paar woorden blz. 128
(waar - bultjes)
Vragen verzinnen bij de antwoorden. blz. 135
..................................................... Hij is mijn vriend.
Slide 1 - Diapositive
Les 29 november 2022
Uitdrukking:
Door en
Slide 2 - Diapositive
De uitdrukking:
Door dik en dun =
Through thick and thin
Vriendschap = friendship
Steunen = to support
een zin waarin je bovenstaande uitdrukking gebruikt.
Slide 3 - Diapositive
Van harte gefeliciteerd met de buurvrouw
Slide 4 - Diapositive
Happy birthday to your neighbour
Slide 5 - Diapositive
Ik ben gek op Cubaanse muziek
Slide 6 - Diapositive
I am crazy about Cuban music
Slide 7 - Diapositive
Ik ben gek op Nederlandse muziek
Slide 8 - Diapositive
I am crazy about Dutch music
Slide 9 - Diapositive
Ik heb je over het festival verteld
Slide 10 - Diapositive
I told about the festival
Slide 11 - Diapositive
Dat kon ik me
herinneren
Slide 12 - Diapositive
I could
remember
that
Slide 13 - Diapositive
Wil je een stukje
taart
?
Slide 14 - Diapositive
Would you like a piece of cake?
Slide 15 - Diapositive
Je weet de weg
Slide 16 - Diapositive
You know the way
Slide 17 - Diapositive
Kan jij de deur
openen
?
Slide 18 - Diapositive
Can you open the
door
?
Slide 19 - Diapositive
het bedrijf
Slide 20 - Question ouverte
eerst
Slide 21 - Question ouverte
accountant
Slide 22 - Question ouverte
Zoek een plaatje op van een bioscoop
Slide 23 - Question ouverte
het kantoor
Slide 24 - Question ouverte
druk
Slide 25 - Question ouverte
ik verveel me
Slide 26 - Question ouverte
nooit
Slide 27 - Question ouverte
Dat klopt
Slide 28 - Question ouverte
zwemmen
Slide 29 - Question ouverte
wat toevallig
Slide 30 - Question ouverte
de reis
Slide 31 - Question ouverte
opschrijven
Slide 32 - Question ouverte
langzamer
Slide 33 - Question ouverte
praten
Slide 34 - Question ouverte
Reflexieve werkwoorden/ reflexive verb
subjectvorm
reflexief pronomen
ik
me
jij/ je
je
u
u/ zich
hij, zij/ ze
zich
wij/ we
ons
jullie
je
zij/ze
zich
zich vergissen
Ik
vergis
me
.
Jij/ je
vergist
je
.
Hij
vergist
zich
.
Zij/ ze
vergist
zich
.
Wij/we
vergissen
ons
.
Jullie
vergissen
je
.
Zij/ze
vergissen
zich.
Maak opd.6 blz.164/165
Let op! Kennen jullie
elkaar
?
Slide 35 - Diapositive
Herhalen: reflexieve werkwoorden
zich herinneren = (to remember) Ik..............niets.
zich vervelen = (to be bored) Jij................nooit.
zich voelen = (to feel) Hij...............goed.
zich vergissen = (to be mistaken) Wij............vaak.
zich voorbereiden = (to prepare) Zij...........altijd.
Schrijf / write down 5 zinnen in je schrift met deze werkwoorden/ verbs.
timer
5:00
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Vidéo
Noteer 5 - 10 woorden die typisch Nederlands zijn.
Slide 38 - Diapositive
Gesprek: Je bent op een verjaardag
A B
-Feliciteer een familielid van de jarige - Bedank en vraag hoe hij/ zij de jarige kent?
- Vertel dat je hem/haar kent van ............. - Vraag wat hij/ zij doet?
- Vertel dat je ............................................................ - Reactie zoals 11.4 blz. 162
- Vraag wat zijn/ haar hobby's zijn? - Vertel wat je doet. Vraag wat zijn/ haar hobby's zijn?
- Vertel wat je hobby's zijn. Vraag van - Geef antwoord. Vraag of
welke muziek hij/ zij houdt hij/ zij taart wil?
- Geef antwoord - (haalt de taart en samen
eten jullie je taart)
Slide 39 - Diapositive
Opdracht 7 bladzijde 165
Opdracht 13 bladzijde 168
Uitspraak
e
E
xam
e
nw
e
k
e
n
Slide 40 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 5
Octobre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
HBO
Studiejaar 2
Hoofdstuk 10 en 11 les 22 november
Novembre 2022
- Leçon avec
38 diapositives
NT2
HBO
Studiejaar 1
Les 1
Juin 2024
- Leçon avec
19 diapositives
week 6 30/9 en 01/10
Septembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
ISK
les 14 NLA2
Avril 2021
- Leçon avec
19 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2
week 5 23/9 en 24/9
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
ISK
Les 7
Juin 2023
- Leçon avec
34 diapositives
NT2
HBO
Studiejaar 1
spelling 3
Août 2024
- Leçon avec
13 diapositives