(1) Spreken en gesprekken H2: een gebeurtenis beschrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Weekplanning

Spreken en gesprekken H2: een gebeurtenis beschrijven

Spreken en gesprekken H4: een instructie geven

Repetitie woordsoorten H1-H6 (Quayn)

Vandaag

Les 2, week 16

Les 3, week 16

Vandaag 

1. Hoe zat het ook alweer met...
2. Lesdoel
3. Spreken en gesprekken H2: een gebeurtenis beschrijven
4. Zelf aan de slag
5. Lesdoel controle
6. Afsluiting

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 

WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP

Let op: 

Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!

Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 

Woordsoorten benoemen

Wanneer is de toets en in welk lokaal moeten we zijn?

• Wanneer= bijwoord
• is= hww
• de= blw
• toets= zn
• in= vz
• welk= vr.vnw
• lokaal= zn
• moeten= hww
• zijn= zww

Woordsoorten benoemen

Het is in lokaal 55 waar de toets morgen wordt afgenomen.

• Het= x
• waar= bw
• morgen= bw

Ontdek de wereld van...

Een gebeurtenis beschrijven

LESDOEL

Kunnen

Kennen

Signaalwoorden gebruiken om de volgorde van gebeurtenissen aan te duiden

Chronologisch tekstverband

Bijbehorende signaalwoorden

Klassikaal lezen van theorie op blz. 52

Waar? 

Bladzijde 53

Welke opdracht?

3

Wat zijn de 5 w+h-vragen ook alweer?

Zie bladzijde 52

Dagwerk spreken en gesprekken

Kies samen 1 van de situaties bij opdracht 3

Beantwoord samen de 5 w+h-vragen over de gebeurtenis

In viertallen: verdeel de rollen (zie 3.3.)

30 minuten

Zorg voor een nieuwsbericht van ongeveer 250 woorden (1 A-4tje)

Je bent klaar als je een kort nieuwsbericht afhebt en een feedbakcformulier is ingevuld

Afsluiting

Je ontvangt een post-it, noteer hierop het belangrijkste wat je geleerd hebt tijdens deze les. Plak deze post-it vervolgens in je Nederlands schrift zodat je dit de volgende keer ziet.

Einde van deze les

• Kijk om je heen, zie je rotzooi liggen, neem dit dan mee
• Schuif je stoel aan en zet je tafel recht
• Pak je tas, groet me/wens me een fijne dag en ga naar de volgende les of pauze