KNM thema 6.1 6.2 en 6.3

Werk
KNM thema 6
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
KNMISK

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Werk
KNM thema 6

Slide 1 - Diapositive

6.1: Werk zoeken
Lees de tekst (p. 64/ 65)
3. Bespreek samen
4. Zoek op

Slide 2 - Diapositive

Hoe heet een baan waarvoor iemand gezocht wordt?

Slide 3 - Question ouverte

Ik zoek werk.
Wat doe ik?

Slide 4 - Carte mentale

Welke mensen horen NIET bij je netwerk?
A
je familie
B
je vrienden op Facebook
C
alle mensen uit je straat
D
alle mensen uit je klas

Slide 5 - Quiz

Waar vind je veel vactures voor tijdelijk werk?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is waar?

Een uitzendbureau....
A
...werkt alleen online.
B
...controleert of jij solliciteert.
C
...solliciteert voor jou.
D
...stuurt e-mails met vacatures, als je dat wilt.

Slide 7 - Quiz

Jij wilt je inschrijven bij een uitzendbureau. Wat kan jij het beste doen?
A
Jij schrijft een brief.
B
Jij gaat naar de website van het uitzendbureau.
C
Jij belt met het uitzendbureau.
D
Hij vraagt zijn buurman.

Slide 8 - Quiz

6.2 Solliciteren
Je ziet een goede vacature. Je wilt de baan. Dan kan je solliciteren. Je schrijft een sollicitatiebrief.

Lees de tekst op p. 66

Slide 9 - Diapositive

welke 2 dingen MOET je in je sollicitatiebrief schrijven?

Slide 10 - Question ouverte

Wat staat er op je CV?

Slide 11 - Carte mentale

Wat zet je NIET op je cv?
A
de cijfers van je opleiding
B
dat je een rijbewijs hebt
C
je werkervaring
D
het vrijwilligerswerk dat je doet

Slide 12 - Quiz

diploma
Diplomawaardering: Als je een diploma hebt gehaald in je eigen land, dan kan je dit diploma laten waarderen in Nederland. Het is gratis voor inburgeraars.

Slide 13 - Diapositive

ervaring
Heb je geen diploma, maar wel ervaring? Dan kun je een ervaringscertificaat aanvragen. Bijvoorbeeld bij een ROC. Je moet dan laten zien wat je weet en kunt.

Slide 14 - Diapositive

Je hebt geen diploma. Je hebt geen ervaring. Wat kan je dan doen?

Slide 15 - Question ouverte

Waar praat je vooral over in een eerste sollicitatiegesprek?
A
uren die je moet werken
B
het salaris
C
je motivatie
D
je taken

Slide 16 - Quiz

hoe zorg jij ervoor dat een werkgever positief over jou denkt?

Slide 17 - Carte mentale

Je solliciteert voor medewerker in een restaurant. De werkgever vraagt waarom je dit werk wilt doen. Wat kan je het beste zeggen?
A
mijn vriend zei dat ik moet solliciteren
B
ik vind het fijn om eten te maken
C
dit werk is makkelijk
D
voor dit werk krijg je een goed salaris

Slide 18 - Quiz

6.3: Het contract
Presentatie Betel

Slide 19 - Diapositive

Wat staat in een contract?

Slide 20 - Question ouverte

contract
Iedereen krijgt een persoonlijk contract.
Voor sommige beroepen is een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) Daarin staan afspraken voor alle werknemers met dat beroep in Nederland.

Slide 21 - Diapositive

Als je werkt, krijg je salaris.
Wat is een ander woord voor salaris?

Slide 22 - Question ouverte

loon
Als je salaris (= loon) krijgt, krijg je meestal ook een loonstrook. Op een loonstrook staat je brutoloon en je nettoloon.
Het brutoloon staat in je contract.
Het nettoloon krijg je op je bankrekening. 

Slide 23 - Diapositive

Alle werkende mensen in Nederland betalen sociale verzekeringen. Zo betalen ze mee voor __________ van mensen die niet werken

Slide 24 - Question ouverte

Wanneer krijg je een uitkering?

Slide 25 - Question ouverte