TW2 INFORMERENDE PRESENTATIE

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Informerende presentatie 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De inleiding 
  1. Belangstelling wekken.
  2. Het onderwerp introduceren.
  3. Aankondigen hoe de tekst is opgebouwd.
  4. De aanleiding noemen.
  5. De luisteraar welwillend stemmen.

Slide 4 - Diapositive

Een pakkende inleiding...
Bijvoorbeeld:
  • Stel een (retorische)vraag.
  • Vertel een korte anekdote.
  • Begin met een citaat.
  • Begin met een verrassende, uitdagende, shockerende of sarcastische openingszin.
  • (gebruik stijlmiddelen als overdrijving, ironie, sarcasme)
  • Gebruik een actueel bericht.

Slide 5 - Diapositive

Dan het middenstuk 
  • Denk aan deelonderwerpen!
  • Denk aan de tekststructuur !
  • Denk aan signaalwoorden, signaalzinnen en overgangszinnen met een verwijzend woord 

Slide 6 - Diapositive

Het slot [38]
  • Geef een samenvatting
  • Cirkelrede (kom terug op je inleiding)
  • Eindig met een uitsmijter (tip: stel een vraag)

Nooit:
"Dit was het."

Slide 7 - Diapositive

Nu doen:
In deze les krijg je drie verschillende cabaretiers te zien die een presentatie geven.
Noteer voor jezelf ergens de dingen die goed gaan en de dingen die beter kunnen.  Kortom: Waar moet je goed op letten bij het geven van een presentatie? Deze zaken moet je aan het eind van deze les kunnen benoemen.
Na elk fragment krijg je een of twee vragen. Op het eind komen er nog twee vragen over alle drie de fragmenten en benoem je de dingen waar je goed op moet letten bij het geven van een presentatie.

Slide 8 - Diapositive

Fragment 1
Je krijgt zo een fragment van Najib Amhali te zien.
Daarna beantwoord je de volgende vraag:

Najib Amhali maakt gebruik van plaatjes als hulpmiddel.
Maken de afbeeldingen zijn verhaal duidelijker?
Leg uit waarom wel of niet en geef een voorbeeld van een geschikte afbeelding die hij niet heeft gebruikt.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Najib Amhali maakt gebruik van plaatjes als hulpmiddel.
Maken de afbeeldingen zijn verhaal duidelijker?
Leg uit waarom wel of niet en geef een voorbeeld van een geschikte afbeelding die hij niet heeft gebruikt.

Slide 11 - Question ouverte

Fragment 2
Je krijgt zo een fragment van Sanne Wallis de Vries te zien.
Daarna beantwoord je de volgende vraag:
Tijdens de presentatie van Sanne Wallis de Vries gaan er wat dingen minder goed.
Welke dingen vallen je op?
Leg in ieder geval uit wat Sanne aan haar lichaamshouding zou kunnen verbeteren.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Tijdens de presentatie van Sanne Wallis de Vries gaan er wat dingen minder goed. Welke dingen vallen je op?
Leg in ieder geval uit wat Sanne aan haar lichaamshouding zou kunnen verbeteren.

Slide 14 - Question ouverte

Fragment 3
Je krijgt zo een fragment van Guido Weijers te zien.
Daarna beantwoord je de volgende vragen:

Denk je dat Guido zenuwachtig was? Waarom wel / niet?
Is Guido's spreekdoel informeren of overtuigen? Geef argumenten bij je antwoord.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Denk je dat Guido zenuwachtig was? Waarom wel / niet?
Is Guido's spreekdoel informeren of overtuigen? Geef argumenten bij je antwoord.

Slide 17 - Question ouverte

De fragmenten bevatten een paar opvallende overeenkomsten. Welke zijn dat? Zouden de cabaretiers elkaars voorstellingen bekeken hebben?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe komt het dat deze slechte presentaties grappig zijn?
Zijn slechte presentaties van klasgenoten ook grappig?

Slide 19 - Question ouverte

Waar moet je goed op letten bij het geven van een presentatie?

Slide 20 - Question ouverte

En dan de uitvoering!

Slide 21 - Diapositive

Non-verbale
communicatie

  1. Wat versta jij onder non-verbale communicatie?
  2. Waarop kun je letten bij stemgebruik? 
  3. Wat is het effect op de ontvanger van non-verbale signalen (lichaamstaal en stem)?

Slide 22 - Diapositive

  • Achter de woorden zeg je het meest.
  • Van top tot teen
  • De daad bij het woord voegen.
  • Cultuurgebonden

Slide 23 - Diapositive

Stemgebruik
Waarop kun jij letten?

  1. volume
  2. melodie
  3. tempo en ritme
  4. geluiden

Tweetallen/drietallen:
Ik ben niet boos.

Slide 24 - Diapositive

En de gouden regel is:
Oefenen, oefenen en nog eens oefenen! 

Slide 25 - Diapositive

Voordat je de presentatie start, lever je in:

  • Een volledig uitgewerkt spreekplan.
  • Een lijst met bronvermeldingen.
  • Een Powerpoint, Prezi, Sway, lessonup of ..

Slide 26 - Diapositive

Beoordeling 
  • Je wordt beoordeeld met het Beoordelingsformulier presentatie staat op Magister
  • Het accent ligt tijdens de beoordeling op het onderdeel Structuur

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo