Functies, beenverbindingen, spieren (b. 1,2,3)

Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven, stevigheid, bescherming
D
Alleen vormgeven
1 / 40
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven, stevigheid, bescherming
D
Alleen vormgeven

Slide 1 - Quiz

Welke functie hebben kalkzouten in bot?
A
Zorgen voor stevigheid
B
Zorgen voor buigzaamheid
C
Zorgen voor de vorm
D
Zorgen voor beweging

Slide 2 - Quiz

Welke functie heeft lijmstof in bot?
A
Zorgt voor stevigheid
B
Zorgt voor buigzaamheid
C
Zorgt voor vorm
D
Zorgt voor beweging

Slide 3 - Quiz

Bekijk dit plaatje

Slide 4 - Diapositive

Welk weefsel zag je op het plaatje van de vorige dia?
A
Beenweefsel
B
Kraakbeenweefsel
C
Bloed
D
Huid

Slide 5 - Quiz


Hoe heet de verbinding tussen ribben en borstbeen? En hoe beweeglijk is het?

A
Kraakbeen verbinding een beetje beweging mogelijk
B
Gewricht een beetje beweging mogelijk
C
Kraakbeen verbinding veel beweging mogelijk
D
Gewricht veel beweging mogelijk

Slide 6 - Quiz

Rib
Gat voor ruggenmerg
Borstbeen
Borstwervel

Slide 7 - Question de remorquage

Bij een vergroeide verbinding is er .......... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
Een beetje
C
Veel

Slide 8 - Quiz

Geef een voorbeeld van een verbinding die vergroeid is

Slide 9 - Question ouverte

Bij een naadverbinding is er........... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
Een klein beetje
C
Veel

Slide 10 - Quiz

Geef een voorbeeld van een naadverbinding

Slide 11 - Question ouverte

Bij een gewricht is er........ beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
een klein beetje
C
Veel

Slide 12 - Quiz

Gewrichtskapsel
Gewrichtskogel
Gewrichtsband
Kraakbeen
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer

Slide 13 - Question de remorquage


Juist of onjuist: Het gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer af
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Scharniergewricht
Rolgewricht
Kogelgewricht

Slide 15 - Question de remorquage

Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 16 - Quiz

Tussen spaakbeen en ellepijp zit een........
A
Rolgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 17 - Quiz

Geef een voorbeeld van een verbinding door een scharnier-gewricht

Slide 18 - Question ouverte

Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen
Veel beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Geen beweging

Slide 19 - Question de remorquage

Instructie Basisstof 4: Spieren

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

In het kort:
Een spier is onderdeel van het spierstelsel.
Een spier zit door middel van een pees vast aan het bot
Een spier kan alleen samentrekken; hij wordt dan dikker en korter
Voor 1 beweging zijn 2 spieren nodig zij zijn antagonisten van elkaar

Slide 22 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren, spiercellen, spierstelsel
B
Spierstelsel, spieren, spiercellen
C
Spiercellen, spieren, spierstelsel

Slide 23 - Quiz

Een beweging ontstaat omdat de pees zich samentrekt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Een spier kan zich alleen .............
A
Samentrekken
B
Uitrekken

Slide 25 - Quiz

Een samengetrokken spier is..........
A
Lang en dun
B
Kort en dik

Slide 26 - Quiz

Hoeveel spieren zijn er nodig om 1 beweging te maken?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Hoe heten spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken?
A
Tegengestelde spieren
B
Antagonisten
C
Triceps
D
Biceps

Slide 28 - Quiz

Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat? 
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees

Slide 29 - Question de remorquage

Spierschede
Spiervezel
Pees
Uitloper van een beweginszenuwcel

Slide 30 - Question de remorquage

Hoe komt het dat een baby makkelijk zijn teentje in de mond kan steken?

Slide 31 - Question ouverte

Geef 2 functies van het skelet

Slide 32 - Question ouverte

Noem de 4 verschillende beenverbindingen

Slide 33 - Question ouverte

Hoe heet het type gewricht wat je in verschillende richtingen kunt
bewegen?

Slide 34 - Question ouverte

Noem een kogelgewricht in jouw lichaam

Slide 35 - Question ouverte

Hoe heet het type gewricht wat je in 1 richting kunt bewegen (heen en terug)

Slide 36 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een scharniergewricht in jouw lichaam

Slide 37 - Question ouverte

Blessures

Slide 38 - Carte mentale

Waarom is een warming up goed voor je spieren?
A
Spieren krijgen minder bloed, de verbranding gaat daardoor langzamer
B
Spieren blijven koud en zullen daardoor minder snel overbelast raken
C
Spieren krijgen meer bloed, ze worden warmer en er gaat meer zuurstof naar toe

Slide 39 - Quiz

Een cooling down voorkomt erge spierpijn, hoe komt dat?
A
Bloed stroomt sneller door je spier, daardoor worden afvalstoffen sneller afgevoerd
B
Bloed stroomt langzamer door je spier daardoor worden afvalstoffen langzamer afgevoerd
C
Het bloed stopt met stromen

Slide 40 - Quiz