Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Bij welke theorie hoort de volgende uitspraak: Jongeren zijn vaker crimineel als ze foute vrienden hebben?
A
Bindingstheorie
B
Persoonlijkheidstheorie
C
Aangeleerd-gedrag theorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 5 - Quiz
Bij welke theorie hoort de volgende uitspraak: Onze bindingen voorkomen dat we crimineel worden.
A
Bindingstheorie
B
Persoonlijkheidstheorie
C
Aangeleerd-gedrag theorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 6 - Quiz
Bij welke theorie hoort de volgende uitspraak: De ex-crimineel blijft zich crimineel gedragen, omdat zijn omgeving dat van hem verwacht.
A
Bindingstheorie
B
Persoonlijkheidstheorie
C
Aangeleerd-gedrag theorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 7 - Quiz
Bij welke theorie hoort de volgende uitspraak: Crimineel gedrag komt door psychische stoornissen en onbeheersbare driften.
A
Bindingstheorie
B
Persoonlijkheidstheorie
C
Aangeleerd-gedrag theorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Situatie Een vechtpartij op straat wordt opgemerkt door de persoon die de beelden van de bewakingscamera’s in de gaten houdt. Wie komt er nu in actie en wat doet deze persoon?
Slide 12 - Question ouverte
Mag de politie hierbij geweld gebruiken?
Slide 13 - Question ouverte
De vechtpartij is gestopt. Wat doet de politie nu? Wat mag hij doen?
Slide 14 - Question ouverte
Als je bent aangehouden voor een overtreding schrijft de …………. een proces-verbaal.
A
officier van justitie
B
rechter
C
politie
D
verdachte
Slide 15 - Quiz
Een proces-verbaal is een verslag over:
A
de schade na het misdrijf.
B
het misdrijf en de verdachte.
C
de rechtszaak.
D
de beslissing van de officier van justitie.
Slide 16 - Quiz
De politie stuurt dit verslag door naar:
A
de rechter
B
de OvJ
C
de verdachte
D
de slachtoffer
Slide 17 - Quiz
Wie bepaalt of de verdachte nog langer vastgehouden moet worden?
Slide 18 - Question ouverte
Welke taken heeft de officier van justitie?
A
opsporing en vervolging.
B
beslissen of iemand schuldig is
Slide 19 - Quiz
Wie beslist of iemand schuldig is aan het plegen van een strafbaar feit?
A
OvJ
B
Rechter
C
Politie
D
Advocaat
Slide 20 - Quiz
Welke rol heeft de officier van justitie tijdens de rechtszaak?
A
De rechtszaak leiden.
B
Het vonnis (de straf) bepalen.
C
De schuld van de verdachte bewijzen.
D
De verdachte verdedigen.
Slide 21 - Quiz
Stel. Het slachtoffer van de vechtpartij wil een verklaring afleggen. Waar moet hij/zij naartoe?
Slide 22 - Question ouverte
Wat nu als het slachtoffer besloten heeft geen aangifte te doen en de politie weinig bewijzen heeft? Wat gebeurt er dan met de verdachte?
A
OvJ seponeert de zaak
B
OvJ besluit te vervolgen
C
OvJ geeft een boete (schikking)
D
Wordt het een rechtszaak
Slide 23 - Quiz
De OvJ heeft samen met de politie het onderzoek naar de verdachte afgerond. De OvJ vindt dat de verdachte straf moet krijgen. Wie beslist daarover?