3 Havo Dienstag, den 22 Oktober 2024 K1 Umgebung

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Dienstag, den 22. Oktober 2024
  • Willkommen.
  • Nachsehen Aufgaben Woche 42
  • Lernziele
  • Lernliste besprechen + üben
  • Sprachmittel
  • Schreiben
  • Erklärung Aufgaben Woche 43
  • Hausaufgaben Woche 43
  • Zum Schluss.

Slide 2 - Diapositive

Nachsehen Aufgaben Woche 42

Aufgaben 30 + 31 Seite 34 in schrift!!

Slide 3 - Diapositive

Lernziele/Leerdoelen:
  • Du kannst Fragen stellen und Fragen beantworten über das Wetter und die Umgebung.
  • Du kannst eine kurze Nachricht verstehen und schreiben.
  • Du kannst die Verben haben, sein und werden anwenden.
  • Du kennst die Wörter aus der Lernliste.

Slide 4 - Diapositive

Lernliste Seite 49
Besprechen D Lesen + H Lesen

Slide 5 - Diapositive

Lernliste                         A
  1. de sneeuw
  2. de omgeving
  3. de zon
  4. in het voorjaar
  5. het waait
  6. kouder
  7. de steden
  8. de zon schijnt
  9. das Gewitter
  10. achten auf
  11. klettern
  12. gestalten
  13. beobachten
Lernliste                    B
  1. het meer
  2. de natuur
  3. het onweer
  4. in het zuiden
  5. er is, er zijn
  6. het vriest
  7. 's middags
  8. beter
  9. zerstören
  10. insgesamt
  11. gespannt sein auf
  12. die Begeisterung
  13. der Schutz

Slide 6 - Diapositive

Sprachmittel Seite 36
WICHTIG!!!!

Aufgabe 34: Einen Wochenplan erstellen
  • Arbeitet zu zweit
  • Lest die Situation und seht euch die Wettervorhersage (weerbericht) an.
  • Plant gemeinsam die Woche mithilfe der Sprachmittel Seiten 33 und 51 + Lernliste Seiten 48-49.
  • Eine Tagesaktivität wählen (kiezen) und vorschlagen (voorstellen) und auf den Vorschlag reagieren.
  • Einige SchülerInnen führen das Gespräch.

timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Schreiben   Seiten 38-40
  1. Zusammen Lesen Ansichtskarte Seite 39
  2. Selbständig machen Aufgabe 37: Eine Ansichtskarte
  3. Selbständig machen Aufgabe 39 Seite 40
  4. Fertig: lernen Sprachmittel, Lernliste, Grammatik
  5. Besprechen Aufgaben 37 + 39


timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Erklärung Aufgabe 40 Seite 40
Aufgabe 40: Wörter sortieren (woorden sorteren op frequentie van weinig tot veel)
  1. Vertaal eerst de woorden (uitmuntend.de) en schrijf de vertaling er boven.
  2. Zet de woorden daarna in volgorde van weinig tot veel.
  3. Vul daarna de woorden in bij 40B

Slide 9 - Diapositive

Hausaufgaben Woche 43
L Lernliste Seiten 48-49
L Grammatik Seite 50
L Sprachmittel Seiten 33 +51

M Aufgaben Wiederholung 1 t/m 3 Seiten 132-133
M Aufgabe 38 Seite 39
M Aufgabe 40 Seite 40

StudyGo  Sprachmittel
Slim Stampen online SOM -> Lernliste/Grammatik/Oefentoets

Slide 10 - Diapositive

Zum Schluss:
  • Was haben wir diese Stunde besprochen?

Slide 11 - Diapositive

Grammatik  Wiederholung Seiten 134-135
  • Selbständig machen Aufgaben 5 t/m 8
  • Fertig: Lernen Grammatik, Lernliste, Sprachmittel
  • Besprechen Aufgaben 5 t/m 8
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Sprachmittel   Seite 37
Aufgabe 36: Beschreibe  deinen Traumurlaub!!! Hilfsmittel Sprachmittel/Lernliste. (Vul ook zelf woorden aan!)
  • Wohin: Ich möchte nach ....../in die Niederlande fahren.
  • Warum: Ich finde..../ die Gegend ist ..../ 
  • Wann: Im ....
  • Wie: Ich möchte .. fliegen/fahren. Es dauert ... Stunden.
  • Was: Ich möchte .... ich mag ..../ ich liebe ....
=> Wissel van rol en varieer zoveel mogelijk!!!!!

timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Sprachmittel   Seiten 36-37
StudyGo
Oefenlijst aanmaken van activiteiten en dergelijke uit Aufgaben 34 +36 Seiten 36-37
timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Jede Stunde dabei!
Arbeitsbuch         Heft                 ein gefülltes Etui     Laptop + Ladekabel
                                                                                                      + Ohrhörer/Kopfhörer

Slide 15 - Diapositive

Arbeitsbuch und weiter:
  • Wo findet man etwas im Arbeitsbuch?
  • Was behandeln wir dieses Jahr?
  •  Tests, Lese- und Hörtests
  • Wo findet man Informationen?

Slide 16 - Diapositive

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 145 Arbeitsbuch A
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg, noteren in je schrift

Slide 17 - Diapositive

Modalverben Präsens
De Duitse Modalverben verschillen in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').
  3. bij sollen géén klinkerwisseling enkelvourd.
  4. extra bij wissen => enkelvoud ß in plaats van ss

Slide 18 - Diapositive

Modalverben
können    =kunnen
dürfen      =mogen/toestemming hebben
müssen    =moeten, het kan niet anders
wollen       =willen
wissen      =weten
mögen      =lusten, leuk vinden, aardig vinden
sollen         =moeten, wil van ander, vragen naar keuze ander

möchten= (zou)graag willen, willen=>wens

Slide 19 - Diapositive

Modalverben klinkerwisseling enkelvoud!!!
                            stam enkelvoud door klinkerwisseling!!!!!!
können    =      kann
dürfen      =     darf
müssen    =    muss
wollen       =    will
wissen      =    weiß
mögen      =    mag
sollen         =   soll


Slide 20 - Diapositive

Modalverben 
  • Wat zijn de verschillen tussen het vervoegen van Modalverben en zwakke werkwoorden?
  • Welke aandachtspunten zijn er nog te vertellen m.b.t. Modalverben.
  • Wat betekenen de Modalverben?
  • Wat kun je vertellen over het werkwoord möchten?

Slide 21 - Diapositive

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   er/sie/es/man antwortet

Slide 22 - Diapositive

Grammatik üben

Slide 23 - Diapositive