Thema 5 les 2 de vrouw

Djano
Gaby
Romy
Chéden
Keano
Aneidy
Sara
Jahvendrix
Anouk
Chabo
Sey
Pavel
Kim
Omar
                              bord
HUISWERK CONTROLE
LEG JE BOEK KLAAR
en je begrippenlijst
r
a
a
m
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Djano
Gaby
Romy
Chéden
Keano
Aneidy
Sara
Jahvendrix
Anouk
Chabo
Sey
Pavel
Kim
Omar
                              bord
HUISWERK CONTROLE
LEG JE BOEK KLAAR
en je begrippenlijst
r
a
a
m

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Absentie, zorg dat je spullen op tafel liggen
Herhaling vorige les..
Doelen van de les
Doel met uitleg
Opdrachten maken 
Nakijken  
Doel van de les en afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Hoofstukopbouw
1. De puberteit
2. Een vrouw
3. Een man
4. Seks enzo
Herhaling 1 - 4
5. Veilig vrijen
6. Zwangerschap
7. Geboorte en Samenhang 
8 Soa's
Diagnostische toets
Toets

Slide 4 - Diapositive

De puberteit: Doelen
Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen. 
Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit noemen. 

Slide 5 - Diapositive

Doel: Je kunt primaire  geslachtskenmerken noemen. 
Als een baby geboren wordt, kan je direct zien of het een jongen of een meisje is. 
Een jongen herken je aan aan zijn penis en zijn balzak. 
Een meisje herken je aan haar vulva (schaamlippen en opening van de vagina.)
Als je het geslacht niet aan de buitenkant kunt zien, noem je dat: intersekse. 

Slide 6 - Diapositive

Doel: Je kunt secundaire  geslachtskenmerken noemen. 
Geslachtskenmerken die je niet meteen bij de geboorte ziet, noem je de secundaire geslachtskenmerken. 
  • Bij een vrouw: schaamhaar,
borsten en bredere heupen
  • Bij een man: schaamhaar,
baardgroei, borsthaar en
stemverandering

Slide 7 - Diapositive

Doel: Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit noemen.  
Er gebeurt heel veel in je hersenen tijdens de puberteit. 

Slide 8 - Diapositive

nakijken blz 9

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat het verschil is tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe verandert je lichaam tijdens de puberteit?

Slide 11 - Carte mentale

Wat is een groeispurt?
A
Er vindt een langzame groei plaats.
B
Je groeit ineens heel snel
C
Je hoofdhaar groeit erg snel.

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de geestelijke veranderingen in de puberteit?
A
Je wordt zelfstandiger en seksualiteit wordt belangrijk.
B
Er vindt haar groei plaats op andere delen van je lichaam.
C
Je borsten groeien en je krijgt een zwaardere stem.

Slide 13 - Quiz

Hoofstukopbouw
1. De puberteit
2. Een vrouw
3. Een man
4. Seks enzo
Herhaling 1 - 4
5. Veilig vrijen
6. Zwangerschap
7. Geboorte en Samenhang 
8 Soa's
Diagnostische toets
Toets

Slide 14 - Diapositive

Een vrouw: Doelen
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw nomen met hun functies. 
  • Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven. 

Slide 15 - Diapositive

Doel: Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies. 
Begrippen: 
baarmoeder: plaats waar de baby groeit als een vrouw zwanger is
eierstokken: plaats waar de eicellen in zitten
eicellen: vrouwelijke geslachtscellen
ovulatie (eisprong): een rijpe eicel komt vrij uit een eierstok
eileider: buis die de eicel vervoert naar de baarmoeder
maagdenvlies: randje weefsel aan het begin van de vagina
vrouwenbesnijdenis: het weghalen van een deel van de clitoris en een deel van de binnenste schaamlippen

Slide 16 - Diapositive

Doel: Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies. 
Uitleg: 
Het zijn organen. 
Het voorplantingsstelsel van de vrouw ligt in haar buik. 
Het bestaat uit de baarmoeder, eierstokken en eileider.  
In de baarmoeder groeit de baby als een vrouw zwanger is. 
In de eierstokken zitten de eicellen die via de eileiders naar de baarmoeder gaan. Als de eicel niet bevrucht wordt, gaat het dood. En wordt de vrouw ongesteld. Dit zit allemaal aan de binnenkant. 

Slide 17 - Diapositive

Doel: Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies. 
functies: 
Eierstokken: hierin vindt de ontwikkeling plaats van de eicellen.
eileiders: deze vervoeren de eicellen naar de baarmoeder.
overgang: steeds minder
eicellen ontwikkelen zich in
deze periode. 

Slide 18 - Diapositive

Doel: Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies. 
Begrippen:   Aan de buitenkant zijn andere dingen zichtbaar. 
vulva: uitwendige geslachtsorganen van een vrouw
binnenste schaamlippen: dunne, gladde huidplooien
vagina: opening tussen de binnenste schaamlippen; het is een soort tunnel naar de baarmoeder
buitenste schaamlippen: behaarde huidplooien
clitoris: orgaan dat gevoelig is voor prikkels die een fijn gevoel geven
clitoriseikel: gevoelig ‘knopje’ dat zichtbaar is aan de buitenkant

Slide 19 - Diapositive

Doel: Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies. 
Functie
Binnenste schaamlippen: maken slijm bij opwinding. Hierdoor wordt de toegang tot de vagina glad. Hiertussen liggen de opening van de urinebuis en de vagina. 
clitoris: 10 cm lang en alleen de
clitoriseikel is zichtbaar aan de buitenkant. 

Slide 20 - Diapositive

Doel: Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven. 
Begrippen: 
menstruatie (ongesteld): baarmoederslijmvlies en bloed worden via de vagina afgevoerd
maandverband: voorwerp dat je in je onderbroek plakt om slijmvlies en bloed op te vangen
tampons: voorwerp dat je in je vagina stopt om slijmvlies en bloed op te zuigen
menstruatiecup: voorwerp dat je in je vagina stopt om slijmvlies en bloed op te vangen
menstruatiecyclus: het terugkerend opbouwen en afbreken van het slijmvlies in de baarmoeder

Slide 21 - Diapositive

Doel: Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven. 
Uitleg
menstruatie (ongesteld): Als een vrouw niet zwanger wordt, gaat de eicel dood. Dit is menstruatie. 
Er ontstaat 1x per maand een eisprong waar een eicel vrijkomt. 1x in de maand wordt een vrouw dus ongesteld. 
Hier kan ze een aantal dingen voor gebruiken:
tampons, maandverband en een cup.
De cup is het meest milieuvriendelijke en
werkt het beste. 

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag: 
Samen lezen en opdrachten maken: blz 16

huiswerk: 
blz 16 - 24
begrippenlijst bs 2

Slide 23 - Diapositive

 Dit hebben we vandaag geleerd: 
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw nomen met hun functies.
Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven. 

Slide 24 - Diapositive

Wat hoort bij het voortplantingsstelsel van de vrouw?
A
borsten, eicellen en eierstokken
B
baarmoeder, borsten en schaamhaar
C
kenmerken waaraan je het geslacht herkent.
D
o.a. eierstokken, eileiders, baarmoeder

Slide 25 - Quiz

Welk deel van de clitoris is zichtbaar?
A
de gehele 10 cm
B
alleen de eikel
C
alleen de clitoriseikel

Slide 26 - Quiz

Wat betekent de eisprong?
A
Het vrijkomen van een eicel.
B
Het ontstaat van slijm.
C
Het indoen van een tampon

Slide 27 - Quiz

Bedankt!

Slide 28 - Diapositive